Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 5 (1736)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 5
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 5Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.77 MB)

XML (1.81 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 5

(1736)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Eerste hooftstuk.
Gevende een Algemeen denkbeelt van den Staat der Grieksche Kerke.

Ga naar margenoot+ ‘Ga naar voetnoot(c) DEwyl de Secten, die hedendaagsch in den Levant gevonden worden, alle van de Grieken zyn voortgekomen, en dat, uitgenomen eenige byzonderheden waar in zy van elkander verschillen, het overige van Geloof en Godsdienst-Plichten onder hen gemeen is, vereischt de noodzakelykheit dat wy van de Religie der (eigentlyk gezegde) Grieken voor alle andere die daar van afhangen, gewag maken.

Ga naar margenoot+ ‘De Grieksche Kerk, welke afhangt van den Patriarch van Constantinopolen, heeft niet altoos die grote uitgestrektheit gehadt, waar in zy zich vertoonde zedert de Oostersche Keizers vermaak schepten in het verkleinen der andere Patriarchaten, om dat van Constantinopolen te vergroten. Dit nu viel hun des te gemakkelyker uit te voeren, om dat zy veel machtiger waren dan de Westersche Keizers, en wegens het oprechten van nieuwe Bisdommen, en het verleenen van nieuwe Voorrechten en Eigendommen, zich der toestemminge van de Patriarchen zeer weinig bekreunden. Het tegendeel vindt men in de Westersche Kerk, daar de Pauzen zich allengkens van alle die dingen zo meester gemaakt hebben, dat de Vorsten tot hen hunnen toevlucht moeten nemen.

Men heeft verscheidene Lysten van deGa naar margenoot+ Kerken die de Constantinopolitaansche onderworpen zyn: maar dewyl dezelve zyn veroudert, en niet genoeg de uitgestrektheit, welke die Kerke waant te hebben, te kennen geven, zullen wy twee der nieuwste voor den dag brengen, waar van de eerste gemaakt is door een weinigbekenden Griek,Ga naar voetnoot(d) Nilus Doxopatrius

[pagina 23]
[p. 23]

geheten, en aangehaalt by Leo Allatius. De tweede word gevonden in den Brief van den Heer Smith aangaande den tegenwoordigen Staat der Grieksche Kerke, en is hem, volgens zyne verzekeringe, van Constantinopolitaansche Grieken medegedeelt. Ik moet hier aanmerkenGa naar margenoot+ dat de meeste Hooftkerken onder de Grieken nog hedendaags behouden zekere eertytelen, of hoedanigheden, waar door zy van elkander onderscheiden worden; invoegen dat de Patriarch van Constantinopo-

[pagina 24]
[p. 24]

len, wanneer hy aan de Aartsbisschoppen, en zelf aan zommige Bisschoppen schryft, niet nalaat hun die tytels te geven, schoon zy hun leven in elende doorbrengen. De Grieken zyn van ouds gezet geweest op eertytelen en op groote en luisterryke namen: 't geen veele aan eene Oostersche verwaantheit toeschryven. Maar die daar over een gunstiger oordeel willen vellen, zullen die eertytelen aan hunne beschaaftheit en beleefden ommegegang toeschryven. Hoewel de Kerk van Constantinopolen veel van dien groten luister, waar in zy onder de Catholyke Keizers geweest is, verloren heeft, nemen echter de Geestelyken grootsche namen en tytelen vol verwaantheit aan. De Monniken zelve zyn niet vry van die eerzugt. Hier van daan is het, dat men de hedendaagsche Grieksche schryvers gemeenlyk zulk zoort van eertytelen aan het hooft van hunne Werken ziet plaatzen; by voorbeeld, Leeraar der groote Kerke,Ga naar voetnoot(a) Protosyncellus, en andere diergelyke namen, waar door echter hunne onkunde niet verholen blyft.

Ga naar margenoot+ De hedendaagsche Grieksche Kerken zyn zelf de schaduwe niet dier oude, welke eertyds zo heerlyk bloeiden, en zo uitmuntende waren door de deftigheit en geleertheit der Herderen die dezelve bestierden. ‘Ik heb Kerken gezien, zegt Ricaut,Ga naar voetnoot(b) die minder naar gewyde plaatzen, dan naar hoolen of grafsteden geleeken, zynde hun opstal byna met de oppervlakte der aarde gelyk. Men maakt ze niet anders, uit vreeze dat men die gebouwen tot een gemeene hoogte optrekkende, schynen zou de Mosqueen der Turken te tarten. VerwonderlykGa naar margenoot+ is 't, hoe in 't midden der elende, waar in de Grieken ons van alle de Reizigers worden voorgestelt, de Christelyke Godsdienst onder hen nog heeft konnen in weezen blyven: ongetwyfelt moet men daar in de Voorzienigheit erkennen. 't Is waar, dat Christendom bestaat voornamelyk in gewoonte en overlevering van ouderen tot ouders. Men verzekert ons ook, dat zy zeer op uiterlyke goede werken gezet zyn, gelyk de vasten, de H. dagen, de boeten; dat zy de Kerkelyke Tucht vrezen en in waarde houden; en dat zy voorts zeer verslaaft zyn aan de gebruikelykheden in hunnen Godsdienst, schoon men hun de ongerymtheit daar van aantoonde: maar hoe het ook weezen moge, men zal moeten toestemmen, dat, hoewel die gebreken het Chrisstendom der Grieken ontluisteren, daar door echter hun volkomen ondergang belet wordt.Ga naar voetnoot(c) Een vuur onder de asschen verborgen, kan wederom ontsteeken, en met dezelve kragt als te voren aan 't branden geraken: eveneens is het met de waarheit, achter de wolken der dwalinge verscholen, gelegen.

margenoot+
Alle de Secten in den Levant zyn af komstig van de Grieksche kerk.
voetnoot(c)
P. Simon spreekt hier. Ik ontleene van hem het eerste Hooftstuk van zyne Histoire Critique de la Creance & des coutumes des Nations du Levant. Al het geen in deze Verhandelingen over den Godsdienst der Grieken door dubbele Commata onderscheiden is van de andere stoffe, behoort tot het Werk van P. Simon.
margenoot+
't Patriarchaat van Constantinopolen vergroot.
margenoot+
Lysten der Kerken die de Constantinopolitaansche onderworpen zyn.
voetnoot(d)
Dewyl die twee Lysten maar aan zommige Lezers aangenaam konnen zyn, haal ik ze hier alleen aan volgens de Latynsche Overzettinge, en zo als men die vindt by P. Simon aan het einde van zyn Werk.

LYST DER KERKEN, die van het Patriarchaat van Constantinopolen afhangen, door Nilus Doxopatrius, aangehaalt by Leo Allatius Lib. 1. de Cons. Eccl. Occid. & Orient. Cap. 24.
1. CAEsarea Cappadociae habens Episcopatus 8
2. Ephesus Asiae habens Episcopatus 34
3. Heraclea Thraciae in Europa habens Episcopatus 15
4. Ancyra Galatiae habens Episcopatus 8
5. Cyzicus Hellesponti habens Episcopatus 12
6. Sardes Asiae habens Episcopatus 25
7. Nicomedia Bithyniae habens Episcopatus 12
8. Nicaea ejusdem Bithyniae habens Episcopatus 6
9. Chalcedon ejusdem Provinciae sine fubditis.
10. Side Pamphyliae habens Episcopatus 16
11. Sebastia secundae Armeniae, habens Episcopatus. 7
12. Amasea Helenoponti habens Episcopatus 7. cujus Episcopatus erat & ipsa Iberia.
13. Melitene Armeniae habens Episcopatus 9. ex quibus est & Episcopatus Cucusus, quo in exilium missus est aurea lingua Johannes.
14. Tyana secundae Cappadociae habens Episcopatus. 3
15. Gangra Paphlagoniae habens Episcopatus 3
16. Thessalonica Thessaliae habens Episcopatus 8
17. Claudiopolis Honoriadis habens Episcopatus 5
18. Neocaesarea Ponti Palemoniaci habens Episcopatus 7
19. Pisinus secundae Galatiae habens Episcopatus 7
20. Myra Liciae habens Episcopatus 33
21. Stauropolis Cariae habens Episcopatus 26
22. Laodicaea Phrygiae Capatianae habens Episcopatus 21
23. Synada Phrygiae salutaris habens Episcopatus 20
24. Iconium Lycaoniae habens Episcopatus 15
25. Antiochia Pisidiae habens Episcopatus 21
26. Perge, sive Sylaeum Pamphyliae habens Episcopatus 17
27. Corinthus Peloponnesi habens Episcopatus 1. Damalorum. 2. Argi. 3. Monembasiae, sive Tenarusiae. 4. Cephaloniae. 5. Zacinthi. 6. Zemenes. 7. Maïnae. 7
28. Athenae Graeciae habens Episcopatus. 11. 1. Eurypi. 2. Dauliae. 3. Coroniae. 4. Andri. 5. Oraei. 6. Scyri 7. Caristi. 8. Porthmi. 9. Aulonae. 10. Syrae & scriphi. 11. Cei & Thermiorum.
29. Mocysus Cappadociae habens Episcopatus 4
30. Crete habens Episcopatus 10
31. Rhegium Calabriae habens Epicopatus. 13
32. Natrae Peloponnesi habens Episcopatus 1. Lacedaemonis. 2. Methonae. 3. Coronae. 4. Bolenae. 5. Olenae. 5
33. Trapezus Lazicae habens Episcopatus. 15
34. Larissa Graeciae habens Episcopatus 17
35. Naupactus Nicopolis habens Episcopatus 9
36. Philipopolis Traciae habens Episcopatus. 10
37. Trajanopolis Rhodopes habens Episcopatus 7
38. Rhodos Cycladum Insularum habens Episcopatus 12
39. Philippi Macedoniae habens Episcopatus 7
40. Adrianopolis Hoemi montis habens Episcopatus 11
41. Hierapolis Phrygiae Capatianae habens Episcop. 9
42. Rhodostolum, seu Distra Haemi montis habens Episcopatus 5
43. Dyrrhachium habens Episcopatus 4
44. Smyrna Asiae habens Episcopatus 5
45. Syracusae Siciliae habens Episcopatus 21. 1. Cataniae. 2. Taurominae. 3. Messinae. 4. Cephaludii 5. Thermorum. 6. Panormi. 7. Lilybaei. 8. Trocalorum. 9. Acragantis. 10. Tyndarii. 11. Carines. 12. Leontines. 13. Alesae. 14. Gaudi insulae. 15. Melitae Insulae, quae dicitur Malta. 16. Liparis Insulae, 17. Vulcani. 18. Didymi. 19. Ustinae. 20. Tanari. 21. Basiludii.
46. Catania, quae cum Syracusani esset Episcopatus, propter Sanctum Leonem in Archiepiscopatus dignitatem provecta est.
47. Ammorium Phrygiae habens Episcopatus 5
48. Camachus Armeniae habens Episcopatus 8
49. Cotyaium Phrygiae habens Episcopatus 13
50. Sancta Severina Calabriae habens Episcopatus 5
51. Mitylene Lesbi insulae habens Episcopatus 6
52. Novae Patrae Graeciae habens Episcopatus 4
53. Thebae Graeciae husens Episcopatus 3
54. Sarrae Thessaliae habens Episcopatus 57
55. AEonis.
56. Corcyra.
57. Mezembria.
58. Amastris Ponti.
59. Conae Phrygiae.
60. Pompeiopolis.
61. Atalia à Sylaeo avulsa.
62. Paronaxia à Rhodo avulsa.
63. Lacedaemonia à Patris Peloponnesi avulsa.
64. Madyta ab Heraclea avulsa.
65. Abydus à Cyzico avulsa.

 


Archiepiscopatus item qui Throno Constantinopolitano subjacent, nulli tamen Metropolitanorum obnoxii, neque sub se habentes Episcopatus, omnes sunt. 1. Bizyn. 2. Leontopolis. 3. Parium. 4. Proconesus. 5. Cius. 6. Aspros. 7. Cypsela. 8. Psice. 9. Neapolis. 10. Selga. 11. Cherso. 12. Mesenae. 13. Garela. 14. Brysis. 15. Dercus. 16. Carabysa. 17. Lemnus. 18. Leucas. 19. Misthia. 20. Pedachtoë. 21. Perme. 22. Kosporus. 23. Cotradia. 24. Codrae. 25. Carpathus. 26. Cotro 27. Rhizaeum. 28. Gothia. 29. Sugdia. 30. Philli. 31. AEgina. 32. Pharsala. 33. Anchialus. 34. Heraclei. Hae omnes Civitates & Provinciae Throno Constantinopolitano annumerantur.
Dewyl de volgende Lyst nieuwer is, komt zy ook veel beter met den tegenwoordigen staat der Grieksche Kerke overeen.

Andere Lyst der Kerken die hedendaags tot het Patriarchaat van Constantinopolen behoren, opgegeven door den Heer Smith in zyne Verhandelinge van den tegenwoordigen staat der Grieksche Kerke.

Catalogus Provinciarum, seu Metropolium & Episcopatuum Throno Constantinopolitano bodie subjacentium.

CAEsarea cujus Metropolita dicitur excelsus dignitate inter excelsos, & Exarcha totius Orientis. Ephesus, Heraclea, penes cujus Archiepiscopum consecrandi Patriarcham, jus usque manet. Dicitus Exarcha Thracioe & Macedonioe. Habet sub se quinque Episcopos, Calliopoleos, Rodosti Tyriloes, Metrorum, Myriophiti. Ancyra, Cyzicus, Philadelphia; Nicomedia, Nicaea, Chalcedon, Thessalonica, cujus Metropolita totius Thessalioe dictus: habet sub se novem Episcopatus, Citros, olim Gydriae, serviorum, Campaniae, Petrae, Ardemeriae, Hierissi & Sancti Montis, sive Athonis, Plantomonis, Poliaminae. Athenae, sub quibus continentur Episcopatus quatuor, Talantii, Scirri, Solonis, Mindinitzae. Prusa, Trapesus, Philippopolis, Philipporum & Dramae, Themae, Methymna. Lacedaemonia habet sub se Episcopatus, Cariopoleos, Amyclarum, Brestenae, Larissa, Cujus Episcopatus sunt Demetriadis, Zethunii, Stagonis, Thaumaci, Gardian, Radabisdii, Schiathi, Loidoricii, Letzae, & Agraphorum. Adrianopolis, cui solus subjacet Episcopatus, Agathopoleos. Smyrna, Mithylene, Serrae, Christianopolis, quae & Arcadia. Amasia, Necaesaraea, Iconium. Corinthus, sub qua solus Episcopos, Damalonis. Rhodus, Novae Patrae, AEnus, Drystra, Tornobus, cujus Metropolita dicitur Exarcba Bulgarioe: habet sub se Episcopatus, Laphitzi, Tsernoli, Presilabae. Joanninorum Metropolita habet Episcopos, Bothronti, Bellae, Chimarrae, Drynopoleos. Euripi Artae. Metropolita Monembasiae habet Episcopos Elcos, Maiinae, Rheontis, Andrusae. Nauplii, Phanarii & Neochorii Archiepiscopus. Sophiae Metropolita, Chii. Paronaxiae, Tziae, Siphni, Sami, Carpathi, Andri, Barnae, Cous, Leucadis. Veterum Patrarum Metropolita habet Episcopos Olenae, Methonae, Coronae, Proconnesi, Gani.
Sunt adhuc Episcopi & Metropolitae.
Mediae Sozopoleos, Proclabi, Caphae, Gotthiae, Bindanae, Didymotichi, Lititzae, Buziae, Selymbriae, Zychnarum, Neurocopi, Melenici, Berrhaeae, Pogogianae, Chaldeae, Pisidiae, Imbri, Myrae, Santorinae, AEginae, Ungerovalachiae.
In Môldavia quatuor tantum Episcopi regimini Christianorum Ecclesiastico praesunt. Metropolita Cretensis cum tribus ipsi subjectis Episcopis sedem Constantinopolitanam agnovit.
margenoot+
Aamerkinge wegens de eertytytels der Hooftkerken.
voetnoot(a)
Protosyncellus is ten naesten by 't geen wy noemen Pausselyken Vicaris.
margenoot+
Groot verval der Grieksche Kerken.
voetnoot(b)
Etat present de l'Eglise Grecque.
margenoot+
Aanmerkingen daar op.
voetnoot(c)
Die voor eene klemmende redeneering zyn, zal deze mogelyk te los voorkomen. 't Is hier de plaats niet om te tonen, dat alleen de Christelyke Religie en de Waarbeit eene juiste evenredigheit tot elkander hebben; dat men derhalven die overeenkomst zo min kan overhoopwerpen als men een Wiskunstig bewys zou doen; en dat by gevolg noch de eene noch de andere kan verloren gaan, schoon men haar gezag opschortede, en haar door byvoegzelen en door valsche redeneeringen ontsierde. Hoewel nu die Godsdienst hier of daar onbegrypelyk en onuitdrukkelyk voorkomt, echter moet zy noodzakelyk standgrypen door de zuiverheit van hunne grondregels die onafscheidelyk zyn van de eeuwige waarheit.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken