Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 5 (1736)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 5
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 5Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.77 MB)

XML (1.81 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 5

(1736)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Vierde hoofdstuk.
Handelende van den Kerkdienst, Liturgie, en andere Gebruiken.

Ga naar margenoot+ DE Grieken heetenGa naar voetnoot(a) Canon en Synaxis 't geen de Latynen Officie of Kerkdienst noemen. Die Kerkdienst bestaat uit negen gedeeltens, te weten het Nachtgezang, de Vroegmetten, het Morgenlof, het eerste Kanonikale uur, het derde, het sesde, de None of het laatste uur, de Vesper, enGa naar voetnoot(b) de laatste gezangen. Ik zal wegens die gedeeltens van den Kerkdienst, en voor al 't geen de Kanonikale uuren betreft, niet herhalen 't geen ik op eeneGa naar voetnoot(c) andere plaats gezegt hebbe. Na het Nachtgezang heft men hetGa naar voetnoot(d) Trisagium op, men herhaalt driemaal het Gloria Patri &c. en zo doet men van gelyken by alle de Uuren. Ik laat my niet in wegens 't geen eigentlyk tot yder gedeelte van den Kerkdienst behoort, noch over de veranderingen die 'er door den tyd zyn ingekomen. Om grondige kennisse te verkrygen van die dingen, die niemant dan alleen den Monniken nut zyn, moet men tot deGa naar voetnoot(e) Typica gaan.

Ga naar margenoot+ Zie hier in 't kort wat de Liturgie der Grieken betreft.Ga naar voetnoot(f) Zy hebben vier byzondere Liturgien in gebruik. De eerste is die van St. JacobGa naar voetnoot(g), waar aan de Grieksche Kerk altoos hare toestemminge gegeven heeft. De lengte van die Liturgie, welke vyf uuren duurt, is oorzaak dat men ze maar eenmaal 's jaars leest, namelyk den 23. October, zynde de dag van St. Jacob. De twede Liturgie is die van St. Basilius. Die Oudvader, ziende dat de langduurigheit der Liturgie van St. Jacob den aandagt der gemeente deet verflauwen, meende dezelve te moeten verkorten. Men leest dat OfficieGa naar voetnoot(h) op alle de Zondagen van de Vasten, uitgenomen op Palmzondag, op heiligen Zaturdag, op Kers-avond, op Driekoningen-avond, en op St. Basilius dag. Ricaut voegt 'er by, op Witten Donderdag, en op den dag der Kruis-Verheffinge. De derde Liturgie is die van St. Chrysosthomus. De Liturgie van St. Basilius was nog te lang: deeze Heilig hadt de zwakheit der gelovigen nog te veel gevergt, geen achtgevende dat een al te lange Dienst den aandagt, tot de Religie vereischt, ten lesten afwendt. St. Chrysosthomus verkortte die Liturgie op nieuw, of liever hy nam uit de Liturgie van St. Basilius't geen hy gewigtigst oordeelde, en plaatste dat in de zyne. Men bedient zich van de Liturgie van St. Chrysosthomus het geheele jaar door, behalven op de bovengemelde dagen. De vierde Liturgie, welke van St. Gregorius is, draagt den naam vanGa naar voetnoot(i) Gepréconsacreert, omdat zy altoos op het Officie van St. Chrysosthomus of van St. Basilius volgt. Die Liturgie van St. Gregorius is niet anders dan

[pagina 77]
[p. 77]

een Verzameling van Gebeeden, die bekwaam zyn om den Priester en den Communicanten de vereischte gemoedsgestalte tot het waerdiglyk ontfangen van het Nachtmaal in te boezemen. Ricaut vergelykt dien Dienst by den Dienst der Communie in de Liturgie van de Engelsche Kerk. Hy voegt 'er by, dat men ze voor de luiaarts des morgens ten elf uuren leest, maar dat men ze in Godsdienstige huizen ten negen uuren begint, op dat 'er voor andere Godvruchtige oefeningen geen tyd ontbreeke.Ga naar margenoot+ Echter moet men niet denken dat die lange en geregelde Devotien de Grieksche Monniken tot eerlyker luiden maakt: de Historien en Reisbeschryvingen spreken niet dan te veel ten nadeele van de Oostersche Monniken. Die geregeltheit is een vernis 't welk de gebreken voor de oogen van eenvoudige en lichtgelovige menschen verbergt. Zy wordt by de Grieken, gelyk elders, in gewoonte en onachtzaamheit verkeert. Die Monniken gelyken de onze, behalven dat deze hunne buurt baloorig makenGa naar voetnoot(a) met aan te kondigen dat zy hun Officie gaan opzeggen, dat is, zich quyten van een taak die den Conventen is opgelegt.

Ga naar margenoot+ De Turken hebben den Grieken het gebruik van klokken verbodenGa naar voetnoot(b). ‘Zy hangen eenige stukken yzer door middel van touwen aan de takken van een boom op; die yzers zyn omtrent van gedaante als de banden waar mede de wielen der rytuigen bekleed zyn, namelyk krom, omtrent een halven duim dik, en drie of vier duimen breed, in de lengte met eenige gaten doorboort. Men maakt op die yzers een Klokkenspel met kleine yzere hamertjes, om den Monniken aan te kondigen dat zy ter Kerke moeten komen. Zy maken nog een ander soort van geluid, 't welk zy trachten te doen accorderen met dat der yzere platen. Men houdt in de eene hand een houten lat omtrent vier of vyf duimen breed, waar op men met een houten hamer slaat.’ En dewyl een Monnik zo veel te zeggen is als een soort van Devotaris die de strengheit van zynen regel met het vermaak weet te paren, moet ik 'er byvoegen, met de eigene woorden van Tournefort. ‘Dat zy op dagen van vrolykheit aan tafel zittende, geluid maken met een koper drinkschaaltjen, daar op telkens met het hecht van een mes kloppende, terwyl zy door den neus zingen gelyk de Capucynen.’

Het celebreeren van de Liturgie vereischtGa naar margenoot+ een zuiver geweten, een rein hart, Christelyke gedachtenGa naar voetnoot(c), met liefde, gematigtheit, enz. Men weet hoe moeilyk het zy die deugden te verkrygen, en dat het altoos onmogelyk zal zyn dezelve van de plechtigheden en de welvoegelykheit te konnen onderscheiden. Naar het verhaal van Ricaut, volgt na het houden van den Dienst het voorlezen van het leven van dezen of geenen Heilig, en die lezinge verstrekt voor een Sermoen of Predikatie. Volgens Tournefort is het gebruik der Sermoenen als afgeschaft, zo dat men byna geene Predikstoelen in de Kerken vindt. Indien de eene of de andere Papas zich tot prediken begeeft, gaat zulks zeer slecht toe. Men betaalt twee ryksdaalders voor een Sermoen, schoon zy zo veel niet waard is. 't Is een gehaspel van woorden, die, zo hy zegt, noch de Prediker, noch het volk verstaat.

Zal ik hier melden van de gestalte dieGa naar margenoot+ zy in hunne gebeeden en de uiterlyke tekenen van hunne Devotie houden? Ik moet 'er van spreken. Schoon de Libertynen en waereldsche menschen die gebruikelykheden voor beuzelingen houden, echter maakt het gemeen daar werk van, en de Godvruchtige zyn daar yverig in. In het gebed wenden de Grieken zich naarGa naar voetnoot(d) het Oosten. Zy bidden overend staan-

[pagina 78]
[p. 78]

de, doch zy mogen ook leunen, en zelfs zitten. De Leeken zitten neder terwyl de Priester onderwyst, zy rechten zich op wanneer men God aanbidt, of wanneer men lofzangen zingt. Zo zegt een hedendaagsche GriekGa naar voetnoot(a). Plaats genomen hebbende, ontdekt men het hooft, en maakt het teken van 't Kruis. De manier der Grieken is, eerst de drie voorste vingers van de rechter hand zaam te voegen, waar door men betekenen wil dat de Godheit in drie personen bestaat. Dan brengt men die drie vingers van het voorhooft tot beneden de borst, en vervolgens van den rechter schouder tot den linker; 't geen niet minder zyne verborgenheit inheeft. In die verbeelding van het Kruis leeren ons de drie vingers, aan het voorhooft gebragt, dat de Drie-eenheit in de Hemelen woont. Van daar tot onder de borst gelegt, beduiden zy eensklaps vier grote Mysterien, namelyk de Vleeschwording, de Kruisiging, de begraving, en de nederdaling van Jezus Christus ter hellen. Die drie vingers op den rechter schouder gelegt, betekenen dat Jezus Christus opgewekt zynde gezeten is aan de rechter hand van God. Eindelyk de linker schouder de verwerping der Godlozen betekenende, bidt de Griek door de beweginge van zyne drie vingeren naar den linker schouder, dat hy niet onder het getal der Godlozen gestelt, maar van onder de magt des Duivels mag verlost worden. Indien ik my over de geheimenissen van verscheidene andere gestalten, den gelovigen in hunne devotien aanbevolen, ook zo wilde uitbreiden, zou ik een wydlopig verhaal konnen doen van Allegoriën, die verstandig schynen uitgedagt, doch van geene de minste nuttigheit zyn; ook zyn zommige zeer verre gezogt, en aan de Grondleggers van het Christendom gantsch onbekent geweest. By voorbeeld, men zou mogen verzekeren dat zy nooit geweten hebben, dat overend te staan by den Dienst op Paasch-zondag, betekent dat de Opstandinge van Jezus Christus ons verlost heeft van onze zonden. Daar moest een PatriarchGa naar voetnoot(b) van Constantinopolen verschynen om dat Geheim te openbaren.

Het teken van 't Kruis en 't Gebedenboek dat men het uurwerk noemt, 't welk op de Uuren der Latynen uitkoomt, vervatten de geheele devotie der Grieken. Men ziet uit die Uuren, dat de Grieken de Heiligen, als mede deGa naar voetnoot(c) Heilige Maagd aanbidden. In hunne gebeden heeft de Maagd den naam van MoederGa naar margenoot+ Gods, Koninginne van 't Geheel-al, Glorie der Rechtzinnigen. De andere Heiligen hebben ook hunne tytels: naar dat men meer of min op hen betrouwt, of meer of min devoot is, voegt men hun bynamen toe, of neemt ze hun af.Ga naar voetnoot(d) De Beelden zyn plat of geschildert; en men vindt in hunne Kerken geen gesneden beeld werk.

Ik moet niet vergeten, dat in zekereGa naar margenoot+ gevallen aan deGa naar voetnoot(e) vrouwen verboden is binnen in de Kerken te komen, en zy aan de deur moeten blyven staan, even of haar adem vergiftigt was; en dat het haar indien staat ongeoorloft is te communiceren, en de Beelden te kusschen.

[pagina t.o. 79]
[p. t.o. 79]


illustratie
A. Pain de la Communion chez les Grecs. B. l'Etoile. C. l'Evêque tenant le chandelier à Trois et à deux branches. D. l'Evantail. E. Le Corban ou pain de la Communion des Cophtes.


margenoot+
Negen gedeeltens van den Kerkdienst.
voetnoot(a)
Canon betekent Regel, Synaxis een vergadering.
voetnoot(b)
Completorium, omdat de dag ten einde is, Completus dies.
voetnoot(c)
I. Deel van de Godsdienstplichten der Roomsgezinden.
voetnoot(d)
Heilig God, Heilige sterke, Heilige Eeuwige.
voetnoot(e)
Boeken der Grieken, die de orde der Diensten van het gantsche jaar, en die der Vastendagen vervatten.
margenoot+
Vier byzondere Liturgien.
voetnoot(f)
Ricaut Etat de l'Eglise Grecque Chap. 16.
voetnoot(g)
Bona de Rebus Liturgicis L. I. Cap. 8. De Kardinaal Bona verdedigt het gezag dier Liturgie tegen de Protestanten, die dezelve verwerpen als verdagt zynde, uit hoofde dat men daar in eenige uitdrukkingen ontmoet, welke lang na den Apostel Jacobus zyn ingevoert.
voetnoot(h)
Bona ubi sup. Cap. 9.
voetnoot(i)
Προαγιςμένη, Ricaut ubi sup.
margenoot+
De menigvuldige Devotien maken de Grieken niet eerlyker.
voetnoot(a)
Zy ontrusten hunne gansche buurt met het geluid hunner klokken. Voyae une Messe, une Matines, une Vepres bien sonnées sont à demi dictes. Dus drukt zich Rabelais wegens den Dienst der Monniken uit.
margenoot+
Vreemd Klokkenspel der Grieken.
voetnoot(b)
Tournefort Voyages du Levant, Lettre 3. Zie hier achter de figuur van dat instrument, 't welk voor een klok dient.
margenoot+
Vereischtens tot de Celebratie der Liturgie.
voetnoot(c)
Eertyds riep onder het celebreren der Mysterien een Diaken in de Vergadering uit, Dat yder alle vyandschap aflegge.
margenoot+
Uiterlyke gestaltens van devotie.
voetnoot(d)
Zy volgen dat gebruik tot bygelovigheit toe, in zo verre zelfs, dat zy zich tusschen de Kerk en het Oosten bevindende, liever den rug toekeeren aan de Kerk, dan aan het Oosten, enz. Dit is gehaalt uit het Kerkgewoonteboek van P. Goar, bekent onder den naam van Euchologus. Men schryft den oorsprong dier bygelovigheit toe aan de Priscillianen, Ketters der vierde eeuwe, die aan de voorzeggende Sterrekunde geloof gaven, en waanden dat de Hemellichten invloed hadden op onzen Aardkloot. Men meent dat Priscillianus en zyne Navolgers de gewoonte hebben ingevoert van in het bidden zich naar het Oosten te wenden, even of men de Zonne om hulp aanriep tegen den quaden invloet der andere gesternten.
voetnoot(a)
Christophor. Angelus Cap. 21. status Groecor.
voetnoot(b)
Germanus in Theoria Rerum Eccles. aangehaalt door * * *.
voetnoot(c)
In een gebed van het Nachtgezang, bidt men de Heilige Maagd den raad der Godlozen te verstrooyen, voor den Koning te stryden, in te staan voor den vrede van 't Geheel- al, enz. Men doet een diergelyk gebed in de Vroegmetten. Zie Ricaut Chap. 18. de l'Etat de l'Eglise Grecque wegens het Geloof der Grieken in dit stuk. Hy maakt daar een lang uittrekzel van de Geloofsbelydenisse der Kerken van Anatolien over de Aanroepinge der Heiligen. Hy vindt geen ander onderscheit tusschen de Latynsche en Grieksche Getyboeken, dan dat deze zeer achterboudende zyn in het stuk van Aanroepinge. Hy brengt uittrekzels by van gebeden aan de Heiligen, en van die men den Kinderen doet leeren, gericht tot de Maagd, tot de Engelen, tot de Heiligen, en tot het Kruis, welke echter zyn zeggen niet zeer bewyzen.
margenoot+
De Grieken bidden de Heiligen en de Maagd aan.
voetnoot(d)
Ricaut ubi sup. zegt Chap. 17. ‘dat de Grieken Beelden in hunne Kerken hebben tot sieraad, voor de Historie, en voor den Dienst; dat zy aangestekene lampen voor die Beelden stellen, dat zy ze bewieroken, dat zy ze begroeten in 't begin en op 't einde van hunne gebeden .... dat het Beeld der H. Maagd en dat van St. George hy hen overal op een soort van een lessenaar gevonden wordt, welke beelden zy devotelyk kusschen, als zy de Kerk in en uitgaan, gelyk ook met het slot van eenig voornaam gedeelte der Liturgie ...... doch dat zy ondertusschen den Vloek uitspreken tegen die enkele verbeeldingen aanbidden.’ Ricaut haalt ook, op het stuk van den Beeldendienst, de onderscheidingen aan, die de Grieken tusschen dien dienst, en dien men aan de Godheit bewyst, maken; onderscheidingen die niet van die der Catholyke Kerke verschillen.
margenoot+
Vrouwen zomwyl de Kerk verboden.
voetnoot(e)
Tournefort zegt dat men in de Kloosters zo vies niet valt, en dat men daar waschters of bleiksters onderhoudt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken