Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Theoretische spraakkunst der Papiamentsche taal (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van Theoretische spraakkunst der Papiamentsche taal
Afbeelding van Theoretische spraakkunst der Papiamentsche taalToon afbeelding van titelpagina van Theoretische spraakkunst der Papiamentsche taal

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.59 MB)

Scans (18.99 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/schoolboek
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Theoretische spraakkunst der Papiamentsche taal

(1898)–Antoine Pijpers–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

De werkwoorden.

Gelijk men in 't Hollandsch de voorkeur aan 't werkwoord hebben geeft, zoo geeft men in 't Papiamentsch de voorkeur aan 't werkwoord zijn of ta.

[pagina 15]
[p. 15]

De vervoeging van het werkwoord geschiedt met behulp van het werkwoord: ta – zijn.

Dit werkwoord vervoegt men aldus:

Onbepaalde wijs
Ta - zijn
Deelwoord ontbreekt.
Gebiedende wijs
Keda – blijven (!)
Aantoonende wijs.

Tegenwoordige tijd.

Mi ta – ik ben
Bo ta – gij zijt
El ta – hij is
Nos ta – wij zijn
Boso ta – gij zijt
Nan ta – zij zijn.

Regel: Het werkwoord ta blijft dus in alle personen onveranderd.

Onvolmaakt verleden tijd.

Mi tabata – Ik was
Bo tabata – gij waart
El tabata – hij was
Nos tabata – wij waren
Boso tabata – gij waart
Nan tabata – zij waren.

Regel: Het woord tabata blijft in alle personen onveranderd.

Volmaakt verleden tijd.

Mi a tabata – ik ben geweest
Bo a tabata – gij zijt geweest
El a tabata – hij is geweest
Nos a tabata – wij zijn geweest
[pagina 16]
[p. 16]
Boso a tabata – gij zijt geweest.
Nan a tabata – zij zijn geweest.

Regel: De vorm a blijft onveranderd.

Toekomende tijd.

Lo mi ta – ik zal zijn
Lo bo ta – gij zult zijn
Lo el ta – hij zal zijn
Lo nos ta – wij zullen zijn
Lo boso ta – gij zult zijn
Lo nan ta – zij zullen zijn.

Regel: Lo blijft overal onveranderd.

Er is vertaalt men in 't Papiamentsch door Tin, b.v.

Er is een God – Tin un Dios.

De onbepaalde wijs.

De werkwoorden van Spaanschen oorsprong gaan in de onbepaalde wijs uit op de klinkers a, e, i; op de tweeklank ai en op verschillende medeklinkers, b.v.

papia – spreken
spera – wachten
stima – beminnen
mira – zien
weita – zien
coempra – koopen
jega – naderen
tende – hooren
come – eten
bende – verkoopen
respondé – antwoorden
hari – lachen.
gradici – bedanken.
droemi – liggen slapen
bini – komen
coeri – loopen
bai – gaan
tin – hebben
por – kunnen
mester – moeten
kier – willen.
cai – vallen.
[pagina 17]
[p. 17]

De werkwoorden van Nederlandschen oorsprong zijn of gespanjoliseerd of hebben eenige wijzingen ondergaan, b.v.

strika – strijken
foela – voelen
brei – breiën
drei – draaiën
bieder – bieden
keire – kuieren
hier – huren
scheiër – schuiëren
bordier – borduren.
spaar – sparen.

Gebiedende wijs.

De gebiedende wijs is gelijk aan de onbepaalde wijs; zij behoudt voor 't meervoud dezelfde uitgang, b.v.

Toema – nemen – neem – neemt
bebe – drinken – drink – drinkt
corda – denken – denk – denkt
jama – roepen – roep – roept

Deelwoorden.

Het tegenwoordig deelwoord wordt in de gewoone spreektaal niet of zeer zelden gebruikt en dan nog alleen van de werkwoorden op a, e en i uitgaande.

De uitgang a werdt andoe, e en i verandert men iendoe, b.v.

corda – denken wordt cordandoe – denkende
ricibi – ontvangen wordt recibiendo – ontvangende
bebe – drinken wordt bebiendoe – drinkende.
[pagina 18]
[p. 18]

Het verleden deelwoord in den bedrijvenden vorm is geheel aan de onbepaalde wijs gelijk b.v.

mi a paga – ik heb betaald
bo a droemi – gij hebt geslapen
el a lamanta – hij is opgestaan.
nos a hunga – wij hebben gespeeld
boso a papia – gij hebt gesproken
nan a kere – zij hebben geloofd.

Het verleden deelwoord met lijdende beteekenis is niets anders dan de onbepaalde wijs, met de volle klemtoon op de laatste lettergreep, b.v.

desprecia – verachten.
E ta despreciá – hij is veracht.
gaba – prijzen.
E ta gabá – hij is geprezen.

Enkele werkwoorden van Nederl. oorsprong nemen het voorwerpsel ge aan bij de vorming van hun lijdend verleden deelwoord, b.v. mijn boek is gescheurd – mi boeki ta gescheer.

De volgende werkwoorden veranderen in het lijdend deelwoord de e van de onbepaalde wijs in i.

perde – verliezen.
mi ta perdi – ik ben verloren.

Evenzoo doet men met:

kennen – conoce
overtuigen – conbence
kiezen – scohe.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken