Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Face au mur (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van Face au mur
Afbeelding van Face au murToon afbeelding van titelpagina van Face au mur

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.89 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Face au mur

(1979)–Filip de Pillecyn–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 94]
[p. 94]

Een nieuwe Heimat

In het kamp is er een beweging ontstaan voor uitwijking. De wens gaat vooral naar Argentinië. Voor de boeren wordt echter op practische wijze de uitwijking naar Frankrijk georganiseerd.

Weinigen zijn er tegen; weinigen zijn er die de uitwijking als een soort desertie beschouwen. Wij zijn een caste geworden; ‘vergeet niet dat de maatschappij u heeft uitgestoten’, zei de adjunct-directeur. Feitelijk zijn de enige banden die ons hier zouden houden van sentimentele aard: er is te veel gewerkt en geofferd om het door uitwijking ongedaan te maken. Maar de meesten beseffen dat geen geestelijke verbondenheid ons nog vasthoudt aan dit land. ‘Heb ik geen recht, ik heb geen land’. Hoe profetisch kan een dichter zijn.

Wij weten wel dat niets duurzaam is wat een politieke oorsprong heeft; maar wij weten ook dat het kwaad blijft voortbestaan als de oorzaak er van reeds lang vergeten is. De meesten onder ons zijn trouwens sociaal aangelegde mensen, zij willen werken in de dienst van een gemeenschap. Men kan geen gemeenschap noemen een massa waarover niemand gezag en verantwoordelijkheid neemt. Wij hebben de indruk dat dit land geestelijk kapot is, zoals elk land waar de zin voor verantwoordelijkheid niet meer bestaat. En in de veronderstelling dat onze persoonlijke toestand verbetert, zien wij niet in dat het land ooit weer gezond kan worden.

Het is een troost te kunnen dromen van een ogenblik waarop de zee zal liggen tussen ons en het volk dat wij in de uitbarsting van zijn gemeenheid hebben leren kennen. Een nieuw vaderland stichten. Met een gesloten groep ergens in Zuid-Amerika, iets gezamenlijk kunnen verwezenlijken van de droom die ons heeft gedreven. En aan de kinderen die na ons komen het vizioen overleveren van een Vlaanderen dat gestorven is.

Het is voor velen een sterkende gedachte te mogen denken aan de dag waarop alle banden zullen doorgesneden zijn

[pagina 95]
[p. 95]

die ons met dit land verbinden. Wij laten hier onze doden in de grond waarin wij niet zullen rusten; de aarde die ons zal opnemen, zal ons reeds vertrouwd zijn door onze arbeid en door onze liefde. En het land over de Oceaan dat de kolonie van duizenden zal ontvangen, zal nooit spijt hebben over de verleende gastvrijheid. Want ik kan mij niet voorstellen dat er ooit een contingent van dergelijke kwaliteit voor kolonisatie-arbeid optrok dat het onze waard zou zijn. Er wordt spaans geleerd; het is geen voorbijgaande gril. Als het niet uitgevoerd wordt zal het niet aan ons liggen. Er is rust en hoop in mij gekomen sedert ik mijn naam voor de uitwijking heb opgegeven. Misschien is het een illusie, maar wie kan het zonder illusie volhouden in het leven?

Over Zuid-Afrika wordt weinig gesproken. Het is wonder hoe, spijt de sentimentele toenadering van congressen en liederen, het land zelf voor ons weinig aantrekkingskracht bezit. Het beeld dat wij uit de literatuur van daar krijgen is hard en schraal. En wij kunnen er ons leven niet zien.

Maar boven alles staat deze hoop: die gezichten niet meer zien, die parade van hypocrisie niet meer moeten bijwonen, niet opgenomen worden in de rotheid en het verval. En kunnen leven ondereen, in de grote ruimten waar zee, vlakte en wouden u meer kunnen schenken dan het gestoorde mierennest waarin wij hier zitten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken