Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Face au mur (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van Face au mur
Afbeelding van Face au murToon afbeelding van titelpagina van Face au mur

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.89 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Face au mur

(1979)–Filip de Pillecyn–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 119]
[p. 119]

Habitués

Er zijn er die tientallen keren ganse dagen in de kelder doorbrengen. Het zijn de mannen die tot een groep behoren; als iemand van de gerechtelijke politie een paar leden van de groep wil ondervragen, wordt heel het gezelschap opgecommandeerd. Het duurt maanden aan een stuk, dag voor dag, van vijf uur 's morgens tot laat in de avond, kelder, kettingen, gendarmen.

De confrontaties brengen wat afwisseling. Wij zitten met een veertigtal op de banken van de kelder en voor ons defileren allerlei mensen die een aanklacht hebben ingediend tegen de Brigade Z. Zij komen nu degenen herkennen die ze hebben aangehouden. Het geheugen is onvast; die mensen komen met gespannen gezicht en kijken de rijen af. Bank na bank staat recht. Een man komt op mij af; hij bekijkt mij aandachtig, aarzelt en schijnt het met zichzelf eens te zijn geworden dat ik hem aangehouden heb. Ik glimlach, de mannen rondom mij hebben er plezier in; de man ziet het en wordt wantrouwig. Hij knikt neen en gaat voorbij.

Meer dan een is het slachtoffer geworden van een vage gelijkenis of een ontrouw geheugen. Het geacht publiek wordt door de dagbladen opgeroepen, foto's worden gepubliceerd; zij komen, zij menen te herkennen, zij verklaren onder eed. Er zijn ook groeperingen waar beslist wordt in welke zin zal moeten getuigd worden; en de hand wordt opgestoken, God wordt tot getuige genomen, en dat allemaal zonder haat en zonder vrees. Een getuige roept tot een beklaagde: ‘Het spijt mij dat ik u niet heb neergeschoten’. In zijn dorp waren op 3000 inwoners 300 aanhoudingen in de September- en Meidagen. Hoeveel valse eden zouden er in dit land van de burgerdeugd zijn afgelegd?

De habitués van de kelder gaan er zonder merkbare tegenzin naartoe. Ook dat wordt men gewoon. Verschillende van deze jonge mannen staan er zwaar voor; er werd nogal met de revolver gewerkt in de laatste weken vóór September

[pagina 120]
[p. 120]

1944. De jongeren zien er onbezorgd uit; het heeft er alle schijn van dat de ‘knagende worm’ tot de verdwenen soorten behoort. Dat meer dan één geestelijke het zijne daartoe bijgedragen heeft, kan moeilijk ontkend worden. Een celgenoot, gelovig katholiek en ernstig man, kreeg tijdens de bezetting het bezoek van een pater uit het Brusselse; die was ongerust; een biechteling had hem gevraagd of het zonde was een rexist neer te schieten, en de pater had neen gezegd; nu was hij ongerust, misschien had hij met een provocateur te doen gehad. Deze technieker van de moraal had geen gewetensknaging omdat hij de politieke moord uit de zondenlijst had geschrapt, maar hij was bezorgd om zijn veiligheid. Mijn celgenoot gaf hem de raad onder te duiken, wat hij dan ook deed.

Van het ogenblik dat politieke moord wordt aangemoedigd door hen die ze moeten straffen, dat roofmoord en moord uit persoonlijke vete tot de patriottische gerechtigheid worden gerekend, dat geestelijk gezag moord aanvaardbaar verklaart als ze gaat wit tegen zwart, of rood tegen zwart, zijn wij teruggevoerd naar de jungle. Ook de krijgsraad is een verschijnsel van de jungle.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken