Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Cultuur als confrontatie (1999)

Informatie terzijde

Titelpagina van Cultuur als confrontatie
Afbeelding van Cultuur als confrontatieToon afbeelding van titelpagina van Cultuur als confrontatie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/pamflet-brochure
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Cultuur als confrontatie

(1999)–Rick van der Ploeg–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 77]
[p. 77]

Bijlage 2

A Subsidie per bezoek

Gemiddelden over 1994 t/m 1997 (in guldens)

Dans 105
Muziek 74
Muziektheater 216
Theater 90
Musea 25
Aantal instellingen: Dans 12, Muziek 31, Muziektheater 4, Theater 50, Musea 23.

De verhouding tussen publieksinkomsten volgens aangescherpte definitieGa naar voetnoota en totaal subsidie in 1997Ga naar voetnootb

Dans 18 : 82
Muziek 28 : 72
Muziektheater 22 : 78
Theater 15 : 85
Musea 21 : 79
Aantal instellingen: Dans 12, Muziek 31, Muziektheater 4, Theater 46, Musea 23.



illustratie

[pagina 78]
[p. 78]

B Classificatie podiumkunsten ten behoeve van het subsidie-per-bezoek criterium en verhouding tussen publieksinkomsten en subsidies

Podiumkunst-
gezelschappen per discipline (aantal instellingen)
Bezoek per jaar gemiddeld over de periode 1994 t/m 1997 (× 1000) Subsidie per bezoek gemiddeld over 1994 t/m 1997 (in guldens) Verhouding publieksinkomsten tot totaal subsidie in 1997
Dans (12) 446 105 18 : 82
• grote gezelschappen (4)Ga naar voetnoota 331 114 18 : 82
• kleine gezelschappen (8) 115 79 18 : 82
Muziek (31) 1.584 74 28 : 72
• symfonische orkesten (10)Ga naar voetnootb 1.181 91 24 : 76
• grote steden (4) 800 71 30 : 70
• overige steden (6) 381 133 16 : 84
• barok orkesten (4) 165 7 82 : 18
• ensembles (17) 237 35 36 : 64
Muziektheater (4) 245 216 22 : 78
• opera (3) 179 264 22 : 78
• operette (1) 67 88 22 : 78
Theater (50) 849 90 15 : 85
• toneel (27) 568 108 14 : 86
• grote gezelschappen (8) 439 99 15 : 85
• kleine gezelschappen (19) 128 140 13 : 87
• jeugdtheater (13) 210 54 18 : 82
• mimegroepen (6) 32 89 14 : 86
• poppentheater (4) 40 27 37 : 63

bron: Jaarrekeningen 1994 t/m 1997 (financiën), CBS Kerngegevens per gezelschap 1993/1994-996/1997 (bezoeken); gegevens: OCenW-subsidie, overige subsidie (provincie en gemeente); publieksinkomsten, overige inkomsten; betalend bezoek in binnen en buitenland; populatie: rijksgesubsidieerde podiumkunstgezelschappen, exclusief de gezelschappen die sinds 1997 geen subsidie meer ontvangen en exclusief het Nederlands Ballet Orkest



illustratie

[pagina 79]
[p. 79]

C Classificatie musea ten behoeve van het subsidie-per-bezoek criterium en verhouding tussen publieksinkomsten en subsidies

Musea per categorie (aantal instellingen) Bezoek per jaar gemiddeld over de periode 1994 t/m 1997 (× 1000) Subsidie per bezoek gemiddeld over 1994 t/m 1997 Verhouding publieksinkomsten vs totaal subsidie in 1997Ga naar voetnoota (in guldens)
Wetenschappelijke musea (4)Ga naar voetnootb 205 122 3 : 97
Kunstmusea (4)Ga naar voetnootc 2.726 16 30 : 70
Cultuurhistorische musea (15)Ga naar voetnootd 1.782 29 19 : 81
Totaal / gemiddeld 4.713 25 21 : 79



illustratie

voetnoota
Volgens de aangescherpte eigen-inkomstenmaatregel mag het totale subsidie niet meer bedragen dan 85/15 (vijfentachtigvijftiende) van de publieksinkomsten.
voetnootb
De hier gepresenteerde verhoudingen zijn gemiddelden. Hoewel alle sectoren voldoen aan de gestelde norm, zijn er binnen de genoemde sectoren instellingen die er niet aan voldoen.
voetnoota
Het onderscheid tussen grote en kleine dans- en toneelgezelschappen is gebaseerd op het criterium of een gezelschap voornamelijk de grote of de kleine zaal bespeelt.
voetnootb
Subsidie-per-bezoek van de orkesten is inclusief het bezoek aan begeleidingen; aandeel publieksinkomsten orkesten is gecompenseerd voor begeleidingen.
voetnoota
De publieksinkomsten hebben alleen betrekking op de entreegelden.
voetnootb
De wetenschappelijke musea zijn: Museum Boerhaave, Rijksmuseum van Oudheden, Koninklijk Penningkabinet, Rijksmuseum voor Volkenkunde. Het Nationaal Natuur-historisch Museum/Naturalis is niet in de berekeningen meegenomen, omdat het museum in de periode 1995-1997 gesloten was in verband met ver- en nieuwbouw.
voetnootc
De kunstmusea zijn: Kröller-Müller Museum, Mauritshuis, Rijksmuseum Amsterdam, Van Gogh Museum. Het Rijksmuseum Twenthe is niet in de berekeningen meegenomen, omdat het museum in 1994 en 1995 gesloten was in verband met ver- en nieuwbouw.
voetnootd
De cultuurhistorische musea zijn: Afrika Museum, Catharijneconvent, Joods Historisch Museum, Museum van het Boek, Nederlands Openlucht Museum, Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam, Paleis Het Loo, Princessehof, Teylers Museum, Zuiderzeemuseum, De Gevangenpoort, Huis Doom, Kastelenstichting Holland en Zeeland, Slot Loevestein, Muiderslot.

Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken