Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groots in eenvoud (2015)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.25 MB)

ebook (3.65 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Editeur

Tim Neutelings



Genre

poëzie

Subgenre

bloemlezing


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groots in eenvoud

(2015)–Jack Poels–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Een beredeneerde bloemlezing na dertig jaar Rowwen Hèze


Vorige Volgende

Dag geluk

 
Dag geluk, wat leuk
 
komde geej sinds lange tied wir 's beej meej
 
op bezeuk, woar ziedde toch gewest
 
weej zate same op ow zelf gemakt terras
 
aalt in de zon, korte boks, plastic tas
 
gen gevoar, gen geweld
 
allien 't goude koare op 't veld
 
 
 
dag geluk, wat leuk
 
ow pensele, owwe trots 'n taffel vol
 
alde beuk, de koffie altied kloar
 
in d'n berm boete bij 't restaurant
 
langs de tractors in 'n wolk van zilverzand
 
elke daag di waas nij
 
als de nate verf op ow schilderij
 
 
 
d'r stiet 'n tas op de gang
 
en die tas die lacht nar meej
 
ze wacht al zolang en soms zet ze heej
 
wannier goan weej enne kier same nar boete toe
 
en dan wil ik dat wal vertelle, mar ik wet nog ni hoe
 
 
 
dat ik dat moment zolang heb oetgesteld
 
misschien bin ik bang dat 't straks teage velt
 
mar oeit dan loepe weej wir, dor 't vochtige
 
zomergraas en dan zeggen weej teage elkaar:
 
alsof 't gisteren waas

(Poels, CD: Rodus en Lucius, RHUM 2006)



illustratie

Bij Dag geluk is een spanningsveld aanwezig tussen een auteursgerichte en een formeel-tekstuele benadering van de tekst. Poels schrijft vanuit zijn referentiekader, vanuit zijn herinneringen en ervaringen, maar niet elke luisteraar heeft zin en tijd om die achtergronden te achterhalen. De luisteraar zal zijn eigen referentiekader gebruiken bij het lezen van de tekst. De vraag is aansluitend welke eigenschappen teksten hebben die veel ruimte laten voor eigen interpretaties.

Eerder zagen we bij Dichter bij ow, Liefde en De zwarte plak ook veel open plekken die ruimte laten om te luisteren vanuit je eigen referentiekader. Ook zullen we het nog zien bij Twieje wurd, Vlinder en Vur altied is vurbeej. De gedichten laten zich op meerdere wijzen interpreteren, de tekst zet aan tot nadenken en het invullen van mogelijke open plekken gebeurt door de luisteraar. Doordat hij formele tekstkenmerken bespeurt, of misschien gewoon tijdens het luisteren in zich opneemt, wordt hij gedwongen iets met de tekst te gaan doen. Er moet in die teksten veel herkenbaars zitten, en eigenschappen die opvallen. De eerste zin van Dag geluk, waar de personificatie wordt ingeleid die de rest van het gedicht wordt volgehouden, valt meteen al op en zet de luisteraar op scherp.

 

De ‘ik’ praat hier tegen zijn geluk en wel geheel in de traditie van de romantiek door terug te gaan naar zijn jeugd met aanvoering van een landelijke omgeving. In de eerste twee coupletten denkt hij terug aan zijn vroege geluk. Het besef van alles wat de ‘ik’ gelukkig maakt, en het geluk van heel Rowwen Hèze lijkt te zijn, wordt in het geluk zelf, als een personage neergezet.

 

Zeer interessant is de merkwaardigheid dat de tekst in medias res (in het midden van de zaken) begint. Het inhoudelijke begin lijkt zich bij strofe drie te bevinden. Met een ritmeverandering en door de flexiewisseling van verleden naar tegenwoordige tijd in die strofe lijkt dit onderstreept te worden. Het plotselinge einde van het gedicht lijkt hiermee verklaard: lees nu verder vanaf strofe één en het is weer een chronologisch lopend gedicht. Na regen komt zonneschijn lijkt een onderliggend thema, hoewel dit gedicht begint met zonneschijn. Merkwaardig.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken