Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het masker van de wereldt afgetrocken (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het masker van de wereldt afgetrocken
Afbeelding van Het masker van de wereldt afgetrockenToon afbeelding van titelpagina van Het masker van de wereldt afgetrocken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.57 MB)

Scans (19.17 MB)

ebook (7.34 MB)

XML (0.89 MB)

tekstbestand






Editeurs

Edward Rombauts

J. Salsmans



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het masker van de wereldt afgetrocken

(1935)–Adriaen Poirters–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Toe-maetjen.

ICk moet hier ten naesten by-voeghen de leeringhe van een gheestigh Sinne-beeldt, ghevonden by sijneGa naar margenoot+ Excellentie Don Diego Saavedra, kortelincks volmachtigh Ghesandt tot Munster in de al-ghemeyne vredehandelinghe. Desen (om uyt te drucken het bekent versje:

 
Omne tulit punctum qui miscuit utile dulci,Ga naar voetnoot1.

dat is te segghen:

 
Den dien treft alleen de saeck,
 
Die winst kan menghen met vermaeck)

schildert twee biekens die de ploegh trecken: welcke hem getoont zijn gheweest van sijne Heyligheyt Vrbanus den VIII. ghegraveert in kostelijck ghesteent, ghevonden ten tijden vande oude Romeynen. De biekens voeghen de soetigheydt van den bie-korf, by't profijt van de ploegh en lantbouwinghe. Dese leeringhe dan soeck ick in dit boecxken te volghen: hier wat profijtelijcks, daer wat ghenughelijcks; uyt onse voor-gaende Aenspraeck kont ghy Philothea, soo't u belieft, profijt

[pagina 166]
[p. 166]

raepen, hier in 't Toe-maetjen moghje een lacchende blommetje lesen.

Ga naar margenoot+ Ettelijcke Jonckers ende Joffrouwen quaemen seker Edelman op sijn huys, dat een mijltje van de stadt lagh,Ga naar voetnoot1. onversiens besoecken. Hy hiet het gheselschap datelijck willekom, ende seyde datse nu eens saemen moesten uyt de borst lustigh vrolijck wesen. Tot dien eynde riep hy sijnen knecht (die den naem hadde van een boodtschap met alle spoedigheydt te vol-brenghen) dat hy op staende voet het peert soud' sadelen, en met eenen vollen galop in de stadt soud' gaen haelen 'tghene den Kock noodigh soud' oordeelen, om de maeltijdt tot genoeghen der gasten op te richten. Den jonghen en hadd' gheen vieren-deel uers uyt de kamer gheweest, of den Huysheer seyd' tot het gheselschap: nu is hy al halfwegen. Korts daer naer sprack hy weder: nu gheloof ick dat hy aen de stadt moet wesen. Een ooghenblick daer naer: nu denck ick is hy al in 't weder-keeren met de provisie. Een half ur'tje daer naer seyd' wederom: nu reken ick dat hy niet verre van hier en kan wesen. Naer een korte pause, al of hy den knecht hadde sien af sitten, riep hy seggende: Ian waer zijt ghy? Jan verscheen op den staende voet tot verwonderinghe van de gasten, en seyde: Meester ick en kan den toom niet vinden. Ick laet u eens peysen, Philothea, of daer lacchens heeft ontbroken. Hoe dickwils gheschiedt daghelijcks in de oorloghs tijdingen, als de Leghers in't velt zijn? men roept terstondt: de stadt is beleghert, men is besigh met mineren. Daer is een convoy gheslaghen, 'tgarnisoen wil sich over-gheven met bespreeck datse voor geen prisoniers de guerre aen-ghehouden sullen worden. Dit roeptmen, dit schrijftmen, dit ghelooftmen, en als den kreupelen bode komt, die seght: Meester ick en kan den toom niet vinden, en ons Legher light noch in de eerste place d'Armes.

[pagina 167]
[p. 167]

Souje hier noch wel een woordeken of twee mededraghen Philothea? kom ick sal't kort maecken. Een out Beste-moertjen dat om geenen dooden Koninck en soud'Ga naar voetnoot1. hebben willen sterven, sat de vrienden over-al in de wegh, want sy verlangden om haer hondeken wat teGa naar voetnoot2. vloyen, sy seyden datse haer moest haesten, datse van S. Peeter soud' bekeven worden. Maer neen, Bestjen, alsGa naar voetnoot3. half Meert gepasseert was, seyd' altijdt datse wederom eenen nieuwen pacht ghemaeckt hadde: voorders dat Godt gheen gegeven vleesch en nam. En tot slot:Ga naar voetnoot4.

 
Stae ick op het rolleken
 
Soo kost het my mijn bolleken,Ga naar voetnoot5.
 
En stae ick op het rolleken niet,
 
Soo en kostet my mijn bolleken niet.

Een ander voor de Herberghiers.

 
Hy moet gauw zijn die wil tappen, en wijn verkoopen,
 
En noch veel gauwer die met het gelagh wil deur-loopen.

Voor u als ghy werckt.

 
Hy besteet hier wel sijnen arbeydt
 
Die sijnen kost wint ter saligheydt,

Voor u ghebuerinneken.

 
Daer was noyt soo quaede Moeder,
 
Of sy en hadd' noch gheerne een goede Dochter.

Noch een onnoosele, maer snedighe beantwoordinghe.

[pagina 168]
[p. 168]

Een jongh Knechtjen ghevraeght zijnde in de Christenleere, welcke het beste Gheloof was, dat van Luther, of Calvinus &c., of het Roomsch? hy antwoorden: HetGa naar voetnoot1. beste Gheloof is ghereet geldt. Den Lecker die treftender sommighe, die meer houden van het Kisten Gheloof, als van het Christen-gheloof.

margenoot+
Symbola Saavedra
voetnoot1.
D. Saavedra (+ 1648) schreef Idea principis christiani, centum symbolis expressa (o.a. Brussel, 1649).
margenoot+
De Bruyn
voetnoot1.
Waarschijnlijk is De Bruijn (ook verder) Jan de Brune: zie blz. 144. Hij gaf in 1643 een bundel proza uit: Toetsteen der Vernuften.
voetnoot1.
Dat niet haastig was om te sterven. Misschien komt de uitdrukking van de heidensche gewoonte van bij 's Konings dood sommige van zijn onderdanen te dooden om hem in het andere leven te dienen.
voetnoot2.
Van vlooien ontdoen (captare pulices, Kil.), wat hier beteekent haar erfenis opstrijken (volgens de andere beteekenis van vloyen, bij Kil., n.l. marsupium compilare). Zie ook De Cock, no. 432.
voetnoot3.
S. Pieter, portier des hemels, zou haar bekijven, als ze zoo laat kwam. - Ouderlingen sterven meest in den winter.
voetnoot4.
Wellicht toespeling op Schriftuurteksten als Ps. 49, 13; Os. 8, 13, enz.
voetnoot5.
Het lijstje van den dood. Bolleken, mijn hoofd, mijn leven.
voetnoot1.
Woordspeling met geloof = krediet. Zie Wdb. der Ned. Taal, i.v. geloof, col. 1246. - Treftender = trof er.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken