Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De andere stad (2009)

Informatie terzijde

Titelpagina van De andere stad
Afbeelding van De andere stadToon afbeelding van titelpagina van De andere stad

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.94 MB)

Scans (0.76 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De andere stad

(2009)–Sybren Polet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Een labyrint


Vorige Volgende
[pagina 34]
[p. 34]

7

Breero was een dikke zeekoeachtige man die we vrijwel dagelijks passeerden. Zijn traagheid was zo groot dat hij vaak 's avonds antwoordde op een vraag die hem 's morgens gesteld was. Je passeerde zijn tuinhek, waarachter hij, halverwege de tuin, op de waranda zat in zijn schommelstoel uit Virginia, vs en je vroeg: - Hoe gaat het vandaag, Breero? Waarop Breero zijn blik op je richtte en, je aan- of eventueel nakijkend, begon te denken hoe het die dag met hem ging; en als je 's avonds weer langskwam en hij zat er nog, antwoordde hij, als hij de vraag niet vergeten was: - Goed.

- Houen zo! riep je dan.

- Wát? vroeg hij dan soms opmerkelijk snel, want het was een vraag die als het ware automatisch werd opgeroepen door de woorden van de ander en dus een waarover hij zelf niet hoefde na te denken.

- De tijd, de tijd! riep je dan. Of: - Jezelf! of: - Alles! Waarop hij genoeg na te denken had voor een hele avond en nacht. Mocht het antwoord te vroeg komen, dan kon hij altijd nog zichzelf een vraag stellen om de slapeloze tijd tot aan de morgenstond te vullen. Alleen stelde hij zichzelf waarschijnlijk nooit een vraag, terwijl de meeste vragen van anderen rimpelloos verdwenen in een reservoir, een neurale holte van vergeten vragen, een echoloze hal zo verlammend dat je erin oploste als je er alleen maar aan dacht.

Een materie-boeddha dacht je in het begin, een loeris die al nietsdoende zwaarder wordt, desnoods van lucht en schaarse vragen alleen. Weliswaar at hij, constant zelfs, maar het kauwen geschiedde eindeloos traag en wat hij at waren vrijwel alleen noten en zaden en dat zonder erbij te drinken, zodat hij daarvan niet echt dikker werd, niet dikker dan hij al was: zijn natuurlijke omvang, die zich gewoon op peil hield en wat wordt van een mens anders verwacht dan dat.

[pagina 35]
[p. 35]

Als het donker werd of te koel ging hij naar binnen, waar hij, wisten we, zich overgaf aan louter langzame activiteiten - geen televisie dus, want dit medium was voor hem supersnel -, activiteiten als: het turen in een trage zwaarteloze aquariumwereld of op heldere wolkenloze nachten door een sterke kijker turen in een weliswaar twinkelende maar roerloze sterrenwereld; beide kon hij uren volhouden zonder zich noemenswaard te bewegen, hij kon er totaal in verzinken zonder zich van het verstrijken van de tijd bewust te zijn, ja, hij zou het dagen achtereen gedaan hebben als hij niet door het daglicht, een knagend muizengroot hongergevoel of zijn huishoudster uit zijn nirwana-achtige toestand gerukt werd.

Wat zag hij? Misschien alleen maar wat hij zag en niets meer, zelfs niet een verband tussen het voorgaande en het volgende beeld? Als men een naakte vrouw voor het aquarium zou plaatsen zou hij ook uren naar haar blijven staren, dat wil zeggen naar hetzelfde punt, haar navel bijvoorbeeld, om erin te verzinken en niet meer boven te komen als ze zich niet bewoog en wanneer ze zich bewoog zou hij een seconde later al niet meer weten waarin hij een ogenblik tevoren verzonken was geweest. Waarschijnlijk kon hij evenmin in zichzelf opgaan, tenzij in een gefixeerd ik, zo dat al bestond of in hem bestond en eigenlijk hoorde hij op mijn vraag: Hoe gaat het met je? te antwoorden: Met wie? Maar dat kwam misschien nog, dachten we, als hij ouder werd of leger.

En dat moment was sneller gekomen dan verwacht en anders dan verwacht, althans voor ons, want op een dag zat Breero er niet. Breero zat er niet en we misten hem onmiddellijk, in meer dan één opzicht. Kou kon bij zijn verdwijnen geen rol hebben gespeeld, want de huishoudster had een paar verwarmingselementen laten aanbrengen zoals je op overdekte caféterrassen aantreft. Misschien was hij ziek of gewoon verkouden en heeft niet ieder mens recht op

[pagina 36]
[p. 36]

een bepaalde dosis ziekte zonder dat hij daarvoor verantwoording hoeft af te leggen. Toch, intuïtief, vanaf de eerste dag geloofden we dit niet. En pas toen, nadat zijn leegte zich in zijn volle omvang deed gelden - zijn schommelstoel stond er nog, met zijn lege contour erin, die in heel zijn abstracte massiviteit meedeinde op de wind -, pas toen beseften we hoezeer we aan hem gehecht waren geraakt.

De vierde dag belde ik aan, niemand deed open, wat een veeg teken was. Huishoudster ontslagen? Niemand in de buurt die iets wist, niemand had hem of haar weg zien gaan. En toen, kort erop, zagen we zijn foto in het Stadsblad, de advertentiekrant die gratis verspreid wordt onder niet-lezers en die je soms bij pakken op je stoep aantreft. Op zo'n pak, toegebonden met een touw, op de voorpagina van de bovenste krant, stond of liever troonde hij breeduit, onaangedaan als een boeddha, in een ouderwetse krulstoel van mahoniehout, die speciaal voor hem gemaakt leek te zijn.

Wat ontbrak was zijn gelaatsuitdrukking en vooral dit schokte ons, hoewel hij nooit erg veel gelaatsuitdrukking had gehad. Ik wurmde de krant uit het pak en las. Las ademloos.

Dezelfde middag nog zochten we hem op, in de kleine kermistent tussen de andere tenten, kramen en kermisattracties op het Stadionplein. Wie had hem hier in godsnaam naartoe gebracht? De huishoudster waarschijnlijk, want zij was het die onze misprijzende ogen ontmoetten nadat we de toegangsprijs van 2 euro 50 aan het loket hadden voldaan en binnentraden; ze had zich op enige afstand, schuin achter hem, opgesteld en hield haar blik op zijn schedel gericht alsof ze hem met die blik op zijn plaats hield.

Breero was in de korte tijd dat we hem niet gezien hadden fors in omvang toegenomen, waarschijnlijk volgevoerd en vetgemest door de huishoudster. Hij moet hier in een bestelwagen naar toe gebracht zijn, een taxi was uitgesloten. En ook nu at hij, van het tafeltje voor zich; vooral veel

[pagina 37]
[p. 37]

snoep, gebak en andere lekkernijen, zij het met kleine, bijna nuffige hapjes, wat een karikaturale indruk maakte en de mensen een lach ontlokte. Langzaam kauwend net als toen hij vrijwel alleen noten en zaden at keek hij met nietszeggende ogen voor zich uit; hij zag ons niet eens.

- Breero! riep ik zacht, nadat ik mij voor hem opgesteld had, Mirjam naast mij.

Breero reageerde niet, zelfs niet op zijn naam! En dit was de derde schok die wij kregen. Zelfs zijn naam betekende niets voor hem en waarschijnlijk was hij hem vergeten, was weggezonken in een volstrekte anonimiteit. Toen ik opkeek zag ik hoe de huishoudster vol wantrouwen haar wenkbrauwen fronste.

Ik blikte opnieuw in de ogen van Breero, de grondeloze, met een uitdrukking zo blanco en ingekeerd en - voor mijn gevoel - levenloos dat je er koud van werd; mijn hart sloeg een slag over en ik voelde een lichte angst in mij opkomen zoals die ook in het krantenartikel beschreven werd: de zuigkracht van de lege pupillen die je tegelijk afstootte, de aantrekkingskracht van de lege diepte die al groter en onheimelijker werd naarmate je er langer in keek. Ik keek erin en voelde mij al leger en leger worden, opgaand in een holle, al holler wordende ruimte die veel meer dan alleen Breero en zijn omgeving omspande, een holte als een leeggestroomde oceaan waarin ik alleen dreigde te zullen staan wanneer ik niet...

En het einde was nog niet in zicht.

Waarschijnlijk had ik mijn hand hulpeloos zijwaarts bewogen, want Mirjam pakte hem vast, een reddend gebaar. En langzaam voelde ik mij weer omhoog zweven, althans voor zover een deel van mij niet in de grote leegte was achtergebleven, tijdelijk of voorgoed.

- Breero! riep ik hem opnieuw zachtjes toe, Breero! alsof ik mijzelf ermee terug wilde roepen.

Maar de lege blik bleef ongericht, of was ze nóg iets le-

[pagina 38]
[p. 38]

ger? vertrouwd leeg? - blik die zelfs niet door mij heen keek en die mij even mijn ogen neer deed slaan vanwege de intense nietszeggendheid erin.

Toen ik ze weer opsloeg was het of er uren, zo niet dagen of weken verstreken waren, tijd die in de grote leegte achtergebleven was, mijn tijd. Ik huiverde.

Hoewel Breero's blik geen verandering had ondergaan, was hij wel met eten gestopt, zij het dat zijn voortanden in de lege mond nog even bleven doormalen. Was iets van het alarmsignaal dat zijn naam was toch tot hem doorgedrongen?

Op dat moment schoot de huishoudster toe. Ze pakte een brokje boterkoek van de tafel en duwde het op de mondspleet. De lippen openden zich automatisch, tanden hapten in de koek en begonnen de spijze te vermalen.

- Ga weg! siste ze tegen ons.

We gingen.

 

Buitengekomen leek ook de wereld leger en we vroegen ons af of we hem ooit nog zouden zien, hoewel ik niet eens wist of ik dit wel wenste, ja, of ik niet veeleer bang was hem te ontmoeten, op onverwachte momenten in de stad of in een nachtmerrie.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken