Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De andere stad (2009)

Informatie terzijde

Titelpagina van De andere stad
Afbeelding van De andere stadToon afbeelding van titelpagina van De andere stad

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.94 MB)

Scans (0.76 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De andere stad

(2009)–Sybren Polet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Een labyrint


Vorige Volgende
[pagina 218]
[p. 218]

40

In het keldergat lag een los, dit keer bij de lies afgesneden been, ontzagwekkend naakt, obsceen, wit, behaard. De knie was ietwat gebogen alsof het been onverwacht kon opspringen en aan de loop gaan, op z'n eentje.

De brigadier stond erbij met een enigszins verongelijkt gezicht, alsof de rest van het lijk hem door de neus geboord was, een afwezig lijk dus, waar hij rechtens aanspraak op kon maken. Een zwakke suggestie in die richting en hij zou zijn boekje tevoorschijn halen om het been te verbaliseren.

Met de aandacht van het publiek wist hij nog minder raad dan met zijn goedgevulde uniform en hij toonde zich opgelucht toen detective Perdox zich bij hem vervoegde en zijn identiteitsbewijs liet zien.

Perdox boog zich dieper over het keldergat. Het was niet waar! Om de middelste teen zat een gouden ring met een agaat erin. Pervers. Perfide.

- Griezelig hoor, zei iemand naast hem.

- Niet griezeliger dan een afgehakte hand met een trouwring eraan.

- Nog zo'n griezel, zei de stem. Misschien is het wel de dader.

- Zoek de dader in zijn woorden, zei hij.

- Grap met een snor, zei de ander, en een paar grijze haren.

Detective Perdox keek op. - Verrek, ben jij het, zei hij. Hoe kom je hier?

Hij werkte zich door de omstanders heen, verloor hem daarna uit het oog. Zonder een moment te verliezen liep hij, als op de hielen gezeten door het been, op de hal van het hoge kantoorgebouw toe dat samen met een aantal andere gebouwen deel uitmaakte van een soort Atlantisch stenen woud, een verticale wildernis met onzicht-

[pagina 219]
[p. 219]

baar uitgesleten paden ertussen. En terwijl hij doorliep was het even of alle hoge gebouwen om hem heen begonnen te tikken als metronomen en licht te zwaaien.

Even ook had hij nog het gevoel gevolgd te worden, door het been, maar na het betreden van de immense hal verdween ook deze sensatie, samen met andere onbestemde sensaties, die plaats moesten maken voor meer concrete.

Na zich in de portiersloge gelegitimeerd te hebben en een formulier ingevuld met persoonsgegevens - een handeling die hem altijd het gevoel gaf tegen zijn zin gefixeerd te worden via handen en vingers die tijdens het schrijven niet meer helemaal de zijne waren - kreeg hij toestemming omhoog te gaan in het verticale labyrint. De zoektocht in het enorme archief kon beginnen, het gerichte delven, en het was met een al groter wordende beklemming dat hij op de lift toeliep en zich in wachthouding voor de deuren opstelde, alsof luchtdruk en zwaartekracht toegenomen waren.

Pas bij de tweede cabine die neerdaalde en klingelde stapte hij in, zich maar al te goed het verhaal herinnerend dat hij de dag ervoor gelezen had. Het speelde zich af in eenzelfde type kantoorgebouw als dit, twintig à vijfentwintig verdiepingen hoog, met een archief waarin de individuele gegevens en gedragingen van alle stadbewoners lagen opgeslagen, een Stasi-achtig sf-geval, wriemelend van de duizenden rechtop lopende mieren op zoek naar hun geïnterpreteerde verleden, bedrukt, angstig, zwijgend.

er waart een spook door de wereld, dat is het spook van de herinnering, zou je als motto in het marmer van de hal kunnen laten beitelen.

De hoofdpersoon. Overal om hem heen dus driftig zoekende mensen en anderen die hun archief gevonden hebben en na het gelezen te hebben afdruipen: met gebogen schouders, geschokt, verwilderd, ineengeschrompeld

[pagina 220]
[p. 220]

tot een dwerg, gedeformeerd tot gedrocht, een enkeling daarentegen stralend als een beschermengel van zichzelf.

De speurtocht van de hoofdpersoon verloopt al nerveuzer en wanhopiger, evenals, lijkt het, de egoarcheologie van zijn medeburgers. Tot hij, geleid door zijn intuitie - er heerst in het archief geen strikt alfabetische volgorde, mogelijk een verstoorde of anders gecodeerde en nog onontraadselde orde? - op zijn kartonnen ordner stuit. Hij opent hem met trillende vingers en leest, ontdekt tot zijn verbijstering dat alle vellen in zijn eigen handschrift beschreven zijn.

Hij leest hongerig wat er staat, maar het is als een spiegel die van binnenuit beslaat: je spiegelbeeld ademt jou onzichtbaar. Je vermoedt jezelf achter de mist, maar het kan ook iemand anders zijn, iemand die jouw plaats heeft ingenomen en misschien, als de wasem optrekt, staat er wel helemaal niemand: je spiegelbeeld is heimelijk weggegaan en jij staat volstrekt ontheemd voor het glas, blikkend in een leegte die verontrustender is dan enig andere.

Dit gevoel had de man toen hij de vellen probeerde te lezen. Al ademend had hij zichzelf van binnenuit onzichtbaar gemaakt.

Hij stapte de liftcabine in, bedrukt, alsof hij zijn retrograde lot al ondergaan had, voorzien had, voorzien had wat hem vandaag ten deel zou vallen; maar tegelijk voorvoelde hij dat dit nog maar het begin was en vooral dat beklemde hem toen hij geruisloos in de hoogte werd geschoten.

Je eigen handschrift vervalsen, dacht hij, zo goed dat je de vervalsing zelf niet meer doorziet.

De lift stopte en de deur roetste open. Voor hem lag zijn prehistorie, klaar om gedolven te worden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken