Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dag na de vorige dag (2010)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dag na de vorige dag
Afbeelding van De dag na de vorige dagToon afbeelding van titelpagina van De dag na de vorige dag

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.57 MB)

Scans (6.18 MB)

ebook (3.30 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dag na de vorige dag

(2010)–Sybren Polet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Een oversprong


Vorige Volgende

27

In Apenheul, zoals het genoemd werd - een van de populairste attracties van het stadspark - liepen de primaten vrij rond en van hen trokken de dwergchimpansees of bonobo's het meeste bekijks; hun domein was een van de grootste van Europa en je kon bijna zeggen dat ze er nog net niet volledig heer en meester waren. Vaak rechtop lopend, communiceerden ze, tweede en derde generaties gebarentaalchimps, grotendeels in de doofstommentaal die de mens hun grootouders en ouders bijgebracht had en die deze aan hen hadden doorgegeven. Iedere nieuwe generatie bleek tien procent intelligenter en beheerste meer taal dan de voorgaande.

[pagina 102]
[p. 102]

Enkele exemplaren beschikten - het was hún bezit - over een elektronisch toetsenbord om met de verzorgers en ethologen te communiceren en zo nodig met elkaar; het oude type toetsenbord telde 64 symbooltekens die een breed informatieveld bestreken, het nieuwe een veelvoud daarvan. Terwijl hij zich voor het hekwerk van gevlochten staaldraad opstelde zag hij twee bonobo's met hun elektronische laptop behoedzaam en apetrots rondlopen.

Vrijwel alle chimps droegen een aluminium of kralen halsketting met bedeltjes om de hals; de meeste hadden met gekleurde aarde, die voor dit doel in hun domein was gedeponeerd, strepen en tekens op hun nu nóg menselijker aandoende gezichten aangebracht. Enkele aten van de vruchten die over het terrein verspreid lagen, ongehaast: er was genoeg voor iedereen, de hele dag door, iedere dag opnieuw. Welvaartsapen. Geen wonder dat ontsnapte exemplaren zonder uitzondering uit zichzelf binnen de omheining terugkeerden. Halfwegapen, geil als geen andere soort. De godganse dag door werd er getongzoend en getokkeld en wel - als enige uitzondering onder de dieren - in missionarishouding, waarbij ze aandachtig elkaars gelaatsuitdrukkingen opnamen en breed grijnzend savoureerden, niet zelden aangevuurd door de toeschouwers achter het hek. Ertussendoor masturbeerden de mannetjes zichzelf en elkaar soms, zonder het overigens ooit tot een climax te laten komen.

Een van de superchimps met een toetsenbord, een man-

[pagina 103]
[p. 103]

netje, had met complexe gebaren de aandacht getrokken van een vrouwtje met een plastic zonnebrilletje op haar voorhoofd en haar naar zich toegewenkt. Ze kwam parmantig slungelig aangelopen en haar vlakke hand in de hoogte brengend plaatste ze die even tegen de opgeheven hand van het mannetje zoals ze dat haar verre naneven had zien doen. Daarna zette het mannetje zijn laptop op een vlakke boomstronk, duwde het deksel op en sloeg enkele toetsen aan. Wachtte af. Het vrouwtje nam kennis van de symbolen en tikte met een stijve vinger ook op een paar toetsen. Het mannetje grijnsde. Daarna stak hij haar de banaan toe die hij in zijn linkerhand achter zijn rug verborgen had gehouden. Ze grijnsden nu beide. Daarop - de banaan werd niet opgegeten maar terzijde gelegd - vervolgden ze hun spel op het toetsenbord.

Via natuurfilms op de televisie - minstens iedere twee maanden werd op een van de zenders wel een documentaire over het bonoboparadijs getoond - had iedereen kunnen kennisnemen hoe opmerkelijk de ontwikkeling binnen de kolonie verliep en hoe ingrijpend de invloed van de buitenwereld was op het gedrag van deze intelligente dieren, die in evolutionair opzicht het dichtst bij de mens stonden. Vaak geziene gebaren werden overgenomen - in de onderkomens van de dwergchimps stonden ook enkele tv-toestellen -, waaronder met een vinger naar het voorhoofd wijzen en het maken van ritssluitinggebaren, door mannetjes én vrouwtjes: beide dingen deden ze momenteel veelvuldig. Sommi-

[pagina 104]
[p. 104]

ge dieren maakten ritmische danspasjes en klapten daarbij in hun handen; bij het zien van dansende derwisjen en gospelsingers gedroegen zij zich zeer geëmotioneerd en opgewonden.

Hij besloot naar binnen te gaan; liet zich aandienen bij de directie en overhandigde zijn introductiebrief. Slechts eens per maand werd, om de dieren niet te overbelasten, een verslaggever, buitenlandse etholoog of anderszins geïnteresseerde toegelaten en onder begeleiding rondgevoerd.

Even later stonden ze met z'n tweeën in het mensapendomein, om hen heen de als altijd nieuwsgierige bonobo's. En tot zijn intense genoegen waren ze er allemaal, alleen werkelijker: hoe dichterbij hoe werkelijker: ook de mannetjeschimp met een halve goggel voor het halfblinde oog. Hij kon er weer goed mee kijken en hij hield het ding dag en nacht voor als was het een horlogemakersloep. Overdag fixeerde hij er bezoekers mee, zich vermeiend in hun reacties; vrouwen voelden zich soms onbehaaglijk onder zijn starende blik, evenals trouwens onder de blikken van de andere geile mannetjes.

En dan was er de exhibitionistische chimp met zijn vier, vijf halskettingen, volgehangen met kleine plastic figuurtjes, bedeltjes en decorstukjes van een speelgoeddoos. En dan de beroepsverveelde die aaien langs zijn voorhoofd gaf. De acrobaat. En al de anderen die hij mede aan hun individuele gelaatsuitdrukkingen herkende, en dat hij ze herkende gaf hem een opgewonden gevoel.

[pagina 105]
[p. 105]

Ze liepen rond, hij zekerheidshalve nog met een wandelstok. Neef Didi was alweer uit het zicht verdwenen, met liefdevolle afkoopsom. (Je moet je familie te vriend houden.) De etholoog-gids legde uit wat hij grotendeels wel wist: het leven en de gedragingen van bonobo's waren bekender dan dat van sommige bevolkingsgroepen in de buitenwijken. Soms pakte een van de chimps zijn hand en liet die kort erop weer los. In een uithoek van het domein had een tiental chimps zich in een kring geschaard rond een groot uitgevallen vrouwtje dat, net als een aantal andere, ook een plastic zonnebrilletje op haar voorhoofd droeg. Ze bevochtigde haar wijsvinger in een kuiltje met een modderachtig rood mengsel, volgens de etholoog gevormd van hematiet en halfopgedroogd menstruatiebloed, en zette een rode stip op de voorhoofden van haar kringgenoten. Daarna begonnen ze zacht krrr - en giechelgeluiden te maken. Begin van ritevorming?

Verderop, op een droog grasloos stukje land, stond een bonobo in gebukte houding met een steen tekens in de aarde te krassen, hij kon niet goed zien welke, en toen een andere chimp aan kwam wiegelen en mee begon te doen leek het of ze boter-kaas-en-eieren aan het spelen waren.

Ik zou hier uren kunnen doorbrengen, dacht hij, dagen, weken. En hij riep de beelden op van een film die hij enkele maanden terug op de tv gezien had: een jonge chimp die zich, schichtig om zich heen kijkend, op zijn vier soepele poten naar een elektronisch toetsenbord had geslungeld dat

[pagina 106]
[p. 106]

de ethologen opzettelijk achtergelaten hadden; een beetje verschrikt tikte hij met zijn vingertjes op enkele toetsen en elke keer nadat hij de tekens had aangeslagen keek hij om zich heen om te zien of er iets veranderd was in de wereld. Zo voelde hij zich nu ook.

En ineens stond hij tegenover een van de grotere bonobo's of liever de bonobo stond tegenover hem. - Kanzo, een alfa, zei de etholoog. Hij maakte een begroetingsgebaar. De chimp groette niet terug maar keek hem aan. Hij keek terug en tot zijn verrassing sloeg Kanzo zijn ogen niet neer, iets uitzonderlijks bij dieren in het algemeen. En in de donkere apenogen blikkend, een tikje beschaamd alsof hij iets primitief - of zelfs heidens-ongerepts aantastte dat eigenlijk toegedekt had moeten blijven, was het of hij in een verre, diepe tijd verzonk, een vele miljoenenjaren oude tijd die bijna pijn deed aan zijn ogen; hoewel, eigenlijk was het niet de diepte die pijn deed als wel, integendeel, het ondiepe van de blik die naar diepte streefde en het net niet haalde, het onzegbare erin dat zich vergeefs probeerde uit te drukken en amper een begin van zegbaarheid bereikte, en hij ervoer het een beetje als zíjn schuld: zijn falen om die onpeilbare ondiepte te peilen.

Zo bleef hij voor zijn gevoel onbeschaamd lang in de ogen van de aap kijken terwijl de wereld om hem heen wegviel, tot - hoeveel tijd of ontijd verstreken? - beide ten slotte hun ogen neersloegen, om ze onmiddellijk daarna weer op te slaan, hij neerblikkend op de veel kleinere bonobo die naar

[pagina 107]
[p. 107]

hem opkeek. Beide verhieven daarna hun rechterhand en sloegen de hoge vijf.

Kanzo maakte daarna een ander gebaar. - Wat zegt hij? vroeg hij.

- Kanzo wil een ‘cadeautje’.

- Wat voor een cadeautje?

De etholoog maakte een paar gebaren. Kanzo hoefde niet na te denken.

- Hij wil een aapje.

- Hij bedoelt een kleine makaak of een wolaapje zonder staart.

- Mag hij dat?

- Helaas niet. Hij vraagt er altijd om, aan iedereen.

- Is er iets anders dat hij graag wil?

De verzorger bracht de vraag over, waarop Kanzo begon te gebaren, eerst aarzelend, dan, naar het hem voorkwam, al onzekerder en verwarder en zijn ogen kregen een gepijnigde uitdrukking.

- Hij weet het niet. Kan niet uitdrukken wat hij wil zeggen, vertolkte de verzorger, het is iets waarvoor hij geen tekens en gebaren kent. Dat komt soms voor, ook bij andere chimps, en dan worden ze bedroefd.

Hij keek in de trieste, afgrondelijke ogen en wendde zijn blik af.

De hem toegemeten bezoektijd was om. Met tegenzin draaide hij zich om, vrijwel tegelijk met Kanzo.

Na enkele passen bleef hij staan, keek nog even om, kon het niet laten.

[pagina 108]
[p. 108]

En zie, ook Kanzo had zich omgedraaid en stond hem na te kijken.

Het ontroerde hem en even leek het ook hem of de wereld om hem heen iets veranderd was, of ze een enigszins ander perspectief had gekregen, dat van de chimp of dat van de chimp en hem tezamen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken