Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De noodzaak van het overbodige (2014)

Informatie terzijde

Titelpagina van De noodzaak van het overbodige
Afbeelding van De noodzaak van het overbodigeToon afbeelding van titelpagina van De noodzaak van het overbodige

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.04 MB)

Scans (3.14 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.40 MB)

tekstbestand






Editeur

Laurens Ham



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De noodzaak van het overbodige

(2014)–Sybren Polet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 145]
[p. 145]

83

Wildlife (I)

De fiataap

In Big Bend National Park, op de grens van Mexico, onze eerste coyote gezien en meteen kregen we een hilarisch gevoel, net als de eerste keer dat we een beer in het wild hadden gezien, al was het dan op een campground waar hij - net als op de film en tv - de vuilnisbakken leegroofde.

Een paar maal hadden we al coyotes gehoord, in Death Valley en andere woestijngebieden, 's avonds en in de langzaam afkoelende nachten en ook toen hadden we hetzelfde tevreden gevoel, alsof we een klein beetje de oernatuur betrapt hadden.

De coyote heeft iets jongs, ook als hij oud is, en als hij loopt - hij is nooit dik en vet - iets ontwapenends, alsof hij niet de oeroude voorvader van al de gedomesticeerde honden is - dat is hij overigens ook niet -, maar eerder de eeuwig jonge, spontane nakomeling van al die uitgeselecteerden.

Weliswaar heeft hij ook iets gedomesticeerds, net als veel dierentuindieren in het wild, maar niet meer dan 1 à 2%. Hij blijft ongetemd en dat is wat we willen behouden: het toegestaan ongebondene, het gebonden wilde. Een toppunt van civilisatie is wanneer we ons zoiets kunnen permitteren en dat is niet al te vaak. Kunst mag zich in beperkte mate wild gedragen, de natuur in zeer beperkte mate en de rest wordt geciviliseerd of civiliseert zich, zoals die beer in Canada die 's ochtends in alle vroegte de kranen van het golfveld placht open te draaien.

Nu ik erover nadenk geloof ik dat we die werkelijk wilde dieren toch ook een beetje ervaren als een hoogtepunt van veredeld natuurlijk, d.i. kunstzinnig genot, al verschilt de sensatie weer duidelijk van het zien van dezelfde dieren op film en tv. Ze zijn

[pagina 146]
[p. 146]

er, zoals wij er zijn, alleen minder vanzelfsprekend, vooral als het gevaarlijk gaat worden.

De wilde natuur is ‘het andere’ voor ons, niet het civilisatorische of culturele of artifactionele, dat min of meer tot natuur is geworden, zij het vaak een van een gruwelijke eenvormigheid en middelmatigheid: de modale cultuur. Eronder sluimert de andere natuur, vaak in gedeformeerde vorm, vals, boosaardig en vol - culturele - frustraties. De wilde dieren zijn vaak de geïdealiseerde of gepurificeerde projecties van onze frustraties en als zodanig voorzien ze in een enorme behoefte. Vooral daarom willen we ze niet graag missen, d.w.z. de meer cultureel ontwikkelden onder ons niet. De rest zal het een zorg zijn, de rest projecteert niet en maakt van de natuur geen binnenleven.

Hoeveel arenden heb ik in mijn leven gezien? Niet meer dan enkele en ik weet op te noemen waar ik ze gezien heb. Hoeveel orang-oetans? De verrukking van het gadeslaan van hun luie, gerekte ontwaken in hun slordige legers in de boomtoppen, hun als kunstmatig vertraagd lijkende voortslingeren aan de doorbuigende takken en dan de allerlaatste en luiste van allen, die, als was hij Paul Feyerabend, de dwarse wetenschapsfilosoof uit Berkeley, eerst op zijn kop in zijn nest ging staan, mogelijk om ons te vermaken en ons gelegenheid te geven een stukje aapvormige natuur op de foto vast te leggen alvorens hem verbaal te vangen.

Toch zijn het niet alleen de vele beelden van wat we gezien hebben en de gedachte aan de voortschrijdende versmalling van ons toekomstige binnenleven, noch de verarming aan visuele mogelijkheden die ons zo fel tegen verdere aantasting van de natuur tekeer doen gaan, maar de gedachte aan de steeds kleinere potentie van de natuur, en hieruit komen alle andere bezwaren voort. Want de natuur is voor ons in hoofdzaak potentialiteit, de realisatie bestaat uit de realiteit van de natuur én die van ons, en die van ons is voor een deel de ermee verbonden projectie. De gedachte aan vernietiging van de natuurlijke rea-

[pagina 147]
[p. 147]

liteit is moeilijk te verteren, die aan een voorgoed verloren potentialiteit onverdraaglijk. Het laatste tast zowel de mogelijkheden van de natuur als van de mens, als van mij als individu aan. In dit opzicht verschilt de natuurlijke realiteit niet zoveel van kunst: inperking van de potentialiteit doet alle natuurlijke virtualiteit verloren gaan, de nieuwe en de oude. Wat in de toekomst veel eerder te verwachten is is het omgekeerde: het tot natuur worden van het artificiële, dat dus - ik heb het elders vanuit een ander perspectief belicht - niet meer als artificieel wordt ervaren en de kritische vraag zal zijn wat wij tot natuur zullen laten worden; dit zal ook de toekomstige natuur van de mens bepalen. Zullen we een verwilderde toyote tegenkomen? Een popcat? De rhénozéro? Een macho machientje?

De nieuwe barbaren? Dat zijn niet alleen de vernietigers van de natuur en van bepaalde, hun onwelgevallige vormen van kunst, maar ook de Amerikanen met hun, met generatoren uitgeruste motorhomes, die overal de rust van de natuurparken verstoren. De magnetronoven en de klimaatregelaar bepalen ook in de vrije natuur hun privéklimaat. Dat de dieren ook voor anderen niet meer te horen zijn is hun een zorg, zoals het hun ook een zorg is dat zij uitsterven: hun tijd was voorbij, hun beeld vastgelegd.

De toekomst is aan de toyote, de popcat, de rhénozéro, de fiataap, het cocacolabeertje en ze zouden hun woordgenoten graag door nieuwere species vervangen zien.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken