Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De noodzaak van het overbodige (2014)

Informatie terzijde

Titelpagina van De noodzaak van het overbodige
Afbeelding van De noodzaak van het overbodigeToon afbeelding van titelpagina van De noodzaak van het overbodige

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.04 MB)

Scans (3.14 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.40 MB)

tekstbestand






Editeur

Laurens Ham



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De noodzaak van het overbodige

(2014)–Sybren Polet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

108

Aapachtigheden

Een van de ontroerendste momenten van de laatste jaren: mijn contact met een orang-oetan via een twijgje.

Zij met haar mooie melancholieke ogen achter het glas van haar kooi, ik ervoor, terwijl ik probeer haar ogen te peilen. (Naast mij kijkt een klein hondje minutenlang roerloos en gefascineerd naar twee jonge orangs die hem van achter het glas eveneens stil en bijna ingekeerd aandachtig opnemen.)

Dan ontdoet mijn orang een van de takjes die er liggen en die haar tot voedsel dienen van zijn blaadjes en steekt het kale takje in een kleine spleet in de hoek van de glazen wand, het enige punt waar direct contact met de buitenwereld mogelijk is. Ze heeft dit gaatje natuurlijk al lang geleden ontdekt en honderden malen hetzelfde gedaan.

Ze duwt het takje door het gaatje tot het stokt en ik trek eraan, trek het nog wat verder. Daarop trekt zij het terug en trek ik weer.

Zo onderhouden wij, het takje heen en weer schuivend, de verbinding met elkaar. Even kijkt ze nog op, knippert met haar ogen en houdt ze dan verder zedig neergeslagen als een aapse madonna. Het is buitengewoon vertederend en bijna krijg ik - evenals zij? - vochtige ogen.

[pagina 193]
[p. 193]

Cora heeft er een foto van genomen. Ik kan er niet genoeg van krijgen hem te bekijken.

 

*

 

Het toeval wil dat ik kort erop opnieuw oog in oog kom te staan met een vrouwtjes-orang-oetan, die (bijna sprekend) op de vorige lijkt, nu in het halfwild bij een rehabilitatiecentrum op Borneo, met de beelden van een ander rehabilitatiecentrum dat wij een aantal jaren geleden op Sumatra bezocht hadden nog in ons hoofd. Om ons heen een tiental orangs in kooien, andere losjes slingerend in de bomen van de jungle. Een oppasser deelt stukken kokosnoot uit die ongehaast en soms bijna afwezig worden verorberd.

De oppasser waarschuwt ons voor contact met de orangs - hun grijpgrage vingers die voor je 't weet in je zakken of tassen graaien, je camera weggrissen enzovoort - en verbiedt in feite ieder contact: als ze op je toekomen, wat ze vaak doen, moeten wij zelf weggaan.

Maar ik kan het niet laten, ervaar het als ondierlijk wanneer een van de charmante vrouwtjesorangs steels op mij toe schuifelt - ook zij weet dat het verboden is: een verboden mens - en blijft staan. Zij stelt zich voor mij op, buigt zich voorover en ruikt uitvoerig aan mijn bezwete kruis, richt zich half op, kijkt even tersluiks omhoog met haar mooie ogen, steekt dan een behaarde leerachtige maar zachte vinger uit en beweegt die heel voorzichtig omhoog in de wijd uithangende pijp van mijn korte broek, ik het mannetje dat haar interesse heeft gewekt en van wie ze de hormonale uitwasemingen vol welbehagen heeft opgesnoven.

Dan haak ik af, kennelijk toch te preuts - een onbewuste afweer tegen bestiale aanraking, angst dat ze aan mijn pik zal rukken en trekken? -, hoe dan ook, ik duw haar hand zachtjes weg en zij trekt die zachtjes terug, niet in het minst gepikeerd of ver-

[pagina 194]
[p. 194]

baasd - ik was tenslotte de dominante primaat, heerser over eigen orgaan - en ze probeert het niet opnieuw. Wel snuift ze nog even in mijn kruis.

Op dat moment roept de oppasser, die van het gebeuren niets gezien heeft, dat ik bij haar weg moet gaan.

Ik doe het en heb onmiddellijk spijt dat ik haar niet haar gang heb laten gaan, dat ik die uitzonderlijke ervaring heb gemist, mét bijbehorende gevoelens en dat ik er niet over kan vertellen.

Wel heb ik de hele middag nog een hilarisch, uitgesproken mannelijk animaal gevoel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken