Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De noodzaak van het overbodige (2014)

Informatie terzijde

Titelpagina van De noodzaak van het overbodige
Afbeelding van De noodzaak van het overbodigeToon afbeelding van titelpagina van De noodzaak van het overbodige

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.04 MB)

Scans (3.14 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.40 MB)

tekstbestand






Editeur

Laurens Ham



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De noodzaak van het overbodige

(2014)–Sybren Polet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 204]
[p. 204]

115

De realiteit van Sinterklaas

De vaak geconstateerde ‘naïviteit’ van schrijvers, die althans voor een deel misschien beter argeloosheid genoemd kan worden, komt mogelijk voort uit het mogelijkheidsdenken waaraan ze zich zo graag overgeven en dat hun als iets natuurlijks eigen is; het is de openheid en argeloosheid (of pseudo-argeloosheid) die een voorwaarde is voor creatieve productiviteit.

Het verklaart ook hun gemakkelijke acceptatie van sommige vormen van apocrief of ‘marginaal’ beschouwd denken, als parapsychologie (voordat dit ervaringsfenomeen van velen bewezen werd) en antroposofie (onder anderen Bjelyj, Pessoa en Mondriaan), zelfoxydatie, kikkerregens enzovoort. Voor hen is het aannemelijk mogelijkheidsdenken of een soort halfgeloof of overgangsgeloof, als dat van kinderen tegenover de realiteit van Sinterklaas: je gelooft er tegelijk wel of niet in: het is een kwestie van dubbele waarheden, een voor de buitenwereld en een voor de binnenwereld. (Die voor de buitenwereld levert pepernoten op.) Als je omkijkt weet je dat het (misschien) ome Jan of je vader is die de pepernoten strooit: daarom kijk je liever niet om of je kijkt wel even snel om en wendt voor niets gezien te hebben, uit angst dat de goede gaven op zullen houden. Helemaal zeker weten doe je trouwens niets.

Ik heb zo'n vermoeden dat de oude Grieken op een soortgelijke manier in hun goden geloofden, de een meer, de ander minder. Dat die goden uit henzelf waren voortgekomen maakte hun geloof erin nog ambivalenter, maar dat hing er natuurlijk vooral van af in hoeverre ze hun afkomst nog bewust waren of bewust wensten te maken. Maar hierin waren ze niet veel anders dan iedereen die in zijn eigen Sinterklaas gelooft, waaronder die van zijn doorluchte identiteit.

[pagina 205]
[p. 205]

En hetzelfde halfgeloof geldt misschien hun spelen met een dubbele of multi-identiteit (als bij Pessoa), die bovendien een realiteit is, zij het niet op alle niveaus even reëel. Dus waarom zouden we niet in een multi-realiteit en in reële mogelijkheden geloven. Posse esse. Het is omdat het mogelijk is. Daaruit is alle beter-weten voortgekomen en alle weten dat tegelijk niet-weten is.

 

*

Het andere van het andere

De literatuur, het geschrevene in z'n geheel, is het andere - het bevát niet alleen het andere -, ook als het ‘ik’ of het ‘zelf’ erin opgenomen of gerealiseerd is; in dat geval ís het - ten dele - het andere-ik.

Maar ook in z'n algemeenheid - ik-bepaald, ik-gekleurd of niet - is de literatuur het andere en misschien is de taal in het algemeen dit ook, dat wil zeggen de gerealiseerde taal, niet de potentiële of latente. (De laatste bevat misschien bovenal het latente zelf, het half- of onbewust eigene.)

De gerealiseerde taal, vooral de literatuur, is onze - variabele - dubbelganger die uit het latente en onbewuste is opgedoken, waarin hij als onzichtbare, woordeloze, vormeloze, diffuse en alom aanwezige niet-aanwezige schuilging, ofwel als nadrukkelijk, al te nadrukkelijk niet-aanwezige dubbelganger van de vorm aannemende dubbelganger die in onze existentie opdook optrad.

Zijn domein bij uitstek: het eeuwig marginale, de marge, het niemandswit: het andere van het andere dus, waarvan het laatste, de gevormuleerde taal, zich voortdurend bewust blijft en als het goed is ons bewust máákt, ons, de vlees geworden schaduw van het andere, schaduw die als een vooruitgeschoven pion de wereld van de concrete realiteit verkent en daarvan kond doet

[pagina 206]
[p. 206]

aan het andere, terwijl het zich met hem (het) en zijn informatie voedt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken