Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Stadgasten (2009)

Informatie terzijde

Titelpagina van Stadgasten
Afbeelding van StadgastenToon afbeelding van titelpagina van Stadgasten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.96 MB)

Scans (7.05 MB)

ebook (3.20 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Stadgasten

(2009)–Sybren Polet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 20]
[p. 20]

De nieuwe huid en de feromonen

De niet zo oude heer Grunsven had in zijn tuin een soort spieraam opgesteld waarin een vel of velum gespannen was waartegen hij enigszins stomp gevijlde pijltjes wierp, werppijltjes dus met van die kleine plastic vleugeltjes aan het uiteinde.

- Wat bent u daar aan het doen, vroeg ik, een pointillistisch schilderij van gaatjes aan het maken?

- Het lijkt er een beetje op hè, zei de heer Grunsven, de huid is helaas nog niet sterk genoeg - een kunsthuid, lichtte hij toe. Maar het moet nu eenmaal, we kunnen er niet langer onze ogen voor sluiten.

- Waar niet voor? vroeg ik.

- Dat de onveiligheid hand over hand toeneemt en daarmee het gevoel van onveiligheid, vooral in de grote steden; vergeleken hierbij is de negentiende eeuw een Arcadië van rust en zekerheid. We leven in een soort elektronische middeleeuwen. Zolang we ons op de elektronische snelweg bevinden zijn we betrekkelijk veilig, richten overvallen geen directe schade aan, maar daarbuiten in de realiteit loert het gevaar, gereed toe te springen. En nu komt het. Een deel van de levende wezens heeft zijn pantser nog steeds aan de buitenkant, vanbinnen zijn ze zacht en min of meer veilig; maar lang geleden al hebben wij ons pantser naar binnen verlegd in de vorm van een skelet en zijn we vanbuiten zo kwetsbaar geworden als een weekdier. Misschien een foute beslissing van de evolutie.

[pagina 21]
[p. 21]

Spijtig genoeg is ons gedrag op die uiterlijke kwetsbaarheid afgestemd: timide, bangelijk enerzijds, agressief en mensonvriendelijk anderzijds. Bovendien lokt kwetsbaarheid agressie uit. Wat een van ons (ons!) nu probeert te ontwikkelen is een huid die op een grotere agressie is ingesteld en die weerstand kan bieden aan steekwapens, kogels, bijtende zuren - een ondoordringbaar en toch soepel, ademend pantser. Er bestaan al van die wonderstoffen, als kunstmatige spinnewebdraden met grote weerstand en anders komen ze er spoedig. Wat we na moeten streven, zegt ir. Damsteeg, die zich hierin specialiseert, is een tegelijk milde, maar weerbare en weerbarstige menselijkheid, anders redden we het als soort niet in deze maatschappij. Misschien dat zo'n nieuwe huid ook ons innerlijk in gunstige zin beïnvloedt.

- En blijft het skelet van ons binnenleven even sterk? vroeg ik.

- Weet ik niet, zei de heer Grunsven, een wat buigzamer, soepeler skelet zou mij persoonlijk zeer welkom zijn, maar je ziet het, het ontwikkelde vel is nog niet sterk genoeg, zelfs stompe pijlen gaan er nog doorheen; maar ik heb goede hoop dat ze spoedig op iets beters zullen stuiten. - Stel je voor, zegt hij, een hufter komt op je toe en eist je zuurverdiende geld of pensioen op en je zegt: Krijg de blaasjesziekte of zoiets, of de runderpest of de vliegende tering, want die keert weer terug en hij steekt een mes in je pens. En wat gebeurt er? Niets. Het mes schampt af, de aanvaller schrikt zich een kapotje en jij hebt de gelegenheid hem een trap in zijn kruis te geven of je revolver te trekken.

- En als we allemaal zo'n vel hebben?

- Dan heeft het geen zin elkaar aan te vallen! De heer Grunsven keek olijk. - Natuurlijk was ik op die vraag voorbereid, ik ben niet helemaal van gisteren. Want dat is juist het aantrekkelijke van de gedachte - het anti-agressieharnas, al zullen er altijd wel genoeg mogelijkheden overblijven om elkaar te treffen. Hij verzonk in gedachten. - Het zou mis-

[pagina 22]
[p. 22]

schien ook wat saai worden zonder enige competitie en agressie. Hij schudde zijn hoofd. - We zijn een rare soort.

- Misschien dat een nieuwe soort...? opperde ik voorzichtig.

- Misschien, zei de heer Grunsven peinzend, misschien dat een nieuwe huid ons in die richting zal voeren, zoals nieuwe taalvormen een nieuwe mentaliteit kunnen voorbereiden. Of niet soms?

- Ik: weet het niet, zei ik zuchtend.

De niet zo oude heer Grunsven knikte instemmend.

- Niet weten is een deugd zolang je anderen maar de gelegenheid laat het wél te weten... Apropos, zei hij en liet zijn stem een half register dalen, ik ben ook nog op een andere manier met de natuur aan het experimenteren.

- U bent lekker bezig hè, zei ik en voegde er een beetje malicieus aan toe: - Met terugwerkende kracht wordt u nog een geboren experimentator.

- In dat geval en als zodanig ben ik het altijd geweest, zei de heer Grunsven fijntjes. Zoals je ziet beheers ik de lingo. De nieuwe lingo is mij vertrouwd als de moedermelk van de toekomst.

- Bravo! riep ik. Laten de buren het maar niet horen. En waarmee bent u aan het experimenteren?

- Met feromonen.

- ...?

- Feromonen zijn lokstoffen waarmee in het dierenrijk mannetjes en vrouwtjes elkaar aantrekken. En in het mensenrijk is het niet anders. Wetenschappers zijn erin geslaagd die lokstoffen te isoleren en die kun je nu los kopen. Onder het uitspreken van een toverspreuk - bombykol, bombykol! - besproei ik er mijn heg mee.

- En wat is het resultaat?

- O boy, O boy, je gelooft het niet, maar de ene vrouw na de andere loopt bij mij de tuin in, van jong tot oud, zogenaamd voor een babbel en een giebel.

[pagina 23]
[p. 23]

- Alleen vrouwen?

- Ook enkele jongemannen en wat loslopende dieren, een wasbeertje, een das, een uit de dierentuin ontsnapte poema... maar vooral honden, want die geilaards komen af op alles wat ruikt, al is het in homeopathische verdunning.

- En wat doet u met al die vrouwen? vroeg ik.

- Dat zou je graag weten hè? zei de niet zo oude heer Grunsven gniffelend. Als je wilt wil opa er best een paar aan je afstaan.

- Nee, zonder mallen of dollen, zei ik, wat doet u met ze?

- Je kunt ook een flesje feromonen van me krijgen als je dat liever hebt... Je moet er dan nog wat hormonen van jezelf doormengen, dat werkt nog krachtiger en individueler... jouw geur wordt dan de geur van je omgeving... een voorjaarszonnetje op de heg en 't is gepiept.

Binnen in het huis van de heer Grunsven klonk gegiechel en gelach als van een hele groep vrouwen die op theevisite is. Even werd een hoek van het gordijn aan de kant geduwd en er verscheen een vollemaansgezicht, een vrouwenwang, een fors uitgevallen neus, een krullende mond die grijnzend wat zei. Daarna viel het gordijn weer op z'n plaats en klonk opnieuw een lachsalvo, dit maal zo luid dat een troep honden in de schuur begon te blaffen, zo te horen leken het er tientallen. Of was het een geluidsband?

- Je hoort het, zei de heer Grunsven besmuikt, ik moet terug naar mijn gezelschap. En met zijn gestrekte linkerhand verticaal naast zijn rechtermondhoek alsof hij een geheim verklapte: - Anders zijn de dames niet meer te houden!

- Maar waarom hebt u ze dan alleen gelaten?

- Even in de tuin op adem komen, dat begrijp je toch wel - een zigaartje roken en een paar pijltjes werpen. - En wat moet u met al die honden, kon ik niet nalaten nog te vragen.

[pagina 24]
[p. 24]

- Daar heb ik iets anders mee voor. Maar dat vertel ik een volgende keer. En als het er te veel worden verkoop ik ze aan Chinese restaurants, daar weten ze er wel raad mee. Kom eens een keer eten, zei hij, hinnikend als een paard dat juist aan de paardenslager is ontsnapt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken