Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Stadgasten (2009)

Informatie terzijde

Titelpagina van Stadgasten
Afbeelding van StadgastenToon afbeelding van titelpagina van Stadgasten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.96 MB)

Scans (7.05 MB)

ebook (3.20 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Stadgasten

(2009)–Sybren Polet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 126]
[p. 126]

Overgangswaarschijnlijkheid

Niet ver bij ons vandaan woonde ook een theoretisch fysicus of microbioloog - een ‘halvegare’ - die probeerde via waanzinnig ingewikkelde computerberekeningen aan te tonen dat het althans theoretisch mogelijk was aan de entropie, dus aan de koudedood die de warmtedood genoemd wordt, ofwel aan de algehele vernietiging te ontsnappen via het inzetten van een gigantische hoeveelheid creatieve informatie. Bezit die informatie op zich, evenals iedere cumulatie van gegevens, immers niet een eigen ‘organiserend vermogen’, iets wat Plato en Aristoteles al onderkenden, maar wat onze geleerden lange tijd negeerden? Aristoteles illustreerde dit aan de hand van een beeldhouwer of schilder, die niet alleen werkelijkheid af- of uitbeeldt, maar via zijn beelden ook informatie(vormen) aan de omgeving toevoegt.

- Dat is het soort gekte waarvan ik houd, zei de niet zo oude heer Grunsven.

- Die van Aristoteles?

- Nee, natuurlijk niet; die van de ingenieur of fysicus.

- Dat begrijp ik, zei ik.

- Vraag het dan niet, zei de heer Grunsven pissig, je houdt de gedachtengang maar op. Waar het op aankomt is nu informatie aan de bestaande werkelijkheid te ontnemen en wel via een limietrealiteit of overgangswaarschijnlijkheid, om uiteindelijk te komen tot een nieuwe potentialiteit.

- Jezus, zei ik, hoe weet u dat allemaal.

- Zelf bedacht, zei de heer Grunsven trots en vervolgens

[pagina 127]
[p. 127]

in de krant gelezen. Ze plagiëren je al voor een idee goed en wel tot wasdom is gekomen, mogelijk via het een of andere psychogene veld waarin jouw geest is opgenomen en waaruit dus naar hartelust gepikt kan worden - let wel, ook met terugwerkende kracht omdat in zo'n non-energetisch krachtveld tijd noch ruimte bestaat.

- Ik begin het door te krijgen, zei ik.

- Dat doet me deugd, zei de heer Grunsven, hopelijk niet alleen met terugwerkende kracht. Zien is vóórzien. Inzicht als uitzicht. Want waar het om gaat is een herwonnen potentialiteit en een nieuwe mogelijkheidsrealiteit.

- Dat opent mooie perspectieven, zei ik.

- Dat dacht ik ook, zei de heer Grunsven vergenoegd, daar kun je je niet vroeg genoeg voor openstellen en op instellen, want voor je het weet is het te laat. Redding via een nieuw psychogeen of creatoon veld kun je wel vergeten, want plotseling herinnert niemand zich jouw bestaan meer; je bent hooguit naamloos in het bestaande veld opgegaan. Naamloos en identiteitsloos.

Ik liet het tot me doordringen en de ernst van de situatie moet op mijn gezicht te lezen zijn geweest.

- Trek het je niet aan, zei de heer Grunsven bevaderend, één lot is ons allen gemeen, droomtijd of geen droomtijd. Tenslotte scheppen we allemaal onze tijdelijke informatievormen en wie weet is er een bij via dewelke wij in staat zijn te ontsnappen.

- Ontsnappen waaraan?

Maar de heer Grunsven hoorde het al niet meer, ingekeerd in zichzelf als hij was. Uitzicht als inzicht. Zien als zijn.

En ik citeerde zachtjes: ‘tijdtaal die zich verdicht / bewustzijn als weerlicht en tegenlicht.’

- Mooi is dat, mooi, fluisterde de heer Grunsven; ik verkeer bijna in een soort overgangswaarschijnlijkheid. Ik houd je van mijn ervaringen op de hoogte...

[pagina 128]
[p. 128]

En toen ik mij omdraaide om weg te gaan, zachtjes: - Probeer er zelf ook een te vinden. Of anders een limietrealiteit.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken