Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De steen (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van De steen
Afbeelding van De steenToon afbeelding van titelpagina van De steen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.66 MB)

Scans (7.40 MB)

ebook (2.96 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De steen

(1974)–Sybren Polet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 69]
[p. 69]

III

Voor de tweede maal geboren

Hoe was het ook weer? Was de steen iets overkomen?

- Ach ja, natuurlijk, nu herinner ik me weer. Het is ook zo lang geleden en in 120 jaar hebben we niets van hem gehoord, 'tuurlijk, hij zat in de grond opgesloten, nu weet ik het weer.

En wat deed hij dan al die tijd?

- Niets, absoluut niets. Slapen deed hij en wroeten, over hoe onrechtvaardig het toe kan gaan in het leven. Eerst, zonder dat je er iets over te zeggen hebt - alsof een steen niet meetelt - zomaar uit de aarde gehaald worden en een ogenblik later, zonder vooraf gewaarschuwd te zijn, pats, er weer in gekwakt. Zoiets is hoogst ongepast.

 

Plotseling echter werd hij wakker geschud. Wat was dat?

 

Het begon drukker te worden op de wereld.

En als het drukker wordt op de wereld en er komen meer mensen bij, dan kan het niet anders of er moeten huizen bijgebouwd worden.

Ook op het stukje niemandsland, waar de steen in lag, was plaats voor een huis. Het niemandsland werd iemandsland en op dat iemandsland moest een huis, een huis met iemand erin. Met een man erin, met een vrouw erin, met een kind erin, met het hele gezin erin. En aangezien de grond waarop het huis moest komen te staan nogal drassig was, diende er geheid te worden en gegraven. Het huis mocht niet in 10 jaar tijds geheel in de bodem verdwijnen, zoals zo dikwijls gebeurt in Nederland.

En zo geschiedde het dus dat de steen op een morgen vroeg in het voorjaar wakker werd geschud door een schop. - Onweerde het onder de grond? vroeg hij zich af. De schop groef dieper, nam een flinke homp klei en wierp die met grote kracht een paar meter verder het land in. Daar plofte hij neer, rolde

[pagina 70]
[p. 70]

nog een keer om en bleef vervolgens als een zwarte kleiaardappel loom liggen bakken in de voorjaarszon.

En nu geschiedde het wonder. De aardappel bleek helemaal geen aardappel, maar een kastanje, met een schil van klei. In de loop van de volgende dagen droogde de schil uit, barstte open en in het midden lag... een prachtige, glanzend witte vrucht van steen.

- Zo, dat is dàt, zei de steen. Hij knipoogde tegen de zon en zette het onmiddellijk op een lopen, rrrt. De kleine aardbewoner. Hij was als een big zo bang dat vriend Koppelstok hem weer in de smiezen zou krijgen. Maar vriend Koppelstok was allang dood; die lag nu zelf in de grond.

15 meter verder kwam hij pas tot rust. Toen waren al een hele middag en een nacht voorbij gegaan en was het weer morgen geworden.

 

De dauw van het gras had de laatste stofjes en kriebeltjes die op zijn huid zaten weggewassen en vandaag voelde de jonge steen zich van top tot teen opnieuw geboren, wedergeboren. Hij zette al zijn poriën wagenwijd open en snoof het frisse zonlicht op alsof het water was, onderwijl een zelfbedachte mambo dansend in zijn hoofd.

Ook mensen worden wel eens voor de tweede keer geboren; ze zijn dan helemaal anders. Als iemand ziek is geweest bijvoorbeeld en hij mag voor 't eerst weer buiten op de stoep, dan gedraagt hij zich als een jong veulen. Hij rent heen en weer, kijkt naar de bloemen en de bomen en doet net alsof hij de hele wereld nog nooit eerder gezien heeft.

Zo kan het ook voorkomen dat een slager ineens genoeg heeft van alsmaar in koeienvlees te snijden; hij wordt dan banketbakker of buschauffeur; een schoolmeester wordt jachtopziener en tante Alie die nog bij oma thuis woont wordt zonder dat ze er vantevoren ook maar met 1 woord over gerept heeft verkoopster in de Bijenkorf. Maar allemaal worden ze anders, beter.

Alleen de steen niet. Hij bleef vanbinnen en vanbuiten precies dezelfde die hij vroeger geweest was, d.w.z. hij bleef een ronde, snaakse en een tikje roekeloze zwerfsteen die het nooit zou

[pagina 71]
[p. 71]

leren.

Hij keek uitdagend om zich heen. Eindelijk bevond hij zich nu tussen het gras, dat ontzettend groene gras waar hij zo van hield toen hij voor het eerst in de handen van de jonge verzamelaar lag. En hij hield er nòg van.

Zonder zich te haasten begon de steen zijn omgeving te verkennen, een weiland van tintelend groen en bloemen, tintelende bloemen en vlinders, vlinders en vogels, vogels en eieren, eieren en paaseieren en van alles veel, ontzettend veel.

Boven hem dreven de enorme zwartbonte beesten met hun zwiebelende staarten, en de nog kleine kinderbeesten die speels waren en onhandig, en ook een enkel paard. Geen van de dieren deed hem iets, maar allen keken ze naar hem met zachte glanzende ogen en snoven warme lucht over hem heen uit twee geweldige neusgaten. En als ze het gezien hadden en gezien hadden dat het goed was, dreven ze weer langzaam verder. Ha, het was om zachtjes van te gaan gloeien.

En de zon scheen en het regende zachte regen en het was donker en het was licht - , kortom, het was toch wel fijn op de wereld te zijn, vond de steen. Gisteren vond hij van niet, vandaag wèl.

Gisteren was honderd jaar geleden, vandaag was vandaag.

Hij maakte er een liedje van.

 
Het is wel fijn op de wereld te zijn
 
ik zie een koe en een oteboe
 
een vlinder en een padvinder (d.i. een mol)
 
een lichtgroen dier en een janplezier (dat was 'm zelf)
 
en een nest met eieren.
 
van eieren houd ik wel
 
want ze lijken zoveel op stenen
 
en toenam oem padme oem de bene.

Zo was het ongeveer, maar het kan ook zijn dat ik het verkeerd verstaan heb, omdat de steen zo binnensmonds zong.

In de derde week vond hij een zaad.

Een zaad? - Ja.

Het bewoog zich half in de grond en half er boven. Uit de

[pagina 72]
[p. 72]

onderzijde stak een wit vlijmscherp worteltje dat voorzien was van fijne borsthaartjes en uit de bovenkant piepte een heel klein groen sprietje, een soort eerste tandje van de plant.

De steen was benieuwd wat voor soort bloem het zou worden, want - hoe hij het wist mag joost weten - het was hem bekend dat uit een zaadje een bloem groeit. Hij ging er op z'n gemak bij liggen en spitste zijn stenen kijkertje om maar niets van het opgroeien te verliezen.

Hij ontdekte nu hoe het worteltje zich als een venijnig insekt de grond in boorde en hoe aan de andere zijde van het zaad, uit het groene sprietje dus, een lange, loodrechte stengel omhoog schoot die vlak boven de grond voor de stevigte, net als bij een kaarsenstandaard, een krans van lepelvormige blaadjes ontplooide. Van het zaad zelf bleef niets over, het werd totaal leeggezogen.

Op de stengel was inmiddels een knop gegroeid, die dichtgehouden werd door een reeks groene bladtandjes. De knop zwol op, zwol nog meer op, de tandjes bogen open en hoog in de lucht barstte een vuurwerk los van wit, geel en groen: de bloem.

't Was een margriet. Groene buitenblaadjes, een rozet van lange, helderwitte linten en daarin, in het hart van de bloem, een bobbel van puur, geel goud.

De steen vond het manjifiek. En waar hij ook om zich heen keek, overal hingen soortgelijke bloemen als knetterende zevensterren boven het gras. Vriend, vriend, het was me daar een feest op de wei.

 

Tenslotte wendde hij zich weer naar zijn eigen margriet. Hé, het leek wel of die iets minder vrolijk was nu. De steen werd er van de weeromstuit zelf ook een beetje treurig door.

Hij zag het nu snel achter elkaar gebeuren. De groene buitenblaadjes droogden uit, schrompelden in elkaar, de witte linten werden lelijk, vielen af en de gouden bobbel in het hart van de bloem verfletste. Dit was heel erg, maar tijd om er lang bij stil te staan had hij niet, want onmiddellijk daarop verdeelde de bobbel zich en splitste kleine zaadjes af van bruin makelij die door de wind weggeblazen werden.

Toen dit plaatsgegrepen had liet de stengel zijn kopje hangen;

[pagina 73]
[p. 73]

hij werd al zwakker en zwakker en tuimelde op zeker ogenblik languit in het gras, dat er overigens ook al niet mooier op geworden was.

De aardigheid voor de steen was eraf; toch kon hij, geboeid door het schouwspel als hij was, de plant nog niet loslaten. Wat er van de stengel en de bloem overgebleven was schrompelde nu nog verder ineen en werd een vieze slijmerige massa. De massa loste zich op in regendruppels en verdween een ogenblik later in de grond.

Het was gebeurd; het was voorgoed voorbij.

En waar eens een prachtige margriet had staan bloeien, stond nu niets, niet eens een grafsteentje.

De steen voelde zich ìn-triest. Hij keek weer om zich heen en bemerkte tot zijn schrik dat overàl de bloemen verdwenen waren. Het gras glom van het vocht en hoog aan de hemel stormden grijze regenwolken, voortgedreven door de wind die ook op de aarde tekeer ging en die de grasmassa opzweepte tot een kolkende, onstuimige zee.

Lente en zomer waren voorbijgegaan en het was herfst geworden. Herfst in Holland.

De steen stak zijn kleine jatje weer uit en begon te zwerven. Hij had het gevoel ergens heel dringend naar toe te moeten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken