Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het land, in brieven (1792)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het land, in brieven
Afbeelding van Het land, in brievenToon afbeelding van titelpagina van Het land, in brieven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

Scans (10.85 MB)

ebook (3.25 MB)

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het land, in brieven

(1792)–Elisabeth Maria Post–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 273]
[p. 273]

XLV. Emilia aan Eufrozyne.

Den 16 Sept.

17-

 

Eene groote volhandigheid met inzamelen en toebereiden der herfstvrugten, heeft mij eenige dagen belet u te schrijven. - O hoe dikwils wensch ik thans mijne Eufrozyne bij mij, in den moeshof; de verkwikkelijkste vrugten zijn thans rijp. De perzik met haar purpren blos, de abrikoos met een schoonen daauw overdekt, zouden uwe zinnen zo zeer als de mijne bekoren. - Zij schijnen enkel voor het oog geschapen, zoo lang tot dat de smaak ons onderrigt, dat zij voornamelijk tot onze verkwikking geschikt zijn.

Uw is, zing dan somwijlen met mijnen vriend van den Berg

 
Uw is de vrucht van kruid en boomen,
 
Gij hebt de knopjes voord doen komen,
 
Gerijpt in warme zomerlucht.
[pagina 274]
[p. 274]
 
De rijpe vrugten die ons laven;
 
Wat boomgaard, weide en heide ons gaven;
 
Uw is, ô Heer! en vee en vrugt.
 
Ook woudt gij ons den wijnstok geven,
 
Gij schenkt zijn druiven sap en leven;
 
Een geur en krachten aan den wijn;
 
Hij doet ons vreugd en moed erlangen,
 
En vrolijkheid aan onze zangen;
 
Gij moet ons lof en danklied zijn.

Hoe veel zinnelijk vermaak heeft de goede Schepper ons bereid! Vele vrugten vallen nu van zelfs in de hand. Ik ga met een ledig korfje naar den hof, breng het volgeladen weer, en vind dan in die eigenhandige inzameling een groote tak van mijne herfstvermaken. Als ik den herfst aan zijne beste zijde beschouw, dan vind ik dien het aangenaamste der jaargetijden; - al wat de lente beloofde, al wat de zomer kweekte, brengt de herfst tot rijpheid: schoon hij de natuur allengskens van hare schoonheid berooft, en de voortekens van een geheele verwoesting begint te vertoonen. Bij hem vergelijk ik eene verwelkende schoonheid, die wel eer het sieraad harer sexe was, maar die, terwijl zij de verwoesting des tijds op haar gelaat vertoont, bij toenemende jaren, haren geoeffenden geest doet schitteren, en zig, en anderen, schadeloos stelt voor het gemis harer jeugdige bevalligheid. - Gelukkige vrouw die dit ondervindt! Wat is schoonheid op zig zelfs? De ware schoonheid is gelegen,

[pagina 275]
[p. 275]

niet in eenige betoverende aanvalligheden, maar in die edele trekken, die een deugdzame ziel op het gelaat vormt, die door de veranderingen der jaren niet vernield kunnen worden. - Den geest dan te verbeteren, is het ware middel om wezendlijke schoonheid, in spijt van tijd en toeval, te bewaren, en een overwinnend vermogen te behouden, op edele harten, die alleen onze aandagt verdienen.

Toen ik straks langs den wijngaard wandelde, en zijne milde trossen aanzag, dagt ik aan het gezegde van den Zaligmaker: ‘Ik ben de wijnstok en gij zijt de ranken, zoo gij in mij blijft, zult gij vele vruchten dragen.’

Wat, dagt ik, is dit blijven in Jezus anders, dan de uitoeffening van een levendig geloof? daar door trekt men groeisappen uit hem, tot wasdom in de deugd. - Gebrek aan dit geloof is dan eene genoegzame oorzaak van het weinig vrugten dragen. Zoo zeker als het is, dat wij buiten Jezus niets doen kunnen, zo zeker is het, dat wij in hem alles vermogen. En wat maakt het geloof zo weinig werkzaam, dan onoplettendheid op Gods woord, en op ons eigen hart? - Geven wij daarop acht, dan zien wij onze eigen armoede en Jezus algenoegzaamheid, en zoo ras wij dat beide gelooven, zullen wij niet traag zijn om van hem gebruik te maken.

Ik geloof ook dat een valsch denkbeeld van het Christenleven hier in veel nadeel doet. Het is

[pagina 276]
[p. 276]

toch niet genoeg, dat wij onze voeten gezet hebben op den levensweg; wij moeten daarop voord gaan, en gedurig pogen te vorderen, dat was Jezus oogmerk, toen hij zigzelven voor ons overgaf, en hierin is voor onszelf de beste troost gelegen. Is het anders gesteld, dan dragen wij geene vrugten. Het beste middel, dunkt mij, tot verbetering van dit gebrek zou zijn, zo veel mogelijk de liefde en erkennendheid jegens den Verlosser te verlevendigen; en konnen wij daartoe betere gelegenheid krijgen, dan, wanneer wij hem met een stille ziel naar Gethsemane en Kalvarie volgen? Daar zien wij wat de zonde Hem kostte, en hoe hij, onder haren ondraaglijken last gebukt, bijna bezweek? Daar hoort men de rondom liggende rotsen nog, als ware 't de jammerkreet weergalmen: ‘Mijn God! mijn God! waarom hebt gij mij verlaten?’ eene klagt die den Hemel beroerd, en de hel verheugd zal hebben, maar die nochtans de eeuwige juichstof der verlosten wezen zal! Zouden wij Jezus op eene zo gedugte wijze konnen zien sterven, voor onze zonden, en hem nog ooit met nieuwe zonden kruisigen willen? - Zal niet dankbare wederliefde ons doen kiezen, om niet meer der zonde, maar voor hem te leven? O mochten wij meer deeze wijsheid en deugd-aankwekende plaats, dit tooneel van onbesefbaare liefde betreden! - Mogt ik altijd den indruk dezer waarheden zoo levendig gevoelen als thans, dan zouden

[pagina 277]
[p. 277]

alle mijne daden toonen, dat ik de beste keuze met de ieverigste pogingen paarde, om onzen Verlosser te gehoorzamen. Ik bemin den wijnstok meer, dan andere boomen, daar hij mij de wigtigste les herinnerde. Vaar wel, mijn beste! altijd uwe

 

Emilia.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken