Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bouck der bloemen (1904)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.93 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Editeur

Stephanus Schoutens



Genre

proza

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bouck der bloemen

(1904)–Dirc Potter–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Vander xviiider ende een snoede bloem gheheiten Ongestadicheit.

Och des vuylen crudes dat ic bij deser scoenre bloemen vant daer moet ik doch mede wat aff scrijven. Ende is gheheiten onghestadicheit die menich mort ende oec menighe ondaet ghewracht hevet want het is een vuyle beeste. Een wanckel sinnich minsche daer en sal niemant ghelove op setten. Want tot sijnen worden of werken en machmen niet tijden. Ende tot allen uren verwandelen sijn synnen. seyt hij dij nu een sake toe. ende ghedenct hij datse hem wat hindert. Soe verwandelt hij sijnen syn ende brenghet een ander dinck te werke daer hij mede ontholpen is.

Onghestadighe sinnen en staen nummermeer in enen loep. Sij verkeren altoes mit lichten dinghen ghelijc als hulde der heren. ghedachten der vrouwen. ende wintersche weder. Vanden heren sprict david in den souter. en wilt niet gheloven noch betruwen inden vorsten noch in der minschen kindere daer gheen salicheit in en is. Vanden vrouwen en staet mij niet te seggen al hier hoe ghestadich sij sijn dat heeft menich man besoecht ende ic mede. Ende van onghestadicheit des winter tijts en is oec gheen proeven noit want wij sien dat alle daghe voer onse oghen.

Onghestadicheit is nae dat mij daer van dunct een rechte lichticheit der hertten ende onbecommertheit der synnen. Niet stadelijken te blijven in hoeren propoest ende sonder beraet lichtelijck ende wekeloes verkeeren vanden enen totten anderen. als vele onghestadiger voersten die slap ende ghene goede ernsticheit inden sinne en hebben. als hem enich persoen voercoempt begherende enighe sake lichtelijc seggen sij ja sonder enich nae dincken weder het goet sij of niet. Te hant soe coempt een ander bidden om dat selve die vercrijgher mede. Soe gebuert datter een ghekijf tusschen die tween coempt ende aldus maect die slappe heer werringhe ende kijff onder sijn lude in qualijc varen des lants ende in onsalicheit sijns selfs. Men machse ghelijken bijden swaluen want ten is geen dier soe onghestadich noch soe onsedich in sijnen vlieghen. want sij is seer wijft. nu hier nu daer

[pagina 57]
[p. 57]

ende vanct haer aes al vliegender inder locht daer sij bij leeft. Soe dat sij nummermeer ghestadelijc op een dinc noch op een stede en blijft dan als sij moede is ende rustens beghert.

Alsoe is oec mitten onghestadighen minssche als hij alsoe out is dat hij niet meer en mach dan moet hij bij noede gestadich wesen daer hij cleynen danck af eyschet. Salustius seit onghestadicheit dats een recht teken der sotheit. want wij hen onghestadiclijck regeert die set al dat hij heeft in vresen.

Een minsche neem een gestadich leven aen gode te dienen ende wil daer ghestadelijc in blijven. Ghebuert dan dat hij sijnen win verwandelt ende een ander leven aen neempt. sonder twivel hij maect sijnre sielen een stric daer sij vanden duvel mede ghevanghen wort. Ghedenct mijnre bij een dinck dat ic u segghen sal ende merct soe wanneer een minsche hem te gode ende tot eenen bescuwende leven voecht als die gheene die lollen of des ghelijcs nae datment ter werelt heit. ende die mensche den namaels hem ter werelt gheeft [ende begheeft] die contemplacie die hij begonnen hadde. Ghij sult seker vinden dat hij after dien tijt gherigher nijdigher boeser ernstigher ende vuylre wesen sal ende ruymer van consciencien dan een ander.

Wij lesen hoe dat vortijts een mordenaer was in enen bossche. die menich minsche beroeft ende ghemoert hadde in sijnen leven. Op een tijt quam hij in een stat in een kercke daer hoerde hij predicken vander biechten. soe dat hij oec te biechten gaen woude als hij dede. Ende doe hij ghebiecht hadde wat penitencien hem die priester sette hij seide hij en mochts niet doen. Doch hadde hij goede meyninghe sijn sonden te beteren ende was claerlijck ende wel ghebiecht. Ten utersten soe sette hem die pape ter penitencien. soe waer hij een teken des heylighen crucen sach staen daer soude hij voer vallen op sijn knyen. ende doen hem eer ende werdicheit mit een pater noster ende des niet en liete. Hij sciet daer op vanden priester dat hij dat volcomelijk ende wel doen soude. Doen ghebuerde hem doer een bosch thuyswert te gaen. ende waer hij een cruce staen vant waest van steen off van houte hij dede sijn penitencie mit groten vlite. Doen quam hij eens ghelopen voer een heremitage daer een cruys voer stont ende waert daer denckende op sijn penitencie. Hoe wel dattet dair om sijn lijff ghedaen was soe knyelde hij nochtan ende dede sijn penitencie volcomelijck. ende mit dier toevinghe soe verraschten hem sijne viande ende sloegenten doot. Als die onghestadighe heremijt sach datter twee scoene enghelen quamen die sijn siele opwaert voerden mit groter blijscap. Soe waert hij dat benijdende ende soe quaet in sijnre hertten dat hij sijn goede propoest achter liet ende viel weder inder ijdelheit des wereltlijken levens ende sterf corts daer na quader doot ende voer mitten duvel daer hij hoerde te wesen nae sijnen verdiente

 
West niet wanckel noch onghestadich.
 
Staet vast ende blijft weldadich.
 
Soe wort ghij ten hiemel vercoren.
 
Bij wanckelheit blijft dij verloeren.
[pagina 58]
[p. 58]


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken