Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Sedigh leven, daghelycks broodt (1639) (1999)

Informatie terzijde

Titelpagina van Sedigh leven, daghelycks broodt (1639)
Afbeelding van Sedigh leven, daghelycks broodt (1639)Toon afbeelding van titelpagina van Sedigh leven, daghelycks broodt (1639)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.57 MB)

Scans (61.21 MB)

XML (0.60 MB)

tekstbestand






Editeur

Hugo Dehennin



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Sedigh leven, daghelycks broodt (1639)

(1999)–Erycius Puteanus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 62]
[p. 62]

Bedvyd-reden
Op de dicht-ghestalte.Ga naar voetnoot+

1By alle tyden is in meerder weerde gheweest, een tal-ghebondenGa naar voetnoot1 2schrift, sanckwijs op sijn maete ghestelt; als losvloedigh, buytenGa naar voetnoot2Ga naar voetnoot2 3dicht-dwanck byeen ghevoeght. Dese sanckmaet is by deGa naar voetnoot3 4Griecken ende Latynen veelerhande gheweest: waer van wy in 5onse spraecke (die meeste in enckele oft een-stemmighe woordenGa naar voetnoot5 6bestaet) ghemeynlijck twee ghesteltenissen ghebruyckende zijn:Ga naar voetnoot6 7Iambicum, ende Trochaicum. Iambicum, vanden voet Iambus, 8twee stemmigh, maer klimmende van kort tot lanck, ◡-, 9Trochaicum, vanden voet Trochaeus, oock twee-stemmigh, maer 10vallende van lanck tot kort, -◡. Met dese twee voeten meten wy 11nu groote, nu kleyne dichten. De groote in de plaetse van HeroicaGa naar voetnoot11

[pagina 63]
[p. 63]

12ende Elegica, diemen heldt-dichten, ende klagh-dichten noemenGa naar voetnoot12 13kan. De kleyne, zijn alleen een deel vande groote, dienende totGa naar voetnoot13 14dese onse Kort-dichtige of Dicht-stichtige Opschriften oft 15Nederlandtsche Epigrammata: die oock verscheyden zijn.Ga naar voetnoot15 16Ick ghebruyck daerom vyf Klim-voetighe, ende vyf Val-voetighe 17ghesteltenissen, met besondere maet; sluytende elcken Sanck- 18treck, oft Vers, met sijnen Rym, ofte ghelijck luydende letterGa naar voetnoot18 19stemme. Dit oock of met gheheele maete, of met ghebroken. DeGa naar voetnoot19 20geheele dan heeft alhier seker kort ghetal van twee, dry of vier 21volle voeten. De ghebroken trecken in't ende eenen halven voet, 22als overvoetigh, eertyts Catalectica ghenoemt. Ick hebbe daerbe-Ga naar voetnoot22 23neven dese maeten alhier of eenvoudigh willen ghebruycken, of 24ghemenght. Het klimvoetighe dicht, heeft twee verscheyde een 25voudighe maeten, dry ghemenghde: het val-voetighe, heeft een 26eenvoudighe maet, vier ghemenghde; ghelijck dese teeckenen, 27hier by ghevoeght, uytwysen.

[pagina 64]
[p. 64]

Klim-voetigh.

1.◡-/◡/◡-/
2.◡-/◡-/◡-/◡-/
3.◡-/◡-/◡-/◡-/
◡-/◡-/
4.◡-/◡-/◡-
◡-/◡-/◡-/
5.◡-/◡-/◡-/◡-/-
◡-/◡-/◡-/◡-/-
◡-/◡-/◡-/◡-

Val-voetigh.

1.-◡/-◡/-◡/-
2.-◡/-◡/
-◡/-◡/-◡/-
3.-◡/-◡/-◡/-
-◡/-◡/
4.-◡/-◡/-◡/-
-◡/-◡/-◡/-◡/
5.-◡/-◡/-◡/-◡/
-◡/-◡/-◡/-

28Aengaende 't Rym-slot, heeft sijnen besonderen standt, nu ver-Ga naar voetnoot28 29volghende, als eenpaerigh; nu onderscheyden ende dat somtydtsGa naar voetnoot29 30van den eersten Sanck-treck, tot den derden, ende soo vandenGa naar voetnoot30 31tweeden tot den vierden; somtydts vanden eersten tot den vierdenGa naar voetnoot31Ga naar voetnoot31 32ende soo vanden tweeden tot den derden. Soo zijn dan in deseGa naar voetnoot32Ga naar voetnoot32 33Spreuck-beelden alle woorden met haer boeckstaven endeGa naar voetnoot33 34Letterstemmen gewoghen; om den sanck sijnen klanck te gheven,Ga naar voetnoot34 35van kort of lanck, licht of swaer, waermede de stemme overhandt 36of rysende, of vallende haer soetigheydt bekomt, soo in't lesen, tot 37nuttigheydt, soo in't singen tot vermaeckinge. Maer ghelijck deGa naar voetnoot37 38woorden meest al eenstemmigh zijn: alsoo konnense van haer sel-Ga naar voetnoot38 39ven of kort, of lanck ghebruyckt worden. Nemen nochtans haerenGa naar voetnoot39 40standt ende ghewicht, naer dat het volghende oft by ghevoeghdeGa naar voetnoot40 41woordt stem-krachtigh is: ghelijckmen in t'lesen oft singhen lich-Ga naar voetnoot41 42telijck aenmercken kan. Leest dan dese Spreuckbeelden, iae 43singhtse naer u welbehaeghen: het ende, jae de vrucht is een 44Sedich Leven, waer in een volle rust gheleghen is.

voetnoot+
Bedvyd-reden: nadere toelichting.
Op de dicht-ghestalte: over de dichtvormen (gebruikt in Sedigh Leven).
voetnoot1
in meerder weerde: meer gewaardeerd; tal-ghebonden: aan een bepaald aantal lettergrepen gebonden, metrisch.
voetnoot2
sanckwijs: zoals bij een lied; op sijn maete ghestelt: aan het metrum gebonden; als losvloedigh: (meer gewaardeerd) dan een niet metrisch vers.
voetnoot2
buyten dicht-dwanck: zonder metrische dwang; sanckmaet: versvoet, metrische maat.
voetnoot3
buyten dicht-dwanck: zonder metrische dwang; sanckmaet: versvoet, metrische maat.
voetnoot5
een-stemmighe: eenlettergrepige. Goropius Becanus bijvoorbeeld (Hermathena en Hieroglyphica (1580), heeft geattendeerd op de beknopte, monosyllabische structuur van het Nederlands. Omdat, volgens Becanus, onze grondwoorden éénlettergrepig zijn, hebben wij een veel grotere overvloed aan grondwoorden dan bijvoorbeeld het Hebreeuws (Jansen 1995, 296-297). Het monosyllabische karakter zal trouwens nog vaker als kwaliteit van de Nederlandse taal aangevoerd worden;
voetnoot6
ghemeynlijck: gewoonlijk; ghesteltenissen: versvormen.
voetnoot11
in de plaetse van: als vertaling voor, komt in de plaats van; Heroica: heroïsch vers, versvorm die typisch is voor het heldendicht, zoals de hexameter in de Grieks-Latijnse letterkunde. Heldendicht en klaagzang behoorden traditioneel tot het hogere stijlgenre (genus grande, genus maior), het epigram en andere korte versvormen tot het lagere stijlgenre (genus humile, genus minor);
voetnoot12
Elegica: klaagzangen.
voetnoot13
De kleyne, zijn alleen een deel vande groote: volgens F. Robortello, Aristotelescommentator, zou Aristoteles het epigram slechts als een klein onderdeel (particulam ualde exiguam) van de andere, grotere poëtische genres hebben beschouwd. Scaliger zet zich echter af tegen de bewering dat het epigram geen autonoom gedicht zou zijn (per se opus), dat het alleen maar een maioris poematis pars is, een onderdeel van een langer gedicht (Poetices Libri VII, 3.125, 24). Het epigram kan volgens Scaliger elk dichtgenre inhouden (‘Recipit autem omne genus poeseos’). Cf. P. Laurens, ‘Du modèle idéal au modèle opératoire: la théorie épigrammatique aux XVIème et XVIIème siècles’ in Balavoine (1986), 183-208.
voetnoot15
die oock verscheyden zijn: die ook verscheiden van aard zijn.
voetnoot18
ghelijck luydende letter stemme: gelijke klanken.
voetnoot19
ghelijck luydende letter stemme: gelijke klanken.
voetnoot22
overvoetigh: catalectisch; Catalectica: versslot waarbij in de laatste voet één of meer lettergrepen ontbreken. Is deze laatste versvoet volledig, dan spreekt men van acatalectisch vers.

voetnoot28
Aengaende: betreffende.
voetnoot29
als eenpaerigh: met gepaard rijm (aabb).
voetnoot30
vanden eersten... tot den vierden: gekruist rijm (abab).
voetnoot31
vanden eersten... tot den vierden: gekruist rijm (abab).
voetnoot31
somtydts ... tot den derden: omarmend rijm (abba).
voetnoot32
vanden eersten... tot den vierden: gekruist rijm (abab).
voetnoot32
somtydts ... tot den derden: omarmend rijm (abba).
voetnoot33
boeckstaven: letters.
voetnoot34
Letterstemmen: klanken.
voetnoot37
Maer ghelijck ... stem-krachtigh is: Omdat de woorden meestal eenlettergrepig zijn, kunnen ze op zichzelf kort of lang worden aangehouden naargelang de omgevende woorden al of niet beklemtoond zijn.
voetnoot38
Maer ghelijck ... stem-krachtigh is: Omdat de woorden meestal eenlettergrepig zijn, kunnen ze op zichzelf kort of lang worden aangehouden naargelang de omgevende woorden al of niet beklemtoond zijn.
voetnoot39
Maer ghelijck ... stem-krachtigh is: Omdat de woorden meestal eenlettergrepig zijn, kunnen ze op zichzelf kort of lang worden aangehouden naargelang de omgevende woorden al of niet beklemtoond zijn.
voetnoot40
Maer ghelijck ... stem-krachtigh is: Omdat de woorden meestal eenlettergrepig zijn, kunnen ze op zichzelf kort of lang worden aangehouden naargelang de omgevende woorden al of niet beklemtoond zijn.
voetnoot41
Maer ghelijck ... stem-krachtigh is: Omdat de woorden meestal eenlettergrepig zijn, kunnen ze op zichzelf kort of lang worden aangehouden naargelang de omgevende woorden al of niet beklemtoond zijn.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken