Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De wanhebbelyke liefde (1753)

Informatie terzijde

Titelpagina van De wanhebbelyke liefde
Afbeelding van De wanhebbelyke liefdeToon afbeelding van titelpagina van De wanhebbelyke liefde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.32 MB)

Scans (2.11 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

tragedie/treurspel
vertaling: Frans / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De wanhebbelyke liefde

(1753)–Philippe Quinault–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Zesde tooneel.

Hendrik, Adriaan, Agniet.
Hendrik.
 
Ik bén uw Dienaar, Jufvrouw Agniet; de uwe van gelyken
 
Kozyn Adriaan. Hoe sta je me beide zo aan te kyken?
 
Is het aan, óf af?
Adriaan.
 
't Is slimmer, als af.
Hendrik.
 
Waarom? hoe dat?
Adriaan.
 
Je hébt van jouw leeven geen wonderlyker tyding gehad!
Agniet.
 
De myne is ongelooffelyk!
Adriaan.
 
De myne buiten gedachten!
Hendrik.
 
Je geeft me duizend doodsteeken! Ai, doet me niet wachten.
Agniet.
 
Wél hoor: jouw Liefstes Moeder is op jou verliefd.
Hendrik.
 
Die Tootebél,
 
Op my verlieft! Wat komt my over? Och, ik dócht het wél,
 
Dat 'er iets schuilen moest, dat ik niet kon begrypen!
 
O Hémel! wat raad?
Adriaan.
 
Myn tyding zal u nóch wél anders nypen.
Hendrik.
 
Kan my grooter ramp overkomen, Kozyn Adriaan?
[pagina 21]
[p. 21]
 
Ik weet, dat ze me nu haar Dóchter nooit toe zal staan.
Adriaan.
 
Al stond ze u haar Dóchter toe, het zou je niet baaten.
Hendrik.
 
Ik verzoek niet meêr; wou ze me dat maar toe laaten,
 
Ze mogt me beminnen, zo lang ze wilde.
Adriaan.
 
Met één woord,
 
Haar Dóchter heeft zich verloofd.
Hendrik.
 
Zwyg Kozyn, óch, je vermoord,
 
Je vermoordme! Verloofd! maar aan wie dóch? doet het me weeten.
 
Kén ik hem?
Adriaan.
 
Ja, zo wél, als u zélf.
Hendrik.
 
Hoe is hy geheeten?
Adriaan.
 
Jy noemt hem Vader.
Hendrik.
 
Myn Vader aan Lucia verloofd?
 
Och vrienden, staat me by!
Adriaan.
 
Sus, sus, Héndrik, stélje hoofd
 
Wat geruster, je zoud dol worden; en 't zyn zaaken
 
Die gedaan zyn, én die men dus niet anders kan maaken.
Agniet.
 
Ik weet nóch eenige raad.
Hendrik.
 
Wat raad? ze is verloofd, zo je zegt,
 
En dat aan myn Vader! Och, ik ongelukkige knécht!
 
Was 't myn Vader niet, ik zou hem hals, én beenen breeken.
Agniet.
 
Ik zég, dat ik eenige raad weet; maar laat me voort spreeken.
Hendrik.
 
Och hébje raad, zo geefze me. Ik val om ver, uit ont stéltenis.
[pagina 22]
[p. 22]
Agniet.
 
Je moet weeten dat Geertrui zo op jou verslingerd is,
 
Als geen jong ménsch weezen kan; ga jy haar vryen.
Hendrik.
 
Is dat die goede raad? héb ik niet genoeg aan dat ééne lyen
 
Van myn Liefste te missen? zou ik noch met die ouwe Babyn,
 
Dat tandelooze vél trouwen?
Adriaan.
 
Neen, Héndrik Kozyn,
 
Ik zie wel, wat myn Engel zeggen wil.
Hendrik.
 
Wat wil ze zeggen?
Adriaan.
 
Zy hoopt daar door, uw Vaders huuwelyk te ontleggen.
Agniet.
 
Zo is 't: want men zal niet toelaaten, dat een Vader 't kind
 
Van zyn Zoons Vrouw trouwt; men is niet ontzind,
 
Of dol in dit Land, om dat te dulden: én veel minder
 
Dat een Moeder haar Schoonzoons Zoon trouwt! wat hinder
 
Is 'er te vreezen?
Hendrik.
 
Je hébt gelyk, ik bedankje voor die raad.
 
Ik kan dat wél vatten. Maar Jufvrouw Agniet, mag ik staat
 
Maaken op jouw woorden? Is 't met Geertrui zo geleegen
 
Als jy me zégt, én zou ik haar daar toe konnen beweegen?
Agniet.
 
In een oogenblik Héndrik, gaat 'er maar zo daatelyk by.
Hendrik.
 
Hoe! zo daatelyk? op een sprong?
Agniet.
 
Ja, zég ik, én boodschap vry
 
Uit myn naam, hoe dat zy 'er my zélf heeft om gebéden
 
Jou daar van aan te spreeken, én was 't doen'lyk te overréden.
 
Wy zullen je hier wachten. Ga, maakt'et maar klaar; wel hoe?
 
Hoe staje nu? 't is met een snap beschikt.
Hendrik.
 
Dat gaat 'er dan na toe.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken