Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het kleine geschenk 1946 (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het kleine geschenk 1946
Afbeelding van Het kleine geschenk 1946Toon afbeelding van titelpagina van Het kleine geschenk 1946

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.36 MB)

Scans (11.28 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.04 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
non-fictie/boekwetenschap


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het kleine geschenk 1946

(1946)–D.A.M. Binnendijk, Dirk van Gelder, G.H. 's- Gravesande, Insider, René Radermacher Schorer–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]

Wat het boek in bezettingstijd heeft beteekend

Zonder over statistische gegevens te beschikken, kan men toch wel vaststellen, dat de belangstelling voor het boek - ik denk dan in het bijzonder aan het letterkundig boek - in de achter ons liggende jaren vol verschrikking en terreur bijzonder groot is geweest.

In de boekwinkels - zoolang zij tenminste nog over eenigen voorraad beschikten - trof men dikwijls een drukte aan, die men er vroeger alleen vond in de dagen voor St. Nicolaas en Kerstmis.

De vroeger ‘krakende’ zolders - en daar lag niet het meest waardevolle! - raakten zelfs leeg. Velen werden onvoldaan naar huis gezonden omdat het boek, dat zij wilden koopen, al bleek uitverkocht te zijn.

De bibliotheken werden meer dan ooit bezocht. De prijzen, die gemaakt werden op de openbare veilingen - waren de koopers wel allen Nederlanders? - bereikten een ongekende hoogte. En toen het zoogenaamde ‘illegale’ boek onder de toonbank verscheen, betaalde men zonder veel aarzeling de toch meestal zeer hooge prijzen.

[pagina 6]
[p. 6]

- Het ‘vrije boek in onvrijen tijd’ vormt echter een hoofdstuk op zich zelf. Gebrek aan plaatsruimte belet mij hierover op deze plaats meer te zeggen. Alleen dit: de prijzen daarvoor besteed zijn niet in alle gevallen te vergelijken met die van de overige boeken in oorlogstijd verkocht. -

Mogen wij uit deze feiten zonder meer de conclusie trekken, dat het boek in bezettingstijd voor velen een bijzondere beteekenis heeft gehad? Met eenig voorbehoud meen ik deze vraag bevestigend te mogen beantwoorden.

Wij moeten natuurlijk hen geheel uitschakelen, die het boek kochten, omdat alle andere ‘goederen’ - behalve misschien bloemen - in onze winkels niet meer te vinden waren, aangezien onze beschermers al spoedig hadden gezorgd voor een transport naar de ‘Heimat’.

Wij laten ook buiten beschouwing de koopers van het boek, die er een geldbelegging in zagen, al mogen wij wel constateeren, dat hun visie nog niet zoo'n slechte is geweest.

‘In books lies the soul of the whole past time’ - schreef Carlyle. En ‘the whole past time’ was voor ons allen zoo heel veel beter geweest dan de tijden, waarin wij onder de bezetting gedwongen werden te leven. Was

[pagina 7]
[p. 7]

het te verwonderen, dat de mensch vluchtte in het boek? Was daar niet de vergetelheid te vinden, al was het dan maar voor eenige uren? Bracht het boek hem niet in een andere wereld? En was dit niet een van de weinige mogelijkheden het dagelijks gruwelijk gebeuren te ontvluchten en naar de andere ‘werelden’ te reizen, nu dat op andere manieren niet meer doenlijk was?

Een groot philosoof meende, dat het goed zou zijn boeken te koopen als men den tijd om ze te lezen er bij kon koopen. Bij alles wat de vijand ons afnam, gaf hij ons - al zal dat zeker niet in zijn bedoeling hebben gelegen - tijd om te lezen. Tijd die ons in de vooroorlogsche jaren zoo dikwijls ontbrak. Immers de tijdschriften en couranten verdwenen of werden meer en meer onleesbaar. De reismoeilijkheden - al heel spoedig met de auto, later met den trein, het rijtuig en in de laatste jaren zelfs met de fiets, maakten ons minder uithuizig. Men kocht boeken voor zoover dat nog mogelijk was en zij, die zoo gelukkig waren er te bezitten vonden nu tijd ze te herlezen, iets waartoe zij in de vooroorlogsche jaren zoo zelden kwamen. Ongetwijfeld is dan ook voor velen het boek een groote vervulling geweest.

[pagina 8]
[p. 8]

Maar voor hoevelen onder die talrijke lezers is het boek méér dan een vulling van tijd geweest?

Dr. Bierens de Haan noemt terecht de werking van het boek niet verstrooiïng doch inleiding. ‘Verstrooid worden wij door de krant; verstrooiïng is divergeerend, van het gebeurde hier meegedreven worden naar het gebeurde elders, aandacht verplaatsing naar alles en nog wat.’

‘Inleiding is concentratie binnenwaarts; de beelden, die uit het boek tot ons komen, wijzen naar binnen. De zin der dingen wordt innerlijk verstaan.’

Voor de meesten zal het boek wel verstrooiïng gebleven zijn.

Patriotisme deed de menschen terecht in die jaren niet naar bioscopen en schouwburgen gaan. Licht amusement ontbrak of kon geen bezoekers trekken.

Men greep naar het boek en trachtte daar te vinden, wat men elders missen moest. ‘People in general do not willingly read, if they can have anything else to amuse them’. Dat andere ontbrak of werd in ieder geval niet meer opgezocht. Bovendien was het gebeuren om ons heen meer en meer zoo benauwend, dat men

[pagina 9]
[p. 9]

al uit zelfbehoud naar een vluchtheuvel zoeken moest.

Dat de achter ons liggende jaren ons tot een boekenminnend volk zouden hebben gemaakt, lijkt mij zeer onwaarschijnlijk. Daartoe waren de motieven van de vlucht in het boek meestal niet de ware. Toch blijft het mogelijk, dat uit dit alles eenige winst voor het boek kan resulteeren.

Van hen, die de bezettingsjaren tot het boek gebracht hebben - om welke reden dan ook - zullen er zeker eenigen zijn, die in jaren van vrede het boek niet meer zullen willen missen, omdat zij het werkelijk ontdekt hebben. Dat aantal schat ik echter klein. Ook S. Vestdijk meent - hetgeen mij bleek uit een artikel van zijn hand in het Maandblad voor Kunst en Kultuur, waarin hij schrijft over de toekomst der kunst - dat men wat de literatuur betreft over de geheele linie op een achteruitgang bedacht dient te zijn.

De amusementen van vóór den oorlog komen terug. De tijd om te lezen zal weer moeilijker te vinden zijn en velen zullen het boek weer het boek laten.

In bezettingstijd heeft het boek een taak vervuld. Voor de werkelijke boekenliefhebbers -

[pagina 10]
[p. 10]

een aantal, dat steeds vrij klein is geweest en dat ook wel zal blijven - is het boek meer dan ooit een steun geweest, dien zij zeker niet in de allersomberste tijden hadden willen en kunnen missen. Voor anderen bracht het verstrooiïng. Maar die was er ook noodig, meer dan ooit! Mogen zij, die naar het boek grepen om verstrooiïng te vinden, er meer in gevonden hebben.

Is dit het geval dan zullen zij het boek ook in betere jaren niet willen missen. Voor hen en voor het boek zal de winst zeker niet gering zijn.

 

M.R. Radermacher Schorer


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken