Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.08 MB)

Scans (10.77 MB)

ebook (3.28 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1906)–Hilda Ram–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 244]
[p. 244]

Een schoone Octoberdag

 
Hoe lacht de zon uit den klaren hemel
 
De winterende aarde toel Hoe schoon
 
In de gulden stralen ligt daar de moede!
 
Hoe spreidt ze voor 't laatst haar pracht ten toon!
 
 
 
Zie! dien blauwigen nevel daarginder,
 
Hoe 't koesterend licht zijn sluiers doordringt
 
En over velden en beemden en welden
 
Nog eens hem de heerschappij ontwringt!
 
 
 
Weer knikken de sierlijk wieglende kruinen
 
Op 't gras hun dartele schaduw toe;
 
Weer speelt in 't vale, bruine loover
 
Het fluisterend koeltje, nimmer moe;
 
 
 
En 't bladje, reeds bereid tot vallen,
 
Aarzelt, hecht aan den stam zich vast:
 
Het is, of de reeds versteven sappen
 
Weer klimmen onder den ruwen bast.
 
 
[pagina 245]
[p. 245]
 
't Vogelken dat door de nijdige stormen
 
Zijn schommelend nestje verwoesten zag,
 
Vergeet zijn kommer, vergeet zijn lijden,
 
Neuriet een lied, als 't des Zomers plag.
 
 
 
En 't bloemken, gedoemd in zijn knop te sterven,
 
Verstikt door de zware dampen der nacht,
 
Recht zijn kwijnend stengeltje, opent
 
Verrukt zijn geurig kelkje en lacht!
 
 
 
Weer kabbelt het beekje, weer ruischt en vliet het,
 
Door wind noch verstijvende kou gestoord;
 
Weer speelt en malt het met 't zonnig straaltje,
 
Het vischje en 't bloempje, dat knikt aan zijn boord.
 
 
 
Weer kwaken de eenden en schudden hun veeren;
 
Weer zingt de lustige krekel in 't gras;
 
Planten en dieren, alles verheugt zich
 
Of dood en vernieling niet nakend was!
 
 
 
Weer stoeit de lieve jeugd in 't vrije
 
En juicht en jubelt, huppelt en speelt!
 
Weer komt de sukklende ouderdom buiten...
 
Wie weet of voor 't laatst hem de zon niet streelt!
 
 
 
O, wen des levens Winter zal naken,
 
De Winter, die nooit meer in Lente smelt,
 
O moog' dan herinring een zonnig straaltje
 
Spreiden, waar weemoed mij 't hart beknelt!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken