Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wat zei, wat zong 'dat Kwezeltje' (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wat zei, wat zong 'dat Kwezeltje'
Afbeelding van Wat zei, wat zong 'dat Kwezeltje'Toon afbeelding van titelpagina van Wat zei, wat zong 'dat Kwezeltje'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.48 MB)

Scans (89.78 MB)

ebook (4.19 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wat zei, wat zong 'dat Kwezeltje'

(1898)–Hilda Ram–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Aan Moeder

 
Neen, moeder-lief, neen, nog niet sterven!
 
't Is waar, wij zijn geen kindren meer,
 
Doch kunnen des te min u derven,
 
En o! wij voelen des te zeer
 
Hoe 't ons door hart en ziel zou kerven.
 
Laat onze kindren u aanschouwen,
 
Opdat uw ernstig, zoet gelaat
 
Zich prente in hunner zielen vouwen,
 
Opdat dit beeld voor alle kwaad
 
In 't later leven hen doe grouwen!
 
Neen, moeder-lief! neen! sterf nog niet!
 
 
 
Tijd kwam uw wezen sprekend maken:
 
Hij lijstte 't om met zilvergrauw,
 
Schreef zorg op uw bestorven kaken,
 
Doofde in getraan uw oogenblauw,
 
Doorgroefde uw voorhoofd, moe van waken.
 
Uw handen kwam hij dorren, gelen,
 
Van arbeid spreken ze in hun rust.
 
Ze waren, och! zoo zacht bij 't streelen,
 
En nog, waar smarte dient gesust,
 
Hoe liefdrijk weten zij te heelen!
 
Neen, moeder-lief! neen! sterf nog niet!
[pagina 4]
[p. 4]
 
Gij, moeder, zijt de sterke keten,
 
Die heel 't gezin te zamen bindt.
 
Hoe schoon, wanneer rond u gezeten
 
Uw zeven dochters, eensgezind,
 
Hun wel en wee om u vergeten!
 
Want, zoo uw kracht en moed vergingen,
 
Zijn wij niet daar, die rond u staan,
 
En om uw sponde elkaar verdringen?
 
Wat hebt gij niet voor ons gedaan?
 
Laat ons ook u met zorg omringen!
 
Neen, moeder-lief, neen, sterf nog niet!
 
 
 
Hoe schoon, wanneer, een traan in de oogen,
 
Gij spreekt van die zijn heengegaan...
 
Het is of weder, uit den hoogen
 
Gedaald, zij in ons midden staan.
 
Maar wat! zoo Gij ons werd onttogen?...
 
Gij droogdet onze kindertranen,
 
- Die dauw, die van het bloemken valt -
 
En, nu in 't bruisen van de orkanen,
 
In 's levens kamp, de noodhoorn schalt,
 
Zoudt ge ons van uwe liefde spanen?
 
Neen, moeder-lief! neen! sterf nog niet!


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken