Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Over-Ysselsche sangen en dichten (1930-1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van Over-Ysselsche sangen en dichten
Afbeelding van Over-Ysselsche sangen en dichtenToon afbeelding van titelpagina van Over-Ysselsche sangen en dichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.47 MB)

Scans (21.47 MB)

XML (1.34 MB)

tekstbestand






Editeur

W.A.P. Smit



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Over-Ysselsche sangen en dichten

(1930-1935)–Jacobus Revius–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Paradijs.

 
Wat soecty naden tuyn die Adam was gegeven,
 
En daer hij om sijn schult is weder wt-gedreven,
 
Die vande water-vloet mach wesen wech-gevaecht!
 
Ick weet een ander, die geen slechter vruchten draecht.
5[regelnummer]
Den Bibel is den hof, dat costelijcke Eden,Ga naar voetnoot5
 
Dat waerde paradijs. waerin als ick ga treden
 
Ick vinde s'levens boom, Gods sone, God en man,
 
Die t'leven wt den doot de sijne geven can.
 
Ick sie aldaer geplant den boom der clare kennis
10[regelnummer]
Van goet en oock van quaet (den eter niet tot schennis
 
Maer om de reyne deucht te kiesen, voorgeset,
 
En t'bose te ontgaen): de goddelijcke wet.
 
Oock bomen altijt groen als in haer eerste lenten,
 
De leeraers van Gods woort wt beyde testamenten.
15[regelnummer]
Int midden doet hem op een springende fonteyn,
 
Die in vier aderen het ongevalschte greynGa naar voetnoot16
 
Van gout en peirlen draecht aen dieder niets van wisten,
 
De blijde nieuwe-maer der vier evangelisten.
 
Hier hoor ick Godes stem, die Adam vande vlucht
20[regelnummer]
Herroepet, met een sterck doordringende gerucht.
 
Hier ruysschen sijne tree'n, hier laet hij my gevoelen
 
Den aengenamen wint mijn siele te vercoelen:
 
Den wint de Heyl'ge Geest, die wonderlyc verquickt
 
De herten inden brant der droefenis verstickt.
[pagina 22]
[p. 22]
25[regelnummer]
Wat vraeg' ick na t'voorlee'n? dit Eden wil ick bouwenGa naar voetnoot25
 
Tot dat mijn ogen eens het hemelsche aenschouwen.
[tekstkritische noot]Paradijs, Hs. van Revius in C met plaatsaanduiding; 10. eter: eerst ‘mensche’; 14. woort: eerst ‘wil’; 16. ongevalschte: eerst ‘alderfijnste’.

voetnoot5
v.v., voor de beschrijving van het paradijs hier en in de beide volgende verzen zie men Genesis 2:8-15.
voetnoot16
greyn: korrel, zaad.
[tekstkritische noot]Paradijs, 25. t'voorlee'n: eerst ‘het oud’.
voetnoot25
bouwen: bewerken.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken