Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
'Ik' (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van 'Ik'
Afbeelding van 'Ik'Toon afbeelding van titelpagina van 'Ik'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.66 MB)

Scans (19.34 MB)

ebook (3.23 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

'Ik'

(1904)–Jeanne Reyneke van Stuwe–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 103]
[p. 103]

10 December.

Voorbij alweer. Ik ben altijd blij, als een dergelijke corvée achter den rug is. Nu, ik geloof wel, dat iedereen zich heeft vermaakt; in zooverre is dus ons doel bereikt. Want, het is maar al te dikwijls het geval, dat de gasten zich even hopeloos embêteeren, als zich de gastvrouw dat doet.

Eerst dronken wij thee. En al dadelijk, gelukkig! had zich een levendig, algemeen gesprek ontwikkeld. Fred heeft een groote gemakkelijkheid in het vinden van aanknoopingspunten van discours; ikzelf zit gewoonlijk óok niet met den mond vol tanden, en Charles, met zijn luidruchtigheid en zijn droog-komiekheid, (die soms van een qualité een défaut worden,) is voor een avondje juist een dankbaar element. Meta is uitstekend geschikt, om de stille exemplaren rustig bezig te houden, en met behulp van deze vier verscheidenrijke krachten, kon niemand zóo veeleischend zijn, zich nu nog te vervelen.

En na de thee zaten er twee partijtjes in de serre te spelen: Fred, Meta, heer en mevrouw Boekers, heer en mevrouw van Vessem, en heer en mevrouw van Linden. De overblijvenden, allen jongelui, (o, neen, behalve ik) amuseerden zich in de suite bij de piano, of in den salon. Van dansen kon natuurlijk geen sprake zijn, hier op dit bovenhuis. Enfin, daar niemand daar, zooals van zelf spreekt, op gerekend had, kon het ook voor niemand een teleurstelling zijn.

[pagina 104]
[p. 104]

Ru en Vic waren heel aardig samen. Daar zij elkander al van hun jeugd af kennen, is er een groote natuurlijkheid in hun omgang, die het niet tot een horreur maakt, dit geëngageerde paar in je nabijheid te hebben. Charles bracht zijn repertoire van malle liedjes ten gehoore:

 
Klingling, bumbum und rschingdada,
 
Zieht im Triumph der Perserschah?

en:

 
Ein jeglich Ding hat seine Zeit...

en:

 
Vieilles femmes, jeunes maris
 
Feront toujours mauvais ménage.
 
On ne voit point le papillon
 
Sur la fleur, qui se décolore...
 
 
 
Chacun de nous a sa folie...

enz. enz. zoo tot in het oneindige. Olda van Heemstede speelde piano, en zong duetten met Bertha, en wij, overigen, luisterden, of zaten in den salon een beetje te praten, of de reis-photographieën van Charles te bekijken.

Kolhorn is wel erg leelijk, maar hij is heel aardig ook. Ik weet wel, het ligt tenminste voor de hand, dat hij tegenover alle vrouwen zoo is, als tegen mij, - maar ben ik in het gezelschap, dan neemt hij van niemand notitie. Fred ziet het natuurlijk best, maar hij weet wel, dat Kolhorn een brave jongen is, en nog beter weet hij het van zijn vrouw, hoe braaf die is. Dus...

[pagina 105]
[p. 105]

verstoort hij onzen amusanten omgang niet.

Bovendien, wat gebeurt er? Noch onze blikken, noch onze gebaren, noch onze woorden overschrijden ooit de grens der (welk woord moet hier volgen? ik zal maar zeggen:) betamelijkheid. (Van mij is dit natuurlijk, - maar de zijne toch ook niet, nooit.) Hij heeft alleen een aangenaam hoffelijke manier, om mij zijn hulde te toonen, en ik apprecieer het van hem, dat hij de eeuwige runderlappen van mijn dagelijksch leven zoo nu en dan, door een pikante saus, of door mixed pickles, verorberbaar (wat een woord!) maakt. (Of heb ik deze geestigheid al eens in mijn dagboek gedebiteerd? het kan best zijn, ik ben zóó weinig oorspronkelijk!)

Kolhorn vindt Charles wel aardig; ik herinner mij bijvoorbeeld, dat wij in den salon waren, en Charles in de andere kamer te rumoeren stond. En dat wij hoorden:

 
Boyabus kissibus
 
Sweet girlorum..,

- O, riep ik, dat is weer een van die vrééselijke geestigheden van Charles! Nu zullen we ook wel dadelijk krijgen: Rood als vuur...

En werkelijk, toen Charles met emphase geeindigd had:

 
Fatherus hearibus
 
Kissum sonorum!
 
Bootibus kickibus
 
Out of the doorum!

riep hij vlak daarop:

[pagina 106]
[p. 106]

- Rood als vuur staan gipsen mieren in den tempel. Mooi zoo!

Kolhorn moest lachen.

- Wat beteekent dat dan? vroeg hij.

- O! riep ik weer. Daar heeft ie me 's 'n heelen dag mee vervolgd! Dat is 'n phrasetje, dat ie als kind gebruikte, om de zeven wonderen van de wereld goed te onthouden, - rood is Rhodes, vuur is vuurtoren, staan is standbeeld, gipsen is Egypte, enz., immens, onmenschelijk flauw.

Maar Kolhorn deelde mijn verontwaardiging niet. Hij lachte weer, en vond Charles nog zoo mis niet.

Zou hij misschien een geschikte associé zijn voor Charles?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken