Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zeventien (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zeventien
Afbeelding van ZeventienToon afbeelding van titelpagina van Zeventien

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.40 MB)

Scans (17.56 MB)

ebook (3.24 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zeventien

(1904)–Jeanne Reyneke van Stuwe–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 29]
[p. 29]

Zondag, 30 September.

Tante wilde graag, dat ik vanmiddag met haar een paar kennissen ging bezoeken. Conversatie heeft tante anders bijna niet, maar aan de weinige families, waarmee zij omgang houdt, wou zij mij graag eens voorstellen. Ik zei natuurlijk, dat het goed was, en kleedde mij in mijn grijs tailor madecostuum, dat mij zoo netjes zit, en zette mijn Italiaansch strooien hoed met witte veeren op. Bernard uitte bewonderende geluiden, toen ik beneden kwam. Hij was ook in visite-toilet.

- Zoo? ga je mee?

- Ja, 'k moet toch 's hooren, wat ze van je zeggen, de menschen.

Nogal een handig antwoord van hem, nadat tante aan de koffietafel verklaarde, dat haar zoon aan visitesmaken een broertje dood had.

Het eerst gingen wij naar de familie van tante's piano-juffrouw; de juffrouw woont met haar Mama en heeft ook een nichtje aan huis, een Indisch meisje, ongeveer zoo oud als ik. Florence, zoo heet ze, heeft een dom, onbeduidend gezicht, maar is nogal goedig, schijnt het.

Ik bracht haar een beetje aan den gang met praten, haalde ook Bernard in het gesprek, die zich toch bleef vervelen, en hoorde ten slotte met niet veel pleizier tante den wensch uiten, dat Florence en ik veel bij elkaar zouden komen.

- Ja, kom maar eens, zei ik goedig bij het afscheid nemen; tot meer was ik niet in staat.

[pagina 30]
[p. 30]

Het volgend bezoek werd gebracht aan een ongetrouwde dame van dubieusen leeftijd, nog een soort nicht van tante, die het druk met Bernard had; bijvoorbeeld zei: Wij weten 't wel samen, hè, Bernard? of hem plaagde met ondeugendheidjes uit zijn jeugd, waar zij, zooals zij beweerde, ‘alles van wist’. Ik was bij deze visite een vrij overbodig element, maar wist mij beleefd en vriendelijk te blijven gedragen. Zij had het ook druk met tante over de V.V.V., waarvan zij lid is, wérkend lid natuurlijk, en eindelijk zei ik - 't was me onmogelijk niet uit te spreken, wat plotseling in me op was gekomen - quasi-onnoozel:

- V.V.V., - wat beteekent dat toch... Venus Vulgivaga Victrix?

- Gerardina! zei tante, heel rood, en zonder te lachen. Bernard onderdrukte correct een proestbui, maar hij stikte bijna.

Maar de juffrouw had het niet eens begrepen.

- Nee... zei ze vaag, 't beteekent Vrije Vrouwen Vereeniging, wist u dat niet? En elke rechtgeaarde vrouw moest daar lid van zijn, zoo is mijn opinie althans... en nog een vol kwartier draafde ze door.

Buiten moest ik natuurlijk van tante het noodige hooren over mijn werkelijk ‘schandelijk’ gedrag. Ik gaf haar deemoedig gelijk, toch trachtend mij te verontschuldigen, door te zeggen, dat de juffrouw het immers niet had begrepen.

- Dat kon je vooruit niet weten... En nu waarschuw 'k je voor 't vervolg, dat je altijd eerst nadenkt, vóor je spreekt. Dat is 'n groot

[pagina 31]
[p. 31]

gebrek van je; we hebben 't 'r al meer over gehad... je moet je héusch meer in acht leeren nemen.

- Hoe kwám je er op! zei Bernard, nog steeds nalachend om die goede mop.

- 't Viel me opeens zoo in... maar 'k was toch blij, toen ik merkte, dat juffrouw De Vaste 't niet eens begreep.

- 't Is anders 'n héél ontwikkelde vrouw... verdedigde tante ijverig haar nicht-vriendin.

Nu, ik ontkende dit niet, want ik heb niet de eer van juffrouw De Vaste's geestelijke beschaafdheid op de hoogte te zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken