Zeventien

19 October.

Ik sprak tante over het concert, en het bleek mij, dat zij daarover in full excitement verkeert. Zij wil vriendin Betsy een bouquet vereeren; de linten daarvan moeten in goud met den datum van het concert bedrukt en versierd met alpenroosjes en edelweisz worden. Allerliefst toepasselijk, daar de door juffrouw De Haas te zingen liederen getiteld zijn: Alpenrose en Edelweisz. Ik beloofde dadelijk aan Meta te zullen schrijven, om van die bloemetjes over te zenden, 't zij nagemaakt, 't zij

[p. 70]

echt. En tante vroeg mij mee om boodschappen te doen; eerst moesten wij wit-satijnen linten uitzoeken, en die daarna aan den drukker brengen.

Wat zal ik aandoen op het feest? Mij dunkt mijn crême pakje, dat, dood-eenvoudig, mij toch aardig staat. Bernard zegt, zich ook erg op het concert te verheugen: hij pikeert zich muzikaal te zijn, omdat hij wel eens een streekje doet op zijn viool.