Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zeventien (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zeventien
Afbeelding van ZeventienToon afbeelding van titelpagina van Zeventien

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.40 MB)

Scans (17.56 MB)

ebook (3.24 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zeventien

(1904)–Jeanne Reyneke van Stuwe–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

29 October.

Gisterenavond heeft het concert dan waarlijk plaats gehad. Den heelen morgen heerschte er groote onrust in den huize, omdat de bouquet voor juffrouw De Haas nog steeds niet was gearriveerd. (De bouquet moest hier worden gebracht, omdat tante er de linten nog om moest doen). Toen het elf uur was geworden, dreef tante de oude Mietje naar den bloemist, ofschoon ze onwillig zei: ‘Die zel toch wel komme’, en ze ging dan ook; (Rika was naar de kerk) maar nauwelijks was ze uit

[pagina 77]
[p. 77]

het gezicht, of de knecht met de doos stapte het hekje binnen. Aan de deur kreeg hij van tante een fel standje in plaats van een fooi, en toen gingen wij de doos aan het openen. De bouquet was mooi, alleen wit (waarvoor die aardigheid dient, begrijp ik niet), en de linten, met de gouden letters, de alpenroosjes en de edelweiszjes werden er spoedig door tante's vaardige vingeren aan bevestigd. Maar hoe nu den bouquet bij juffrouw De Haas te krijgen?

- Laat u 'm dan niet vanavond geven?

- Welnee, kind, welnee! die is voor de juffrouw zelf, en niet voor 't publiek.

Besloten werd, dat Mietje, als zij terugkwam, met de tram de doos zou expedieeren. Maar Mietje allernijdigst om haar vergeefschen tocht en het vochtige weer, dat zoo slecht was voor haar rheumatiek, had zooveel bezwaren, dat Bernard zei:

- Waarom wacht u niet, tot Rika uit de kerk komt?

waarop tante zei, dat hij dan maar moest gaan, anders werd het te laat (waarvoor?) en zoo werd Mietje tóch weer uitgestuurd, om een rijtuig te gaan bestellen. Bernard wou niet met de doos, tante vertrouwde den bouquet niet in zijn handen, zoo werd deze na eindelooze deliberaties in een vaas gezet, en kon Bernard vertrekken.

De juffrouw was erg blij, maar nam toch 's avonds den bouquet niet mee.

Na het diner gingen wij ons kleeden, en ik was daarmee nog bezig, toen tante, al geheel gereed, in mijn kamer kwam, en vroeg:

[pagina 78]
[p. 78]

- Heb je ook soms pepermuntjes, om mee te nemen?

- Pepermuntjes? nee, tante, die heb ik niet.

- O, maar 'k dacht, je had altijd snoeperij?

- Heb ik altijd snoeperij? Dat zou ik wel willen! Omdat 'k van Ma 'n voorraad chocolat Mexicain heb meegekregen? Daar heb 'k Bernard eerlijk van meegedeeld, - ú hebt bedankt. Anders heb 'k nooit iets gehad.

- Ja, chocola is nou ook minder, als je maar geen andere dingen eet, snoepen vind ik iets zóó verderfelijks...

- Och nee, ik kan niet zeggen, dat ik dat zóó verschrikkelijk vind, zei ik kalm, en stak mijn kleine gouden broche vast op mijn boord.

- Ik wèl... ik wèl... en 't is goed, dat je weet, hoe ik d'r over denk.

- O, ja.

Toen tante deze haar opinie had ten beste gegeven, werd ze weer vriendelijk, en prees den eenvoud van mijn toiletje.

Ik zag er werkelijk niet onaardig uit, in mijn pakje van crême cachemire, het jacquetje met mooie kant gegarneerd, en om het middel lange lichtgele linten. Tante was in het zwart satijn; ze draagt altijd liggende boorden, omdat ze geen hooge kan velen, maar nu was haar japon zelfs een centimeter of drie uitgesneden, zoodat haar roode hals in al zijn glorie te zien kwam. Een enorme diamanten broche was tusschen de smalle zwarte kant der omlijsting gestoken. Over haar arm hield ze haar avondmantel, gemaakt uit den kostbaren palmen-

[pagina 79]
[p. 79]

sjaal van haar Moeder, hetgeen wel wat bizar lijkt, maar toch, ook door de geelzijden voering, geen kwaad effect maakt, en in haar hand droeg ze haar zwart glacé handschoenen, haar ouderwetschen waaier en een capuchon. Ik trok mijn langen, lichtgrijzen mantel aan, en nam een wit doekje mee, om over mijn hoofd te slaan.

Per rijtuig gingen wij naar Concordia, en vonden spoedig onze gereserveerde plaatsen op de derde rij. Het geheele gezelschap De Haas was al verzameld: oude mevrouw, de juffrouw, Florence (in 't rose), een paar leerlingen en de heer Berman, die accompagneeren zou. Wij zetten ons: tante, dan ik en Bernard op den hoek, en het concert begon.

Wij genoten een klavier-quartet van Beethoven, een Introduction et Rondo Capriccioso van Saint-Saëns voor viool (door een Bredanaartje, maar heel goed) en daarna werd de juffrouw opgeleid. Met haar zware alt doordaverde zij de zaal, dat het heele publiek met open mond zat te luisteren, en na het slot van Die Alpenrose:

 
O, selig der, dem wohlgeborgen,
 
lm oft durchfrosteten Gemüth,
 
Hoch über allen Erdensorgen
 
So eine süsze Blume blüht!

daverde de zaal nogmaals van het applaus.

Medewerkers waren ook drie Leidsche studenten, die het eeuwige trio van Niels Gade af-pianoden, -vioolden en -celden, en in de pauze onze rij met hun tegenwoordigheid kwamen beglücken. De

[pagina 80]
[p. 80]

cellist was een nogal aardige jongen; hij had Meta wel eens op een bal ontmoet, en praatte veel met mij. Na de pauze traden zij nog eens op, en galmde ook de juffrouw nog een aantal liederen uit. Daarna nog wat viool, wat piano, en die pret was weer gedaan. Maar nu zou het juist gezellig worden; Juffrouw De Haas inviteerde ons drietal nog wat te blijven plakken, er bleven nog meer: haar leerlingen en de studenten en haar accompagnateur... maar het mocht niet baten: tante sleepte de kinderen mede naar huis.

Florence smeekte:

- Mevrouwtje!... mevrouwtje!... Laat Ina dan blijven, ja? De Alewijns kunnen haar thuisbrengen, straks, - en ik vernederde mij door te vragen: ‘Hé, ja, tante, laat me...’ (vernederen, omdat tante het niet toestond) totdat ik mijn schouders ophaalde, en, woedend uit mijn humeur, Bernard's arm nam, om mij buiten de zaal te laten geleiden. Even fleurde ik wat op, toen ik bij den uitgang Fred ontdekte, en hem een hand geven en een paar vriendelijke woorden van hem krijgen kon, maar onmiddellijk zonk weer mijn luim, toen ik den goedig-beschermenden, halfgeamuseerden blik opving, waarmede hij Bernard en mij nakijken bleef. Kinderen, natuurlijk, wij zijn nog maar kinderen!

Thuis schonk tante ons een glas rijnwijn, en dronk op het succes van haar vriendin, maar ik was zoo weinig geanimeerd, dat Moeder-en-zoon mij vroeg: of ik geen pleizier had gehad? waarop ik koel-onbeleefd (dit later betreurende) antwoordde:

[pagina 81]
[p. 81]

- Och, jawel... maar 'k heb wel 's meer 'n concert bijgewoond... dat is voor mij nu niet zoo'n verschrikkelijk evenement...

Ik moest mijn woorden betréuren, omdat er opeens een storm over mij losbrak: van tante waren het bespottingen over mijn veel uitgaan in Den Haag, van Bernard nijdig-jaloersche uitvallen over mijn ‘flirten’ met den student, dat ik zeker graag nog wat had voortgezet. Ik eclipseerde, zoo spoedig doenlijk, naar mijn kamer.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken