Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zeventien (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zeventien
Afbeelding van ZeventienToon afbeelding van titelpagina van Zeventien

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.40 MB)

Scans (17.56 MB)

ebook (3.24 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zeventien

(1904)–Jeanne Reyneke van Stuwe–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

22 November.

Tante stelt mij geen uitgangetje voor: Van Beveren is komen koffiedrinken, zoo heb ik dus tijd om te schrijven.

Voor Ma en Meta heb ik aardige Sint-Nicolaascadeautjes gekocht. Ook lekkers en banket, zoodat het een heel pak is geworden en mijn liefjes het op dien avond toch zeker wel wat gezellig zullen hebben. Wat zal Ma die surprises aardig vinden, dat hondenhokje bijvoorbeeld, dat op zichzelf al een snuisterijtje lijkt, en het kluwen touw. En Meta dat groote, roode hart, waar het gouden broche in zit, en dat leitje met den agaten pennenhouder. Ik hoop, dat Ma die zelfgemaakte réti-

[pagina 92]
[p. 92]

cule veel zal gebruiken. Voor tante heb ik een antimacassar geborduurd, nogal mooi, en voor Bernard vervaardigde ik een rood-flanellen viool-dekker met zijn initialen in goudkleur. Ik geloof, dat wij den avond bij de familie De Haas zullen doorbrengen, ik zal tante dus eens raadplegen over de cadeaux te geven aan mevrouw, de juffrouw en Florans. Fred krijgt van mij een bewerkt vloeiboek, ik denk wel, dat hij het aardig zal vinden, en aan de meisjes Veldenaar laat ik wat borstplaten sturen. Dan heb ik om iedereen gedacht, geloof ik.

Eergisteren na de koffie was ik op Bernard's kamer; Van Beveren had mij gevraagd, of ik geen Herrig's had, om uit te vertalen, en daar Bernard wist, dat ze in zijn boekenkast stonden, gingen wij ze samen zoeken.

Hij moest weg, vóor wij ze hadden gevonden; ik bleef dus nog boven, en keek toevallig uit het raam, toen hij het hekje dicht trok. Hij zag naar boven, groette lachend met zijn hoed, ik wuifde terug met de hand. Al gauw vond ik de Herrig's en ging naar beneden, om ze in mijn kastje te bergen. In de kamer was tante; ze had de zich in den muur bevindende provisie-kast ontsloten, en was daarin druk aan het scharrelen, met van die kort-afgebroken, zenuwachtige bewegingen, die ik zoo langzamerhand als de voorboden van een uitbarsting heb leeren beschouwen. Ik deed natuurlijk, of ik niets merkte.

- Ik heb ze, tante!

Geen antwoord. Ik lette er niet op, maar ordende bedaard mijn boeken.

[pagina 93]
[p. 93]

Op eens keerde zij zich om, en keek mij aan; ze zag heel rood, en haar oogen waren nijdig en klein.

- Toen juffrouw De Haas me vertelde, dat haar Mama zoo jaloersch was, heb ik d'r om gelachen... geláchen, omdat 'k niet wist, wat jaloersch zijn is... Maar vanmiddag, voor 't eerst van m'n leven, heb 'k 't gevoeld; 't was, toen Bernard weg-ging, en niet naar mij keek, ofschoon 'k, zooals altijd, achter de deur stond, maar naar boven, naar jou.

Ik zweeg natuurlijk. Wat kon ik zeggen? Maar prettig was mijn toestand niet. Ik vond 't dwaas, dat tante jaloersch was geweest, maar nóg dwazer, dat ze 't me zei. Bovendien, ze zag er zoo vertrokken van boosheid uit, dat ik begreep, hoe ze een oogenblik iets als haat tegen mij moest hebben gevoeld.

- En dat is nu, zoo oud als Bernard is, de éerste keer...

- Kom, tante! zei ik quasi-opgewekt. 't Was nu zoo toevallig, dat ik boven was, dat gebeurt nooit... Hij vergeet 't anders immers niet u te groeten... Wees u daarom maar niet boos op hem...

Ik wist niet, wat ik nog meer zeggen moest. Maar tante sprak weer, iets kalmer nu.

- Dit op zichzelf was niet zoo erg, natuurlijk... Maar in eens kreeg 'k daardoor, als met 'n schok, 'n ahnung van 't gevoel, dat 'k hebben zal, als Bernard mij eenmaal voor 'n andere vrouw zal verzaken... die vrouw zal 'n harden strijd hebben!...

[pagina 94]
[p. 94]

Ik barstte in lachen uit. Het was zoo'n onweerstaanbaar-komisch denkbeeld: dat er een vrouw niet alleen verliefd zou worden op Bernard, maar zelfs om hem zou willen vechten! Maar haastig hield ik mijn lachen in, en zei:

- Neem u me niet kwalijk, tante, maar 'k moest zoo lachen, dat u daar nú al over denkt! Bernard is nog 'n kind!

- Ik weet wel jonge meisjes, die 'm al voor 'n màn aanzien, zei tante strak.

Werd dit voor mij gezegd? Ik antwoordde kalm:

- Dat moeten dan, dunkt me, meisjes zijn van elf of twaalf jaar.

Tante zag mij nog eens star-aandachtig aan, maar zei niets meer, sloot de kast, en verdween.

Wat een belachelijke Moeder! En wat een belachelijke tante ook!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken