Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Stijfkopje op school (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van Stijfkopje op school
Afbeelding van Stijfkopje op schoolToon afbeelding van titelpagina van Stijfkopje op school

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.22 MB)

Scans (8.85 MB)

ebook (3.22 MB)

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Vertaler

M.A. de Goeje



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Stijfkopje op school

(1904)–Emmy von Rhoden–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 198]
[p. 198]

[16]

De acht weken, of zooals Nellie zeide: ‘vier en vijftig dagen’ waren voorbig. De eerste September brak aan. Nellie had den geheelen nacht niet kunnen slapen van verdriet over het naderend afscheid van hare vriendin. Met Ilse was het niet veel beter gegaan, en het was inderdaad roerend, hoe de meisjes zich inspanden hunne slapeloosheid en hunne tranen voor elkander te verbergen.

Toen het wat licht begon te worden, hield Nellie het niet meer uit. Zij stond op, sloeg een peignoir om en sloop naar Ilse's bed.

‘Ben je wakker?’ vroeg zij, toen zij deze met open oogen zag liggen, ‘dat is heerlijk, wij kun nog een vol uur praten, het is pas vijf uur.’

Zij zette zich op den rand van Ilse's ledikant en greep hare handen, maar toen zij tranen in Ilse's oogen zag, was het ook uit met hare zelf beheersching. Zij boog zich over het bed heen en de beide meisjes weenden te zamen.

‘O Ilse! Hoe eenzaam zal het zijn, als je bed leeg is! Of als een ander gezicht mij er uitkijkt, o, ik ben zoo bedroefd, zoo bedroefd?’

Ilse had zich opgericht en drukte de weenende hartelijk tegen zich aan. Spreken kon zij niet, daarvoor was ook zij te ontroerd.

‘Wig zien elkaar spoedig weer,’ begon zij eindelijk met trillende stem, ‘je komt in Moosdorf, den heelen winter blijf je bij ons.’

Nellie schudde ongeloovig het hoofd. ‘Dat kan niet, ik zal nooit verlof krijgen voor een zoo lang bezoek. Met Paschen is mijn tijd hier om. Dan moet ik weg! Dan moet ik een plaats aannemen en geven onderricht aan kinderen.

[pagina 199]
[p. 199]

Maar ik weet nog niet veel en moet vlijtig leeren, juffrouw Raimar zegt dat alle dag.’

‘De Kerstvacantie moet je toch stellig bij ons doorbrengen. Mijne ouders zullen zelf aan juffrouw Raimar schrijven en het haar zoo dringend vragen, dat zij het niet weigeren kan,’ antwoordde Ilse.

‘Het gaat niet, ik moet leeren!’

Ilse keek hare vriendin medelijdend aan. ‘Als je wezenlijk eene gouvernante worden moet, Nellie, beloof mij dan vast mijn huis als je eigen te beschouwen en al je vrijen tijd bij ons in Moosdorf te komen. ‘Je hand er op!’

Met een handslag werd deze belofte bezegeld. ‘Je ben heel lief, Ilse, ik zal nooit van een ander meisje houden als van jou. Vergeet mij nooit! Kik dikwijls naar deze klein zilver ring en denk daarbij aan je arm Nellie, die zoo eenzaam achtergebleven is.’

‘Niet eenzaam,’ verbeterde Ilse, ‘zij houden hier allen evenveel van je.’

‘O, als ik weg ben, uit de oog, uit de hart, dan word ik een vreemde voor hen.’

‘Neen Nellie, je zult voor juffrouw Raimar en juffrouw Güssow nooit een vreemde worden!’ antwoordde Ilse met volle overtuiging. ‘Zij houden ontzettend veel van je!’

‘O ik weet; maar zij zijn niet meer jong en begrijp mij niet, zooals jij. Zij hebben vergeten, hoe men grappen en streken uithaalt! Weet je nog van de appelboom?’

Deze herinnering droogde beider tranen, Alles haalden ze nog eens op. De spookgeschiedenis, het zonderlinge nachtgewaad van Miss Lead, de laars, die Ilse bijna verraden had, en de angst, dien zij hadden uitgestaan! ‘Het was toch

[pagina 200]
[p. 200]

heerlijk!’ riep Nellie uit, ‘ik wou dat wij het nog eens konden doen!’

‘Bij ons in Moosdorf,’ zeide Ilse, kun je boomen klimmen naar hartelust! Je zult het gauw leeren! O, het zal je bij ons wel bevallen! Wij hebben een groot, mooi huis, dat er haast uitziet als een kasteel. Je krijgt een kamer vlak naast de mijne, gezellig, he? Alle dagen rijd ik je rond met onze ponies, en honden hebben wij in voorraad, prachtige dieren!’

Zoo babbelde Ilse door en zoo werd het bittere der scheiding verzoet door het vooruitzicht elkaar vrij spoedig weer te zullen zien.

Weinige uren later stond Ilse reisvaardig voor juffrouw Raimar om haar vaarwel te zeggen. De directrice sprak heel vriendelijk met haar:

‘Het spijt mij,’ zeide zij, ‘dat je vader verhinderd was je af te halen, en je nu de verre reis alleen moet maken! Ik zou hem ook gaarne nog eens gesproken hebben over allerlei dingen, die ik hem nu schriftelijk moet meedeelen.

Wat zal hij verbaasd staan als hij je weerziet, hij zal zijne Ilse van voorheen bijna niet herkennen! Weet je nog wel, hoe naar je het toen vondt bij ons te komen?’

‘Vergeef mij,’ zeide Ilse, met tranen in de oogen, ‘dat ik dikwijls zoo onaardig was!’

‘O, daar praten we niet meer over! Je bent ons eene lieve leerling geworden en het spijt ons allen je te moeten missen. Ik hoop zeer, dat je mij nu en dan eens schrijven zult en mij op de hoogte houden of je goede vorderingen maakt in de muziek en vooral in het toekenen. In dezen brief,’ en zij reikte hem Ilse over, ‘heb ik je papa verzocht

[pagina 201]
[p. 201]

je nog in sommige vakken eenige lessen te laten geven, en vooral heb ik aangedrongen op de keus van een goed onderwijzer in het teekenen, omdat je daar veel aanleg voor hebt.’

Juffrouw Güssow kwam zeggen, dat het rijtuig voor de deur stond; zij en Nellie zouden Ilse naar het station begeleiden.

‘Vaarwel dan, mijn kind,’ sprak de directrice, ‘en als je ooit lust hebt ons nog eens te bezoeken, wees zeker dat je hier altijd hartelijk welkom zult zijn.’

De vriendinnen stonden in het voorhuis; zij omhelsden de vertrekkende onder tranen, en hadden allen een mooi bouquet voor haar tot aandenken.

‘Vergeet ons niet!’ ‘schrijf gauw!’ ‘Ik heb vreeselijk veel van je gehouden!’ zoo klonk het door elkander, en terwijl Ilse in het rijtuig stapte, fluisterde Flora haar nog toe: ‘Gedenk den eed!’

‘Die bloemen zullen lastig zijn op reis,’ merkte juffrouw Güssow aan, ‘laat ze liever hier en neem uit ieder bouquet een paar bloempjes mee.’

Doch welk jong meisje zou dezen verstandigen raad hebben opgevolgd! Ook Ilse schudde het hoofd en zeide: ‘Och, ik zou ze zoo graag allemaal houden!’

‘Maar hoe?’ De verstandige Rosi wist raad. Zij haalde snel een mandje, en legde den geheelen voorraad daar voorzichtig in.

En nu legde de koetsier de zweep op de paarden; nog een ‘vaarwel!’ een laatste blik, een wuiven met den zakdoek en achter haar lag de plaats, waar zij een gelukkigen en leerzamen tijd had doorgebracht. IIse kon hare tranen niet inhouden; zij leunde achterover en snikte luid.

[pagina 202]
[p. 202]

Toen zij het station bereikten was de trein juist binnengekomen, en daar er een kwartier oponthoud was, had juffrouw Güssow al den tijd een geschikten wagen voor Ilse op te zoeken.

‘Een damescoupé!’ zeide zij tot den conducteur, ‘deze jonge dame gaat naar W.’

‘Hier! hier!’ werd er uit een waggon achter haar geroepen, hier is plaats voor mooie, jonge dames!’

Juffrouw Güssow keek om en zag in het vroolijke jonge gelaat van een student, het petje schuin op één oor en de litteekens van pas genezen sneden over kin en wang. Achter hem stonden nog andere studenten en lachten over de grap van hun vriend, terwijl zij de jonge meisjes brutaal aankeken en luid hunne opmerkingen maakten.

‘Verrukkelijk! Betooverend! Om te stelen!’ riepen zij. De onderwijzeres greep onwillekeurig Ilse's hand en trok haar haastig mee.

‘Hoe onbeschaamd!’ zeide zij, ‘hoe durven zij dat doen!’

Met een bezorgden blik keek zij hare lieveling aan, die er in haar schotsch reisjaponnetje, en eene daarbij passende baret op de krullende haren, buitengewoon lief uitzag. ‘Het spijt mij, dat je deze lange reis alleen moet maken. Had je papa je maar afgehaald!’

‘Dat was onmogelijk!’ antwoordde Ilse, ‘hijm vest thuisblijven om den eenigen broeder van mama, die tien jaar in het buitenland omgezworven heeft, te verwelkomen. Ik heb het hem zelve gevraagd en ik ben ook volstrekt niet bang om alleen te reizen. Het is immers klaarlichte dag en papa heeft mij de geheele reis zoo nauwkeurig opgeschreven, dat ik mij onmogelijk vergissen kan.’

[pagina 203]
[p. 203]

‘Lees mij het papiertje nog eens voor,’ zeide juffrouw Güssow. ‘Ik volg je gaarne in gedachten. Nellie, jij kunt terwijl Ilse's pakjes in de waggon leggen.’

Ilse nam een brief uit een roodleeren taschje, dat zij aan hare ceintuur bevestigd droeg, en las:

‘Om elf uur vertrek, om twee uur aankomst te M. Daar oponthoud tot drie uur. Dan verder, zonder van coupé te verwisselen, tot Lindenhof. Om vijf uur zift ge daar, verlaat den trein en wordt door mijn ouden vriend, den landraad Gontrau met zijne vrouw ontvangen. Op hun dringend verzoek brengt gij big hen den nacht door.

Den volgenden morgen heeft Gontrau mij beloofd te zorgen dat je veilig aan het station komt en hij zal je verdere inlichtingen geven.

Vergeet niet een portret van mij in de hand te houden bij het verlaten van den trein; de Gontrau's zullen je daaraan herkennen.’

‘Heb je het portret wel?’ vroeg de onderwijzeres, en toen zij zich daarvan overtuigd had, gaf zij nog eenigen goeden raad ten beste:

‘Ik weet,’ zeide zij, ‘dat je verstandig en voorzichtig zijt, maar je hebt nog weinig ondervinding; - er zijn menschen, die de kunst verstaan iemand door vragen zijn geheele geschiedenis te ontlokken; vermijd hen zooveel mogelijk en spreek weinig. En neem in geen geval overbodige hulp of beleefdheden aan van onbekende heeren, hetzijoud of jong.’

‘Instappen,’ riep de conducteur. Ilse omhelsde de jonge onderwijzeres weenend, en kon al de liefde en dankbaarheid, die zij voor haar gevoelde, slechts in de woorden ‘dank dank’ uiten.

[pagina 204]
[p. 204]

‘Vaarwel, mijn lieveling!’ sprak deze aangedaan.

En Nellie? Het afscheid van haar was het moeilijkste oogenblik. ‘B1ijf van mij houden, vergeet mij nooit!’ fluisterde Nellie, en Ilse zeide niets, want tranen verstikten hare stem. Eene laatste, innige omhelzing - nog één handdruk en Ilse steeg in den coupé.

Op het allerlaatste oogenblik kwam er nog eene oude dame bij met grijze haren, die geheel buiten adem was van het snelle loopen. Juffrouw Güssow, die haar bij het instappen geholpen had, hoorde bij het knippen der kaartjes tot hare groote blijdschap, dat de oude dame, die inmiddels weer wat op haar verhaal kwam, dezelfde reis maakte als Ilse, en nam dadelijk de gelegenheid waar, om het jonge meisje in hare hoede aan te bevelen.

Langzaam zette de trein zich in beweging. Ilse leunde uit het raampje en wuifde met haar zakdoek naar de achterblijvenden. Juffrouw Güssow had een gevoel, alsof de locomotief een stuk van haar hart meevoerde! Nog nooit had zij zich de opvoeding van eene harer leerlingen zoo ter harte genomen en nog nooit was zij beloond door zoo gunstigen uitslag op hare pogingen. - En nu ging zij van haar weg, dat kind, en wie weet of zij haar ooit zoude terugzien!’

‘Kom wendde zij zich tot Nellie, die luid snikte, ‘laten wij naar huis gaan!’ Zij trok Nellie's arm door den haren en sprak opgewekt en opbeurend met haar - hoe diepbedroefd zij ook zelve was.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken