Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volledige werken. Deel 2 (1884)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volledige werken. Deel 2
Afbeelding van Volledige werken. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Volledige werken. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.31 MB)

Scans (10.18 MB)

ebook (2.98 MB)

XML (0.61 MB)

tekstbestand






Editeur

Jozef Staes



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volledige werken. Deel 2

(1884)–Theodoor van Rijswijck–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De Luitspeler.

 
In het ondermaensche dal,
 
Gaet het zeer verschillig,
 
En de zwaei van 't lotgeval
 
Is zoo dwaes als grillig.
 
Naest mij houdt een ryke guit
 
Meiden en bedienden;
 
Ik bezit alleen myn luit
 
En een aental vrienden.
 
 
 
Ginder woont een oude schrok
 
Die schier niet durft eten;
 
Hy heeft slechts een enklen rok,
 
Door en door versleten.
 
Later zal een neef er buit
 
In den kelder vinden;
 
Slechts de toonen van myn luit,
 
Erven myne vrinden.
 
 
 
'k Weet een jonker los en ryk,
 
Kwistig in 't verteren;
 
Al de meisjes van de wyk
 
Zou hy wel begeren;
[pagina 369]
[p. 369]
 
Maer men lacht hem vierkant uit,
 
Hy wil van geen binden;
 
Zonder moeite won myn luit,
 
Zoo veel goede vrinden.
 
 
 
Hoor ik soms een kwezelaer,
 
Vreugde en wereld vloeken;
 
Ik kom met gespannen snaer
 
Beiden wel bezoeken;
 
'k Vraeg dan waer het kwaed ook muit;
 
Nimmer mogt ik 't vinden;
 
En ik zing het op myn luit,
 
Voor myn goede vrinden.
 
 
 
't Lot ontneemt my rang noch schat,
 
Hoe 't my soms moog plagen;
 
'k Bleef al wat ik ooit bezat,
 
Altyd mede dragen;
 
Hagelt het op dak en ruit,
 
Botten eik en linden;
 
Immer vrolyk klinkt myn luit
 
By myn goede vrinden.
 
 
 
En zoo lang my 't aenzyn hier
 
Blyft op aerd' gegeven;
 
Zy de kan met schuimend bier
 
Vrolyk opgeheven;
 
En wanneer myn adem stuit,
 
Wilt dan, trouwe vrinden,
 
Dezen drinknap met myn luit
 
My op zyde binden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken