Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volledige werken. Deel 2 (1884)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volledige werken. Deel 2
Afbeelding van Volledige werken. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Volledige werken. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.31 MB)

Scans (10.18 MB)

ebook (2.98 MB)

XML (0.61 MB)

tekstbestand






Editeur

Jozef Staes



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volledige werken. Deel 2

(1884)–Theodoor van Rijswijck–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het Liedje van den Liereman.

 
Brave lieden, wilt me aenhooren,
 
'k Ben een arme liereman,
 
Die geen ander ambacht kan
 
En tot zingen werd geboren.
 
'k Zag wel tydig in 't verschiet
 
My van elke gunst verstooten;
 
Maer het noodlot had besloten,
 
En ik kreeg de gaef van 't lied.
 
 
 
'k Zat van myne kinderjaren,
 
Ach! zoo zorgeloos en bly,
 
Met het speeltuig aen myn zy;
 
'k Roerde stout aen al de snaren,
[pagina 408]
[p. 408]
 
En als trotschheid my verstiet,
 
Of verbastring my dorst hoonen,
 
Stemde ik daverende toonen,
 
En ik zong een krachtig lied.
 
 
 
Luid de waerheid op te zingen,
 
Met een vaderlandsch gevoel,
 
Bleef op aerd myn eenig doel;
 
Zag ik my daerom verdringen,
 
Huichlen kon ik echter niet;
 
Velen heeft er 't goud bewogen,
 
Maer, bezit ik geen vermogen,
 
Ik bezit de gaef van 't lied.
 
 
 
'k Zal aen 't lot niet eens verwyten,
 
Dat het een te zwaren last
 
Op myn schoudren heeft getast;
 
Ik weet in de lip te byten,
 
Waer 't de drang des noods gebiedt,
 
En wat stormen rond my joegen,
 
Ik vond vryheid en genoegen
 
In het stemmen van myn lied.
 
 
 
'k Heb een gade met drie kleinen,
 
Needrig is myn huisgezin,
 
Waer ik 't schrael bestaen voor win;
 
Doch ik ruil myn refereinen
 
Voor geen gevel van graniet;
 
't Zingen blyft myn taek op aerde,
 
Schoon 't my nimmer schatten baerde,
 
En myn leven is myn lied.
 
 
 
Zyn dan eens door later neven,
 
Als ik, arme liereman,
 
Langer niet meer zingen kan,
 
Myne liedren aengeheven,
 
Waer me elkaer den roomer biedt,
 
Dan ligt zal me ook onder 't drinken,
 
Wel eens voor den zanger klinken,
 
Van zoo menig vroolyk lied.

1845.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken