Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Stichtelijk sang-prieel, belommerd met het Hooge lied Salomons, ende andere heilige gesangen (1686)

Informatie terzijde

Titelpagina van Stichtelijk sang-prieel, belommerd met het Hooge lied Salomons, ende andere heilige gesangen
Afbeelding van Stichtelijk sang-prieel, belommerd met het Hooge lied Salomons, ende andere heilige gesangenToon afbeelding van titelpagina van Stichtelijk sang-prieel, belommerd met het Hooge lied Salomons, ende andere heilige gesangen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.36 MB)

Scans (17.27 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Stichtelijk sang-prieel, belommerd met het Hooge lied Salomons, ende andere heilige gesangen

(1686)–Wiete Ringers–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 88]
[p. 88]

Het achtste hoofd-stuk;

WAAR IN

 

De Bruid wenscht den Bruidegom in den vleesche geopenbaard te sien (1): Sibegeert van hem ondersteund en omhelsd te worden (3). De Bruidegom besweert de Dochteren Jerusalems, dat si de ruste des Bruids niet sleuren (4). De Dochteren Jerusalems verwonderen haar over de deftigheid des Bruids, opkomende uit de woestijne ende leunende op haaren Bruidegom (5). De Bruid segt de opwekkinge van haar aan den Bruidegom gedaan (5): Si bidt, om nooit van sijne lievde gescheiden te worden (6): Si spreekt van haare Jonge Suster (Gemeinte uit de heidenen) (8). De Bruidegom geevt te kennen de sorge, die hi voor sijnen wijngaard draagt (11): Hi beveelt, dat de Bruid hem haare stemme hooren laate (13). De Bruid wenscht na de haastige komste des Bruidegoms (14).

 

Hier sijn spreekende

 

BRVID, BRVIDEGOM, DOCHTEREN JERVSALEMS.

[pagina 89]
[p. 89]

Bruid.

Sang: Sarabande.

 
OCh dat gi mi (o! Lievste!) waart een broeder! En dat gi soogt
 
de borsten mijner moeder! Dat ik u op dees' lag're straaten vond; Ik soud'
 
u kussen met mijn mond; Ik souw mijn armen om uw' lenden slaan; Ook souden


illustratie

[pagina 90]
[p. 90]
 
si mi niet verachten gaan.


illustratie

 
Ga naar margenoot(1) Och dat gi mi (o! Lievste!) waart een broeder
 
En dat gi soogt de de borsten mijner moeder!
 
Dat ik u op dees' lag're straaten vond!
 
Ik soud' u kussen met mijn mond,
 
Ik souw' mijn armen om uw' lenden slaan,
 
Ook souden si mi niet verachten gaan.
 
 
 
Ga naar margenoot(2) Ik soud' u in mijns moeders huising leiden,
 
En gi soudt mi met uwe leering weiden:
 
Ik soud' u drank van kruider-wijn, en soet
 
Toebeek'ren eel granaate - bloed.
 
Ga naar margenoot(3) Dat onder 't hoosd sijn slinkerhand mi si,
 
En sijne rechter-hand omhelse mi!
[pagina 91]
[p. 91]

Bruidegom.

Sang. Courante.

 
A Anhoort mijn woorden, Gi, din dees oorden (O Sions Docht'ren!)
 
spoort! Ik ik besweer u, hoort; Belet doch niet, Dat mijn Vriendin ge-
 
niet Een soe --- te rust, Haar's her ---- ten lust; Sie toe, dat gi haar vreugd


illustratie

[pagina 92]
[p. 92]
 
niet blust.


illustratie

 
Ga naar margenoot(4) Aanhoort mijn woorden,
 
Gi, d'in dees oorden
 
(O Sions Docht'ren!) spoort!
 
Ik ik besweer u, hoort;
 
Belet doch niet,
 
Dat mijn Vriendin geniet
 
Een soete rust,
 
Haars herten lust
 
Sie toe, dat gi haar vreugd niet blust.
[pagina 93]
[p. 93]

Dochteren Jerusalems.

Sang: Poliphemus aan de strande---

 
WIe is 't, die w' uit de woestijnen Sien verschijnen, Die daar treedt
 
so deftiglijk? Si wiens fraaije leedtjes leunen, Ende steunen Op haar Liev
 
so lievelijk?


illustratie

[pagina 94]
[p. 94]
 
Ga naar margenoot(5) Wie is 't, die w' uit de woestijnen
 
Sien verschijnen,
 
Die daar treedt so destiglijk?
 
Si wiens fraaije leedtjes leunen,
 
Ende steunen
 
Op haar Liev so lievelijk?

Bruid.

Sang: Bon Dimel hoch da tom ids her---

 
'k HEb (Liev!) u onder d' appel-boom Gewekt; daar heeft in


illustratie

[pagina 95]
[p. 95]
 
sinerten-stroom Uw' swang're moeder u gebaard; Met smert u voorgebragt
 
op d' aard'.


illustratie

 
'k Heb (Liev) u onder de appel-boomGa naar margenoot+
 
Gewekt; daar heeft in smerten-stroom
 
Uw' swang're moeder u gebaard;
 
Met smert u voortgebragt op d' aard.
 
 
 
Ga naar margenoot(6) Laat mi een segel op uw' hert
 
En armen sijn, dat ik niet werd'
 
Verlaaten; want de lievd' is groot,
 
S' is sterk s' is sterk, gelijk de dood:
[pagina 96]
[p. 96]
 
Als 't grav is d' yver wonder-hard:
 
Een vier, dat d' heetste vlammen tart,
 
Sijn haare koolen, 't is een gloed,
 
Daar alle brand voor swichten moet.
 
 
 
Ga naar margenoot(7) Geen water-stroomen, geen rivier
 
Souw blusschen ooit dit minne-vier:
 
Schoon iemand al sijn schatten bragt
 
Voor deese lievd', hi wierd' veracht.
 
 
 
Ga naar margenoot(8) Een kleine Suster hebben wi,
 
Daar sijn nu nog geen borsten bi:
 
Wat sullen wi s' (als men haar
 
Sal spreeken) doen, dat nuttig waar?
[pagina 97]
[p. 97]
 
Ga naar margenoot(9) Wanneer als marm'ren muir-werk si
 
Onwrikbaar is; dan sullen wi
 
Op haar een kostelijk kasteel
 
Van silver timm'ren wonder-eel.
 
 
 
So s' als een deur, die open staat,
 
Het waare woord inrijden laat,
 
Wi sullen haar bestekken gaan,
 
Met ced'ren planken-hout omslaan.
 
 
 
Ga naar margenoot(10) Ik ben een muir, mijn borsten sijn
 
Als toorens van een flonk're schijn:
 
'k Was in sijn oogen seer bemind,
 
Als eene, die den vreede vindt.
[pagina 98]
[p. 98]

Bruidegom.

Sang: De x. Geboden. Heft op u hert---

 
EEn vruchtb're bergh vol wijngaard-boomen Had Davids scepter-
 
swaaijend' Soon; Daar op liet hi veel hoeders koomen, En nedersetten met
 
der woon.


illustratie

[pagina 99]
[p. 99]
 
Ga naar margenoot(11) Een vruchtb're berg vol wijngaard-boomen
 
Had Davids scepter-swaaijend' Soon;
 
Daar op liet hi veel hoeders koomen,
 
En nedersetten met der woon.
 
 
 
Die bragten ijder voor de vruchten
 
Hem duisend silverlingen aan.
 
Ga naar margenoot(12) Maar ik gaan (sonder ooit te vluchten)
 
Mijn wijngaard selver gade slaan.
 
 
 
De duisend silv're penning-schijven
 
Die sijn voor u, o! Salomon!
 
Maar tweemaal honderd laat gi blijven
 
Voor 't volk, op wien het hoeden ston.
 
 
 
Ga naar margenoot(13) O! Hovs-bewoonster! Uitverkoren!
 
De metgesellen (o! mijn Bruid!)
 
Die neigen na uw' stem haar ooren:
 
Laat mi doch hooren uw' geluid.
[pagina 100]
[p. 100]

Bruid.

Sang: Ontwaakt gi Nederlanders---

 
KOomt haastig, mijn Beminde! Weest als een welp der hinden, Of rhee
 
die bi 't geboomt Der specerië-bergen, De winden schijnt te tergen: Koomt
 
haastig, Lievste! koomt.


illustratie

[pagina 101]
[p. 101]
 
Ga naar margenoot(14) Koomt haastig, mijn Beminde!
 
Weest als een welp der hinden,
 
Of rhee, die bi 't geboomt
 
Der specerië-bergen
 
De winden schijnt te tergen:
 
Komt haastig, Lievste! koomt.
[pagina 102]
[p. 102]

Openbar. XIX. 9.

 

Salig sijn se, die geroepen sijn tot het Avond-maal van de Bruilovt des Lams.

margenoot(1)
Och dat gi mi als een broeder waart, suigende de borsten mijner moeder! dat ik u op de straaten vonde! ik soude u kussen; ook en souden si mi niet verachten.
margenoot(2)
Ik soude u leiden, ik soud u brengen in mijnes moeders huis, gi soud't mi leeren: ik soude u van specerije-wijn te drincken geven, ende van 't sap van mijne granaat-appelen.
margenoot(3)
Sijne slinker-hand sionder mijn hoofd, ende sijne rechterhand omhelse mi.

margenoot(4)
Ik besweere u, gi Dochteren Jerusalems! dat gi die Lievde niet op en wekt noch wakker en maakt, tot dat het [deselve] lust.

margenoot(5)
Wie is si, die daar opklimt uit de woestijne, ende haar lievelijk leunt op haaren Lievsten?

margenoot+
Onder den appelboom hebbe ik u opgewekt, daar heeft u uwe moeder met smerte voortgebragt, daar heeft se [u] met smerte voortgebragt, [die] u gebaard heeft.
margenoot(6)
Set mi als een segel op uw' herte, als een seegel op uwen arm: want de lievde is sterk, als de dood De yver is hard, als het grav haare koolen, sijn vierige koolen, vlammen des HEEREN.
margenoot(7)
Veele wateren en souden deese Lievde niet konnen uitblusschen: ja de rivieren en soudense niet verdrinken: al gave iemant al't goed van sijn huis voor deese lievde, men soude hem t' eenemaal verachten.
margenoot(8)
Wi hebben eene kleine Suster, die nog geene borsten en heeft: wat sullen wi onse Suster doen in den dag als men van haar spreeken sal?
margenoot(9)
So si een muir is, wi sullen een paleis van silver op kaar bouwen:
Ende so si een deure is wi sullen se rondom besetten met cederen planken
.
margenoot(10)
Ik ben een muir, ende mijne borsten sijn als toorens: Doe was ik in sijne oogen als eene die vreede vindet.

margenoot(11)
Salomo hadde eenen wijngaard te Baal-Hamon: hi gav desen wijngaard van de hoeders:
Een yder bragt van de vrucht des selven duisend silverlingen.
margenoot(12)
Mijn wijngaard, dien ik hebbe, is voor mijn aangesichte: De duisend [silverlingen] sijn voor u, O! Salomo! maar twee honderd sijn de hoeders van de vrucht des selven.
margenoot(13)
O! gi Bewoonster der hoven! de metgesellen merke u op uwe stemme: doet [se] mi hooren.

margenoot(14)
Koomt haastelijk, mijn Lievste! ende weest gi gelijk een rhee, of gelijk een welp der harten op de bergen der speceriën.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

lied

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank