Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Paul's avontuur in Limburg. Een spannend verhaal voor jongens (1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van Paul's avontuur in Limburg. Een spannend verhaal voor jongens
Afbeelding van Paul's avontuur in Limburg. Een spannend verhaal voor jongensToon afbeelding van titelpagina van Paul's avontuur in Limburg. Een spannend verhaal voor jongens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.72 MB)

Scans (21.64 MB)

ebook (4.00 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Illustrator

W. Klijn



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Paul's avontuur in Limburg. Een spannend verhaal voor jongens

(1932)–Hans de la Rive Box–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 62]
[p. 62]

Hoofdstuk VIII
De ijzeren deur

Wel, wel......’, grinnikte Kool, die het eerst van zijn verbazing bekwam. ‘Wat zijn er nog ongeloovige menschen op de wereld!’

Paul begreep hem niet en werd woedend. ‘Ik ben niet ongeloovig’, zei hij fel. ‘U hoeft mij niet te beleedigen’.

‘Als er sprake is van beleedigen, dan heb je ons beleedigd’, sprak Valk. Van zijn eerste angst was niets meer te bekennen. ‘Je moet een anderen toon aanslaan, vrindje en goed weten hoe je te gedragen tegenover ons. Of dacht je dat wij al onze geheimen aan een vreemden snotneus zouden verklappen’.

‘Kom, niet ruw worden’, mengde Kool zich vermanend in het gesprek. ‘Ik kan mij de gedachtengang van Paul best indenken. Maar je kunt gerust zijn, beste jongen. Wij zijn geen oplichters of dieven, als je dat werkelijk nog mocht veronderstellen. We zijn, zooals mijn collega je reeds zei, detectives en we zoeken een portefeuille, die verborgen moet zijn in de “zaal”, zooals jij die ruimte noemt. Ook anderen noemen dat gedeelte van deze grot de “zaal”.’

Paul, met samengeperste lippen, keek onderzoekend in Kool's bruine vossen-oogen. Toen knikte hij. ‘Dàt weet ik!’

‘We zullen je heusch wel overtuigen, Paul’, hernam Kool vriendschappelijk. ‘Je begrijpt best, dat we eenige geheimzinnigheid moeten betrachten. Het is een uiterst moeilijke zaak en je moet niet vergeten, dat je niets anders hebt te doen, dan onze gids te zijn vannacht. De rest gaat je niets aan. Als we straks weer in de buitenlucht zijn, krijg je je beloofde belooning en geld voor de terug-

[pagina 63]
[p. 63]

reis en kan je je eigen weg gaan. Natuurlijk op voorwaarde, dat je alles geheim houdt wat je vannacht hebt ondervonden en gezien. Ben je nu overtuigd?’

‘Ja......’, antwoordde Paul, nog wat aarzelend. ‘Maar die zakken......’

‘Wat zeur je toch over die zakken!’, mengde Valk zich weer in het gesprek. ‘Als je het graag wilt weten, wil ik ze heusch wel voor je open maken, hoor. Moet ik dat soms doen?’

Paul schrok van die klank in zijn stem. Plotseling voelde hij, hoe belachelijk hij zich maakte met zijn wantrouwen. Valk had al een der zakken opgenomen, doch nu schudde Paul haastig het hoofd. ‘Nee, mijnheer, ik geloof u, het spijt me erg, maar het is allemaal zoo geheimzinnig. Ik...... ik......’

‘Ja, ja, de jeugd is nieuwsgierig’, zei Kool grappig. Toen draaide hij zich om. ‘We zullen voorzichtig doorloopen. Paul weer voorop, wij volgen met uitgedoofde lampen’.

Valk liet en gebrom hooren, en naast Kool volgde hij Paul op den voet. Deze liep om het vooruitspringend gedeelte heen en ging voorzichtig de gang in, die als een S liep. Spoedig had hij de zijgang bereikt, die links als een donkere en smalle opening in den wand gaapte.

‘Hoe nu?’, vroeg Kool ongeduldig. Zijn stem klonk weer zenuwachtig.

‘Daar voor ons moet de ijzeren deur zijn’, zei Paul zacht. ‘Zal ik weer vóór gaan?’

‘Ja, voorzichtig!’, waarschuwde Kool.

Paul knikte en keerde zich in de richting, waar de deur zich moest bevinden. Hierdoor kwam het, dat hij niet zag hoe Kool en Valk elk een pistool uit de zak haalden. Daar zij de uitgeschakelde zaklantaarn in de linkerhand hielden, namen zij het wapen in de rechter. In het schemerachtige licht van Paul's lamp, wisselden zij een snel-

[pagina 64]
[p. 64]

len blik. En toen volgden zij hun jongen gids weer.

Drie tellen later zagen zij Paul al weer stil staan. Toen zij hem bereikt hadden, fluisterde hij: ‘Hier is de deur. Aan het einde van deze gang is een trapje van vijf treden, als ik mij niet vergis en dan zijn we in de “zaal”.’

‘Dan niet talmen......’, fluisterde Kool heesch en hij duwde Paul vooruit.

Achter elkaar passeerden zij de deur. Plotseling was het alsof Paul iets tegen zijn beenen voelde tikken. Voordat hij begreep, wat het kon zijn, waren Kool en Valk de ijzeren deur reeds gepasseerd. De jongen sprong terzijde en keek angstig om zich heen.

‘Wat heb je?’, riep Kool, die zich ook snel omkeerde.

‘De deur!’, riep Paul, die hevig schrok. ‘Houd de deur tegen!’

Alle drie sprongen zij op de deur af, doch Valk struikelde. In plaats dat zijn enorm lichaam vóór de deur viel, botste het er tegen aan en met een luiden slag viel de deur dicht.

Valk krabbelde op. Het angstzweet parelde op zijn voorhoofd. Kool was de eerste, die de deur met zoekende handen betastte.

‘Waar is een knop of een handvat? Help eens gauw zoeken...... toe Otto, help me. Die deur moet open......’

Zij vergaten voor een oogenblik de aanwezigheid van het geheimzinnige wezen en ontstaken de twee uitgeschakelde lampen. Toen gaf Paul een kreet van ontsteltenis.

‘Ik dacht het al...... de deur is in het slot gevallen. De oppervlakte aan deze zijde is heelemaal glad. Er is geen enkel houvast te vinden’.

Kool knielde neer op den harden bodem van de gang. Zijn vingers betastten zenuwachtig de smalle kier, die niet breeder dan een halve centimeter was. Een felle luchtstroom perste onder de deur door. Verwezen staarden zij elkaar aan.

[pagina 65]
[p. 65]

‘We zijn gevangen......’, fluisterde Paul met droge lippen.

‘Gevangen? Bedoel je dat er geen andere uitgang is, als we de deur niet open krijgen?’, vroeg Valk en liet het lichtschijnsel van zijn lantaarn over de gladde, bruin geroeste oppervlakte glijden.

‘Ik ken maar één uitgang......’, antwoordde Paul.

Kool richtte zich op uit zijn knielende houding.

‘Deze deur krijgen wij zonder ijzerboren nooit open’, merkte hij aarzelend op. ‘Ik zou wel eens willen weten door welke macht de deur zoo plotseling dicht viel’.

‘Ik voelde opeens iets tegen mijn beenen drukken. Het leek wel een dun touw te zijn’, sprak Paul.

‘Dan zijn we verloren!’, hijgde Valk ontzet. ‘Het is een valstrik. Iemand heeft ons in den val gelokt. Toen jij tegen dien draad opliep is de deur op een of andere manier losgeraakt. Groote hemel, kijk eens......’

Hij wees naar het gedeelte van den wand, waar de deur tegen klapte, als zij geopend was. Daar was een klein, sterk katrolletje bevestigd, waarover nog een stuk stevig touw hing. En toen begrepen zij alle drie, dat iemand moedwillig de deur op die sluwe wijze aan den muur had vast gemaakt. Het was een primitieve val, doch het noodlot had hun alle drie tegelijk gegrepen.

‘Het bewijst, dat er menschen in deze gangen huizen’, antwoordde Kool, met een bijna wanhopige poging om kalm te praten: ‘Hier blijven wachten, geeft ons niets. Laten we dus eerst naar de “zaal” loopen en daar raad verschaffen. Hou je wapen gereed, Otto!’

Hij knikte Paul toe en zich zelf bijlichtend met zijn lamp begon hij de gang verder in te loopen. Valk en Paul staarden elkaar met bleeke gezichten aan en begonnen hem met duidelijken tegenzin te volgen.

Het was toen reeds bij half vijf in den morgen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken