Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uit zelfbehoud (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uit zelfbehoud
Afbeelding van Uit zelfbehoudToon afbeelding van titelpagina van Uit zelfbehoud

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.54 MB)

Scans (4.12 MB)

ebook (2.77 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uit zelfbehoud

(1938)–A. Roland Holst–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 24]
[p. 24]

De oorlog der verblinden

NIET zoozeer het kritisch-wetenschappelijk denken, als wel het neerslag ervan, dat gedurende de 19e eeuw, en vooral door de dagbladen, naarmate het dieper daalde steeds uitgebreider gebieden bestreek, heeft zich thans op nagenoeg alle wezens vastgezet als een bittere droesem, een bijtend bezinksel, en ontwikkelt in de aangetasten een hun wezen verschralend bewustzijn, dat hun vreugden te hoop jaagt, verkort en verarmt, en hun leed met ergernis vertroebelt en tot onvruchtbaarheid doemt.

Ware het mogelijk dit proces vast te leggen in een van die graphische voorstellingen en statistieken, waardoor het neerslag dezer wijze van denken zoovele duizenden, die er van huis uit niet mee te maken hadden, van hun wezen vervreemdde, zoo zou de schrik den mensch letterlijk om het hart slaan, en wie zal zeggen op welke wijze zulk een ontstelde rekenschap de ingewanden zelf van het menschelijk wezen wellicht dit gif dan nog zou kunnen doen uitbraken. Doch slechts van de vele gemakken en ongemakken, ontstaan waar dit bewustzijn zich verkeerde tot sociale of technische bedrijvigheid, is op deze wijze een overzicht te geven. De schaden, de ontwrichtingen en verminkingen, die deze wijze van denken, door de gevolgen van haar allengs gewonnen alleenheerschappij, het menschelijk

[pagina 25]
[p. 25]

wezen berokkent, zijn echter - hoezeer ook in diepsten zin levensgevaarlijk - niet te registreeren, want zij betrekken zich tot die bovenbewuste en onderbewuste gebieden van dit wezen, tot geest en ziel, waar dit denken niet komt of - komt het er - meten kan noch tellen. Hem echter, die dit naar den geest in de hedendaagsche wereld waarneemt, rest geen hoop, dan wellicht enkel in het vermoeden, dat een gebeuren, juist omdat de uiterste gevolgen ervan zich in die gebieden doen gelden, wel in den zin des levens en niet in dien des doods voor het menschelijk wezen noodwendig zal zijn. Want ook de kritisch-wetenschappelijke wijze van denken, hoezeer in haar willekeur de waarneembare oorzaak dezer rampen, zal wel gedreven worden van buiten het bewustzijn, en zoo het mogelijk blijft, haar en al hare gevolgen te zien binnen dat wijd en zijd zich nog voltrekkend omzettings-proces van zielskracht in energie, in welks teeken het thans levende geslacht zoozeer schijnt te staan, zou slechts wanhoop aan de onsterfelijkheid der ziel tot wanhoop aan de wereld kunnen brengen.

Geloof echter in die onsterfelijkheid kan in dit proces een tijdelijk zich offeren zien der ziel - offer, te grootscher waar zij, wien het gebracht wordt, het zich in hun gretigheid niet als offer bewust kunnen maken. Slechts als zulke dingen gaande zijn, kan de barre zwerm der doende wereld, gekomen binnen een krachtveld van zoo beslissende spanningen, zich herleiden tot een beeld, een schouwspel, dat zich, duister

[pagina 26]
[p. 26]

en flonkerend, van alle betrekkelijkheid, de wereld eigen, schijnt te ontdoen, en zeker zal de bewust bezielde, die het in dezen zin waarneemt - hoe ook de aanblik van dit offer hem ontzet en benauwt - nooit in staat zijn, zich metterdaad aan te sluiten bij hen, die - ook al beroepen zij zich oprecht op waarden, die hem dierbaar zijn - de wereld zich nog schrap wil doen zetten tegen wat thans zijn aanvang nam. Want hoezeer de vurigsten van wie dit zouden willen zich ook in naam van den volksaard opwerpen, hun aandrift dreigt de ziel tegen te werken in haar ultieme bedoeling zichzelf te offeren, en door hun ingrijpen zullen zij omstuwd worden en tot de werktuigen gemaakt van de verontruste menigten, die haar - allen schijn ten spijt - vijandiger zijn dan de horden door middel van welke zij haar offer volbrengt.

Of zijn ook deze menigten en hun als leiders aanbeden werktuigen weerloos medebewogen en ingeschakeld in het wereldbeeld, waarbinnen dit offer zich waarneembaar maakt?

Wie er zich aldus toe verhoudt, zal de waarden, die hem boven alles gaan, in Moscou in doodsgevaar gebracht, thans in Berlijn in een bescherming zien genomen, gevaarlijker dan de dood, want de opstanding is eerst mogelijk uit wat in den dood neer werd geveld, doch nooit uit wat, krampachtig nog overeind gedrild, zich laat versteenen.

In een tijdperk als het hedendaagsche kan de ziel van de door haar bewogenen slechts in de wereld gebrui-

[pagina 27]
[p. 27]

ken wie zich met blindheid voor haar offer liet slaan, want in het slaags raken van verblinden met verblinden kan wie ziet niet meevechten.

Enkelen der blindelings bezielden werden, midden in het strijdgewoel de oogen geopend, en - hun hart vasthoudend om wat zij zien, doch te ver al in het gedrang om nog een overzicht te krijgen - trachten zij de naastbijbetrokkenen nog zielsbewust te maken, niet beseffende, hoe zij, konden zij nog invloed hebben, het volstrekter streven der ziel waarschijnlijk zouden tegenwerken of er althans den uitslag vrijwel zeker van vertragen. Want de ziel, onsterfelijk zijnde, kan alles wagen, en in dezen oorlog, - door haar offer ontketend tusschen wie haar met enkel nog wereldsch heimwee belijden, en de verbetenen, die haar smaden, niet wetend met welk weerzinbenard verlangen zij juist van hen de wapenen zegent, - wordt geen Roode Kruis gewild, ook door haar niet, omdat in de verschrikkingen van het beslissend treffen elke leniging maar verlenging beteekenen zou.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken