Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
In de webbe der tijden (1949)

Informatie terzijde

Titelpagina van In de webbe der tijden
Afbeelding van In de webbe der tijdenToon afbeelding van titelpagina van In de webbe der tijden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.44 MB)

Scans (1.23 MB)

ebook (2.86 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

In de webbe der tijden

(1949)–Henriette Roland Holst-van der Schalk–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 14]
[p. 14]

Herinnering

I

 
Het weitje met de wilge', om beurt geknotten,
 
wier takken overeind als boomen staan;
 
ondanks al wat den murwen stam doet rotten,
 
stuwt hij zijn sappen tot de hoogste blaân.
 
 
 
En achter hen het koebeest, vreedzaam kauwend,
 
den lieven langen dag, als 't niet herkauwt,
 
onder den zomerhemel blank en blauwend,
 
hoe eindloos ver, toch oneindig vertrouwd.
 
 
 
De menschen met de sloomende gebaren,
 
- sinds eeuwen is de arbeidsdag te lang:
 
dat heeft gemaakt sleepend-vermoeid hun gang, -
 
maar de rustige oogen openbaren
 
't binnen-eigen in zijn trouwhartigheid.
 
Dit alles leeft óók uit den dag,
 
maar met den glans van zijn majestueus gezag
 
omspeelt het d'Eeuwigheid, als zonnestraal de haren
 
van een klein kind...
 
 
 
Door de peppels lispelt een jonge wind;
 
rechts, tusschen groene struike' onzichtbare gestalte
 
verschijnt, verdwijnt in linnen arbeidsdracht;
 
de hand die vormt, het oog dat peinst, de mond die lacht
 
en het hart, zuiver goud van hoog gehalte.
 
 
 
Achter hem aan onzichtbaar schrijdt een vrouw,
 
zilveren kuif, de schouders iets gebogen.
 
Die mond kan spotten, die zielvolle oogen
 
zagen nad'ren den dood, even bewogen,
 
maar vast en zegenend met lange trouw.
 
 
[pagina 15]
[p. 15]
 
Gezegenden, die uit het duistre Heden
 
tot het Eeuwige Licht zijt opgegaan,
 
laat soms een weerglans van het Rijk van Vrede
 
- uw Rijk - vallen op de ondere baan.
 
Sta mij bij nu de schaduwen verdichten,
 
opdat dit oude hart niet zwichte en
 
rustig moge de laatste proef doorstaan.

II

 
Langs het pad, waar ik zoovele malen
 
liep in het namiddaglicht,
 
wanneer van de welkome plicht
 
hij dagelijks keerde: de post te halen
 
en 't brood; de diepe rieten mand
 
hing aan een stok over zijn schouder,
 
veerkrachtig schreed hij, leek nauwelijks ouder
 
dan toen hij, vele jaren her, hiermee begon;
 
hoofd en gelaat onbeschermd voor de zon.
 
Twee kleine honden draafden voor hem uit;
 
(bleven vaak achter om te jagen)
 
als ze de Vrouw aankomen zagen,
 
renden ze kwispelstaartend naar haar toe,
 
begroetten haar met vroolijk blafgeluid;
 
renden dan verder, nimmer moe,
 
naar hondenaard. Niet naast, maar achter
 
elkander, liepen wij naar huis
 
langs een smal pad, aan twee kanten begrast.
 
Dan kwam het heitje, dat wel scheen te leven
 
van het gezoem der kleine nijvre dieren.
 
Hoe zwoegden zij. 't Scheen alles voor plezier en
 
was bittre levensernst. Wij stonden even
 
stil, te bewondren de trotsche kasteelen,
 
die stapelden boven den horizon.
 
 
[pagina 16]
[p. 16]
 
Dan nog het boschje: dunne stammen, vele,
 
onder een hoog parkachtig bosch,
 
waarin wij doken.
 
Boven onze hoofden ging zacht gesuis,
 
aan onze voeten groenfluweelig mos
 
en dan het lieve lage huis,
 
blank en klein als in kindersproken,
 
met daarachter de koninklijke eiken...
 
 
 
Het zachte ruischen der herinneringen
 
beweegt het hart met de vertrouwde pijn,
 
die, vlogen niet bove' alle aardsche dingen
 
nu de daemonen der verschrikkingen,
 
een bleeke zuster van de vreugd kon zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken