Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
In de webbe der tijden (1949)

Informatie terzijde

Titelpagina van In de webbe der tijden
Afbeelding van In de webbe der tijdenToon afbeelding van titelpagina van In de webbe der tijden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.44 MB)

Scans (1.23 MB)

ebook (2.86 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

In de webbe der tijden

(1949)–Henriette Roland Holst-van der Schalk–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 17]
[p. 17]

Een zomer

I Juli

 
Heel den langen dag wrochten voor hun brood
 
de slovers, sleepend verder hun vermoeide
 
voeten, terwijl met witte speren schroeide
 
zonnegeweld akkers en weiden dood.
 
 
 
Achter de haag, ergens in verten loeide
 
een dorstig rund tot aan het avondrood
 
de kinderen vluchtten naar moeders schoot,
 
lachten niet meer, speelden noch stoeiden.
 
 
 
Danken wij God, dat hij geschapen heeft
 
den nacht, het duistre, met hun wijd meedoogen
 
alles omwikkelend wat op aarde leeft.
 
Zij zijn de moederhanden der natuur:
 
dank hun, sluit het gejaagde dier zijn oogen
 
en vlucht de mensch uit den tijd tot den duur.

II

 
Er brandt nu één verlangen door het zwijgen
 
als een obsessie: water, water, water -
 
geruisch, gedruppel, getokkel, geklater:
 
d'eenige geluiden zijn, waar we naar hijgen.
 
 
 
Verschijnen toppen aan de transen? Hijgen
 
zij? 't Onweer mòet komen, vroeger of later...
 
Zij trekken weg. Was dat een helsch geschater
 
Vèr weg?... De uitgedroogde akkers krijgen
 
 
 
geen kans... Zal door d' Europeesche landen
 
komende winter danse' een doodendans,
 
millioenen den hongerdood sterven?
 
 
 
Moeders wringen in den nacht hun handen,
 
voelend hoe tot hun kleinen het verderven
 
nadert... Onheils vleugels klepp'ren aan den trans.
[pagina 18]
[p. 18]

III Augustus

 
Toen kwam de regen met het vreemd geluid
 
van najaarsstorm, doorloeiend zomerweken;
 
het leek of in dien zondvloed was bezweken
 
Augustuszon, de sterke held
 
van andre zomers. Wij zagen ontsteld
 
de droge greppels verkeeren in beken.
 
Waren ergens ver weg dammen bezweken
 
of had natuur zich wonderlijk verteld?
 
 
 
De rogge werd gemaaid, druipende schoven
 
woeien omver, werden weer recht gezet
 
en weer omvergesmete'; op 't natte bed
 
der aarde kiemde 't zaad, en steeds van boven
 
gudste de regen neer...
 
Al sloomer werd de tred
 
van 't volk, al doffer de blik der oogen.

IV

 
Het wreede spel begon van nieuws af aan
 
en toen eindelijk d'oogst werd in de schuren
 
geborgen, was er geen vreugde, als past
 
bij d' oogsttijd. Allen dachten aan het zure
 
slechte brood, dat beschimmelt in de kast.
 
 
 
De maan zonk weg, er kwam een nieuwe maan.
 
Merkbaar korter werden reeds de dagen,
 
Een weinig morren en een weinig klagen:
 
de boer nam op zijn nieuwen arbeidslast.
 
Het bruine stoppelveld werd glad geëgd,
 
najaarsgewas gezaaid. Zoo baas als knecht
 
werkte' onder grauwe luchten onverdroten.
 
 
 
De boer, hij is niet week of zacht;
 
voor naastenliefde is vaak zijn hart gesloten
 
zijn hond ligt aan de ketting, dag en nacht
 
op kouden steen. Maar in hem is dit groote:
 
er is een taak, die moet worden volbracht.
[pagina 19]
[p. 19]

V September

 
Het fijne aandachtige weder,
 
waar de dichter der Mei van zong,
 
kwam in den nacht met zoeten drang, die teeder
 
het ruw natuurgeweld bedwong.
 
 
 
Stil staan de donzen wolkjes diafaan
 
of wel schuiven onmerkbaar verder
 
langs vredig hemelveld hun lichte stoeten
 
daarheen, waar blanke makkers hen begroeten.
 
De zon ziet ze glimlachend aan.
 
 
 
In d' avond lijkt de maan een goede herder,
 
die zijn schapen verzamelt voor den nacht.
 
Het boomenvolk staat stil en wacht
 
op booze dingen die gaan komen
 
in het onstuimige seizoen.
 
Nog ontluiken teedre kleine rozen;
 
koud is de morgen en doorstoofd de noen.

VI

 
Als een gedachte Gods, onzegbaar teeder,
 
tot het gewonde hart daalt, het vertroost
 
en koestert, of zooals een kleine roos 't
 
kindergelaat heft in het klare weder,
 
 
 
dat uit zilverige nevels verschijnt;
 
of als een vuur regen van gouden vonken
 
rondomsproeit, tot het duister lachend bloost,
 
- zoo worden deze dagen ons geschonken
 
met hun van teederheid doorzegen licht.
 
 
 
Vanwaar komen zij, wie heeft ze gezonden?
 
Beteeknen zij vergeving onzer zonden
 
en 't nadrend einde van het fel gericht?
 
 
[pagina 20]
[p. 20]
 
Onwezenlijk in dit licht de verscheuring,
 
de Kaïnsmoord, die de aarde ontwijdt:
 
het is of in bovenzinlijke beuring
 
de ziel aan d' aardsche sfere' ontglijdt.

VII Voorbij

 
Het is voorbij. Bloesemdroomen verstoven;
 
korte papavervlam te niet gedaan,
 
niet één belofte in vervulling gegaan:
 
het ooft valt af, de aangevreten schoven
 
 
 
verrotten in de half-gevulde schuur.
 
De hemel biedt geen zicht naar klaarder sferen:
 
hij is een deksel, die het jubileeren
 
afsluit van de ongerepte natuur,
 
 
 
het licht afsnijdt van de stinkende aarde,
 
die geteisterde, verdoemde planeet,
 
waar rottend lijkenveld wordt elke gaarde,
 
waar uit opstijgt aldoor het wilde dreunen
 
van ontploffingen, der gewonden kreunen
 
en hun hartverscheurende stervenskreet.

VIII Stervensdrift

 
Nu hebben winden in bezit genomen
 
de aarde. Er is het luid gezwiep
 
van kruinen. Klank die door den zomer sliep,
 
ontwaakt met het rukken aan alle toomen
 
en trenzen. Er gaat buldrend ongeduld
 
door zware stammen, breede takken, twijgen.
 
Het klinkt of millioenen blad'ren hijgen
 
naar doodgaan, boome' al wat hun vorm verhult
 
afwerpen willen en in naaktheid pralen.
 
 
[pagina 21]
[p. 21]
 
Zoo geschiedt nu alom in de natuur,
 
het is één doodszang in haar donkre zalen,
 
een reutelend benauwend ademhalen...
 
 
 
En menschheid? Hijgt hetzelfde doodsverlangen
 
door haar? Zal zij... Dit is het bange, wrange.

IX November

 
De hagen staan vol rozen en de luchten
 
hebben de zachtheid van heel oud satijn;
 
het manekindje wiegelt blank en rein
 
tusschen rozige wolkjes, donzen vruchten.
 
 
 
Guirlande omhoog gespannen, vredig-rein,
 
klimt onmerkbaar d' avond aan klare transen:
 
straks zullen d' eerste pinkesterren dansen
 
om 't manekind. De nacht zal vrede zijn.
 
 
 
Doet g' altijd nog, o zon, uw gouden stralen
 
op goede' en boozen gelijklijk nederdalen?
 
Bekleedt met star'ge mantel, firmament,
 
voor schurk en heil'ge g' u?
 
Bestaan onze zonden
 
niet voor 't Oneindge? Spreidt de aarde-wonde
 
haar stank niet verder dan de aarde-tent?

X December Het Licht

 
Het wonder van het licht plant alle dagen
 
in 't hart van den winter zijn luister voort,
 
't zingt geluidloos een tooverwoord,
 
't omruischt ons met verstilde vleugelslagen.
 
 
 
Het licht is nu van elken aardschen troost
 
de louterste, beeld van d' eeuwge ongebroken
 
Goedheid, 't is ergens in Gods schoot ontloken
 
en stort zijn zegen uit over Gods kroost.
 
 
[pagina 22]
[p. 22]
 
God bestemde het licht om alle dingen
 
met zijn glanzige stilte te doordringen,
 
te bloeien, lelie zonder wederga in
 
alle tuinen van ruimte en tijd.
 
 
 
Over d' afgrond der eeuwe' in zijn genade
 
heeft God de schoonheid van het licht gespreid.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken