Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Opwaartsche wegen (1907)

Informatie terzijde

Titelpagina van Opwaartsche wegen
Afbeelding van Opwaartsche wegenToon afbeelding van titelpagina van Opwaartsche wegen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.55 MB)

Scans (1.88 MB)

ebook (2.92 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Opwaartsche wegen

(1907)–Henriette Roland Holst-van der Schalk–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 18]
[p. 18]

Moderne Prometheus.

 
Machtigen!
 
Hier, nog half duizlend
 
van uw slagen
 
hier staan wij weder
 
en verheffen ons weder
 
tegen u.
 
 
 
Met al uw macht
 
hebt ge niet gewonnen.
 
De wreede kogels
 
van uw veilig geschut
 
troffen, doorboorden
 
onze vane', onze harten
 
en velden ons.
 
 
 
Maar ziet: daar omstaat
 
een klomp moedige mannen
 
de vaan, de gehavende
 
de dóór- en doorboorde
 
d' aan flarden-geschotene
 
opnieuw.
 
 
 
‘O Liefste, o nimmer
 
zoo teer nog geliefde,
[pagina 19]
[p. 19]
 
zie: door uw wreede gaten
 
schittren alle sterren des hemels
 
schittert de ster der hoop.’
 
 
 
En zij zwaaien het vaandel
 
't doorboorde, 't aan flarden geschotene
 
voor uw vaal bleek aangezicht
 
dat rood wordt van weerschijn,
 
van woede, van schaamte -
 
want Prometheus leeft.
 
 
 
Gij kunt het hart
 
van den dappere breken,
 
maar niet zijn moed.
 
Hem met vrouw en kind
 
jage' over de wereld
 
voortdrijve' om een bete
 
die hij niet vindt;
 
als een hongrigen hond
 
naar een bete doen snufflen:
 
dat kunt ge, dat deedt ge
 
ons aan.
 
 
 
Maar gij kunt niet
[pagina 20]
[p. 20]
 
in de harten der mannen,
 
in het deerlijke, krimpende
 
heldenhart der vrouw
 
de helle vonk dooven
 
die daar zacht schittert,
 
diep, als onder watren
 
een edelsteen.
 
En ge kunt, neen ge kunt niet
 
de zon kameraadschap
 
met schennende hand
 
grijpen en wegsleuren
 
uit onzen hemel
 
waar zij hangt, hoog, en veilig
 
voor u.
 
 
 
Dacht ge omdat
 
ge ons traptet als wormen
 
dat wij als wormen
 
voor u zouden kruipen?
 
Dacht ge door ons
 
met ketens te omhangen
 
te klinken in ijzers
 
onze harten te maken
[pagina 21]
[p. 21]
 
tot slavenharten,
 
wezenloos opziend
 
wezenloos biddend
 
tot den meester, hun God?
 
Dacht ge door ons
 
te spanne' op uw folter
 
- op hongers folter -
 
ons te doen bekennen
 
in deemoed, schuld?
 
 
 
Oud, dwaas geslacht!
 
Oude heerschers-dwaasheid
 
van hoovaardije:
 
hoe velen bracht gij
 
ten diepen val.
 
Verneem onze stem
 
hoog op uw wallen,
 
d' ongenaakbare torens
 
van heilig gezag
 
van waar ge op ons neerziet.
 
 
 
Hagel op ons
 
als op jong gewas
[pagina 22]
[p. 22]
 
uw boos, hard broedsel:
 
ge vernielt ons niet!
 
Werp uit de monden
 
van uw wreed geschut
 
aardkluite' en klinkers,
 
granietgeschilfer
 
en brokken rots:
 
ge verplettert ons niet.
 
Wij rapen ze,
 
en staplen z' op,
 
met bloedende handen
 
hoog en hooger
 
en klautren opwaarts,
 
op hun kantigen rug
 
hoog en hooger
 
tot waar eenmaal ons hoofd
 
wit, laaiend van hartstocht,
 
helder van den weerschijn
 
der morgen-zonne,
 
aan uw vaalbleek aangezicht
 
dat rondziet naar redding
 
verschijnt.
 
 
 
Slinger maar uw bliksems:
[pagina 23]
[p. 23]
 
ge verblindt ons niet.
 
Wij rapen de sissenden
 
en zaamlen ze
 
tot immensen voorraad
 
wit-zengend vuur
 
dat uw wulpsch paradijs
 
eens in vlammen doet opgaan
 
en de aarde reinigt
 
van verpesten walm.
 
 
 
Met al uw macht
 
hebt ge niet gewonnen:
 
hier staan wij weder
 
ongebroke', onberouwvol,
 
als eenmaal, als immer
 
en trotseeren u.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken