Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wordingen. Een cyclus van liefde en vertrouwen (1949)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wordingen. Een cyclus van liefde en vertrouwen
Afbeelding van Wordingen. Een cyclus van liefde en vertrouwenToon afbeelding van titelpagina van Wordingen. Een cyclus van liefde en vertrouwen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.88 MB)

Scans (7.07 MB)

ebook (3.39 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wordingen. Een cyclus van liefde en vertrouwen

(1949)–Henriette Roland Holst-van der Schalk–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 109]
[p. 109]

VII

 
Twee genieën hebben hun vlucht genomen
 
in 't zenith dier beloftenrijke eeuw
 
vol eedle wanen. Waart g' een stier, een leeuw,
 
een aad'laar, Marx? Wij juichen: ‘welgekomen’.
 
 
 
Naast u rees een andre geniale geest,
 
koen als gij zelf, maar niet van schroom gespeend
 
zoozeer als gij. In één glorie vereend,
 
zijn zij twee jonge gaste' op waarheids feest,
 
 
 
twee onvermoeide zoekers naar haar bron.
 
Gij, ziener, door u is op aard' gekome' en
 
gegroeid een socialisme, dat niet droomen
 
noch marren wou, den wenschdroom half verwon
 
 
 
en zich met harde werklijkheid afpijnde,
 
uit haar de blijde zekerheden las,
 
puurde uit ellende drank die genas
 
booze ziekte, die menschheid ondermijnde,
 
 
 
van heer- en knechtschap. Allerdiepste lagen
 
schuddet gij wakker tot bewuste pijn,
 
riept óp het slapend bewustzijn
 
tot harden strijd, stoutmoedig wagen
 
 
 
voor zich en and'ren. Manlijk-sterk, zeer wijd
 
dit socialisme was, hongerig naar de dingen
 
der aarde, hen alle wou 't bespringen;
 
maar in 't godlijke wist het geen bescheid
 
 
 
en achteloos ging het voorbij daaraan.
 
Het hield de rede voor machtig genoeg
 
om voor den arbeid een wereld te winnen.
 
Onoverwinlijk schijnt zij 's morgens vroeg
 
den jongen strijder, maar de ochtendzinnen
 
raken vermoeid, lang eer zijn purpervaan
 
vlammend hoog heft d' avond. Menschenkracht
[pagina 110]
[p. 110]
 
houdt niet lang stand, als z' uit godlijke bronnen
 
niet wordt gevoed. 't Is gewonne' en geronnen
 
met haar. Maar die tijd heeft anders gedacht.
 
 
 
Hoort: tusschen het verwarde strijdrumoeren
 
stijgt een stem, zwaar als een bazuin;
 
profetenklank uit Israëls ouden tuin
 
doordreunt de lucht: geweld' ge aanklacht snoeren
 
 
 
woorden aaneen. Der heeren pols klopt wild
 
van woede of klein van vrees; die van de knechten
 
wordt sterk en langzaam. O, dit is het echte:
 
de waarheid, ijzerhard en toch zoo mild.
 
 
 
‘Uit de verneedring, uit de eindelooze
 
dagen en nachten van ons gezwoeg,
 
zullen eens, weldra, openbloeien rozen
 
van aardsche heerlijkheid.’
 
O Marx, hoe joeg
 
 
 
uw waarheid op de vlucht de trieste leeren
 
van eeuwigen kringloop als 's menschen lot.
 
Uw forsch gebaar wees áan de groote keeren,
 
waarin de menschheid steeg van wildheid tot
 
 
 
kapitalisme, maatschappij van nu,
 
vloekwaardig, maar van trotsche vreugden drachtig.
 
Onbewust had de mensch - wat was dat prachtig -
 
hen toegestreefd door d' arbeid. Wel was ruw
 
 
 
zijn pad geweest. Maar nu hoefden de werkers
 
enkel klaar den weg en het doel te zien
 
en sterk te willen - dan zoude' alle kerkers
 
openspringen, wáár worden 't stoutst ‘misschien’.
 
 
 
Weet ge het nog, makkers der lichte uren,
 
hoe op ons instroomde dat grootsch geloof,
[pagina 111]
[p. 111]
 
hoe in de nacht opstegen vreugdevure' en
 
de boom des levens aanschoot glanzend loof?
 
 
 
Hoe, heerlijk wonder, zich voltrok herrijzen
 
van die hadden gehangen, dood gewicht,
 
aan 's levens flanken; in schallende wijzen
 
leven zich uitzong? O, een schoon gedicht
 
 
 
was het, te zien in de schamele buurten
 
verkeeren lange onderworpenheid
 
in fieren trots, de mannen-oogen vuur te
 
zien sproeien van bewuste waardigheid
 
 
 
en ook in vrouwen-oogen, lang een dof
 
verwijt als van afgejakkerde dieren,
 
lichten te zien opglanzen, en opzwieren
 
vogels van hoop en blijheid. 's Levens stof
 
 
 
vernieuwde zich snel van onzegbaar poover
 
weefsel, versleten tot den draad,
 
tot wat geleek een koninklijk gewaad
 
bestikt met heerlijke figuren: loover
 
 
 
diepglanzend, bloemkelken, cierlijke beesten
 
en menschlijke gestalten, allen schoon,
 
hoe ook allen verschillend. Lichte geesten
 
met rechte lichamen op éénen toon
 
 
 
gestemd van levensvreugde. Lichamen
 
recht-op en fier, omdat ze nooit gebogen
 
voor meesters hebben, geesten opgetogen
 
van verrukking, omdat in hen samen-
 
 
 
komt, als in brandglas, alle wetensmacht
 
en schoonheidsgloed, die menschheid heeft verworven:
 
de dagen geuren, rijen zoete korven
 
vol honingraat; en ook de dood glimlacht,
[pagina 112]
[p. 112]
 
zóó mild werd zijn gelaat. De zekerheid:
 
‘zóó zal het zijn, morgen misschien, nu wij 't
 
zóó maken’, - overgiet ieder uur
 
met licht. Geloof zet zichzelf in vuur
 
 
 
van extase om gerechtigheid, haast dagend,
 
geloof allen omvattend, allen schragend,
 
in d' Idee, gezegende duizendwerven,
 
waar 't goed voor is te leven en te sterven.
 
 
 
O schoone drift in die duizenden mannen
 
en vrouwen, al die sterkgespierde rammen,
 
gespannen boog van strijdvaardigen wil:
 
u gedenken, maakt het hart van eerbied stil.
 
 
 
O broeders, nu duisterlingen besmeuren
 
met leugen, schoonheid die verging: blijft trouw,
 
verblijdt u, dat ge in dat groot gebeuren
 
gestaan hebt, - ja weest blijde, óók in uw rouw.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken