Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Rethoricale wercken (1562)

Informatie terzijde

Titelpagina van Rethoricale wercken
Afbeelding van Rethoricale werckenToon afbeelding van titelpagina van Rethoricale wercken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.77 MB)

ebook (3.21 MB)

XML (0.28 MB)

tekstbestand






Editeur

Eduard de Dene



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Rethoricale wercken

(1562)–Anthonis de Roovere–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Maria mater gratie.

 
O Vrouwe dye alle druckighe plaghe dwae[t]
 
Daer tsondaers hope, meest op gescacht is
 
Ghy zijt die veruersschende lieue dagherae[t]
 
Die middelareghe tusschen dach ende nacht is,
 
Vwen sone is den dach, die hoochste geacht is,
 
Den nacht, dat zijn mijn sonden groot
 
O schoone dagheraet, die blijdelijck ghewacht is
 
Vercort mijn duysterheyt in duyterste noodt
 
De Kercke noemt v by schriftueren bloodt
 
Maria moeder van gratien soet
 
Ontfanct nv in uwen ontfermighen schoodt
 
Mijn bede, ende mijnder armer siele, doet
 
Vwe hulpe, die noyt mensche wederstoet
[Folio 10r]
[fol. 10r]
 
Midts uwer gratien, noydt meerder rouwe
 
Al dat mijns is, is op v ghemoedt
 
Maria mater gratie, vrouwe.
 
 
 
O moeder ghy zijt die lochtighe mane
 
Die ons als de duyster nacht verclaert
 
Ende naest der aerden pleecht te ghane
 
Dats op ons euen menschen gheopenbaert
 
Toocht dan in my uwe ontfermhertighe aert
 
Die hier als aerde nv ligghe verweest
 
Ende van die wateren soe ben ick beswaert
 
Dat mijn lichaem kijft teghen den gheest
 
Helpt my o schoone mane, die ben beureest
 
Van tsvyants winden te zijne bestreden
 
Want alle de werelt, die groet v meest
 
Als moedere van ontfermherticheden,
 
Wie op v roept, ghy helpt hem in vreden
 
Ende ter hoochster vruecht als wterste trouwe
 
Och dan touwaerts buyghe ick mijn leden
 
Mater misericordie vrouwe.
 
 
 
O vriendelijcke sonne niet om verschoonen
 
Die de middelste zijt, der Planeten gheseyt
 
Bouen v hebbende noch drie persoonen
 
Welck is die heylighe Drieuuldicheyt
 
Ende onder uwe hooghe maiesteyt
 
Maechden, Weduwen ende houwelijcken staedt
 
O glisterende sonne, aensiet die dus leydt
 
Van tsvyants wolcke ws licht beschaet
 
Ghy zijt soe claer, dat door v van ons slaet
 
Onser sonden duysterheyt waer ghy naeckt
 
Dies de kercke van v singt sonder verlaet
[Folio 10v]
[fol. 10v]
 
Doch van onse sonden ons quijte maeckt
 
Ick aerme sondare, verdroocht, verspaeckt,
 
Roepe ontfermelijck, eer ick verflouwe
 
Als fugitijf in duysterste noodt ghedaeckt
 
Tu nos ab hoste protege vrouwe.
 
 
 
O die dalder bitterste cunt versoeten
 
Die den hemele ende aerde verblijdt
 
Die tot allen lijdene weet de boeten
 
Die ghebiedeghe van alle den throonen zijt
 
V si eere, lof ende eewich iolijt
 
Gheen vrouwe voor v dwingt tsvyants verstrangen
 
Dies bid ick v moedere, tis meer dan tijdt
 
Jn die vre des doodts wilt my ontfanghen
 
My berout soe seere mijn sondighe ghanghen
 
Jn v ontfermen stel ick mijn ghebreken
 
Jck ben met vreesen soe seere beuanghen
 
Nochtans v hope wil ick niet versteken
 
Wie oyt aen v riepen,van trooste si spreken
 
O dan Maria, met uwen troostelijcken dauwe
 
Helpt my, die noyt niemant en hebt besweken
 
Jn hora mortis suscipe vrauwe.
 
 
 
O vrouwe de heylighe kercke vol weerden
 
Dus vriendelijk v altijts in latijne groet
 
Ende soe menich goet mensche opter eerden
 
V dit leest, als een medecijne goet
 
O moeder v ontfermen, my aentschijne doet
 
Die v soe gheerne hier mede aenschauwe
 
Jck bid v lacen mijns lijdens pijne boet
 
Alst my voor u sone sal staen soe nauwe
 
Jnde vre mijnder doodt onfermighe vrauwe.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken