Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Koosje beleeft een avontuur (1959)

Informatie terzijde

Titelpagina van Koosje beleeft een avontuur
Afbeelding van Koosje beleeft een avontuurToon afbeelding van titelpagina van Koosje beleeft een avontuur

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.20 MB)

Scans (13.91 MB)

XML (0.12 MB)

tekstbestand






Illustrator

Lies Veenhoven



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Koosje beleeft een avontuur

(1959)–Rie van Rossum–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

3

Ja, dáár heeft Moeder gelijk in. Dat belooft wat. En niet zo'n klein beetje ook - dat zal zij wel merken als Lies straks aan de overkant woont. Die arme Moeder weet nog niet half, wat haar allemaal boven het hoofd hangt. Nog wel iets anders dan een drukke weg oversteken. Dat is in tien tellen afgelopen, maar het Grote Avontúúr - houd erover stil, daar raakt de hele familie in geen maanden over uitgepraat.

Niet dat ze daar meteen aan beginnen. Welnee. Eerst stappen ze rustig bij Moeder de keuken binnen, krijgen elk een kroes thee en een snee koek, want Lies heeft nog altijd een beetje honger over na die boterham. En dan moet Moeder alles horen over Lies en de moeder van Lies en het nieuwe huis van Lies. Nu, dat is een heel verhaal, want die kleine zwartkop kan praten voor drie, je krijgt er geen speld tussen. Koosje luistert met allebei haar oren, en helpt af en toe een handje mee. Het is tenslotte háár nieuwe vriendin die zij zèlf heeft gevonden en mee naar huis bracht. En over een week is het precies één april, dan komen zij voorgoed hier wonen, de hele familie. Wat is de naam ook weer? O ja: Lindeman. Lies Lindeman, dat is gemakkelijk te onthouden. En zij zijn óók met hun vieren, een vader en een moeder en een zusje en een broertje. Maar dat broertje is nog maar heel klein, dat ligt nog in hun oude huis in de wieg en doet niet veel anders dan slapen. Wie er dan oppast zolang?

[pagina 19]
[p. 19]

Wel, de oma van Lies natuurlijk. Die woont in hetzelfde huis, beneden. Daardoor hebben de vier Lindemannen eigenlijk maar een half huis. En dat wordt veel en veel te klein. Lies stampt ook veel te hard als zij de trap opgaat en door de kamers boven holt. Daar kan haar oma helemaal niet tegen. En het kleine broertje huilt 's nachts wel eens en dan maakt hij zijn oma wakker. Dat is allemaal niet plezierig, en daarom heeft de vader van Lies gezegd: We moeten maar een ander huis gaan zoeken, dat is veel beter. Een huis met een tuin, dan kan Broertje buiten liggen in de wagen als het zomer wordt. En Lies kan dan zoveel hollen en stampen als ze wil, óók al in die tuin. Ja, dat vond de moeder van Lies een best idee - Vader moest maar eens goed uitkijken. En nu heeft hij fijn dit huis gekregen, daar hebben ze ruimte genoeg en Oma kan weer rustig haar middagdutje doen. Mag Lies nu nog wel een kroesje vol thee, want ze heeft een verschrikkelijke dorst gekregen van al dat praten.

Moeder lacht om die kleine bijdehante rakker, en schenkt ze allebei nog eens in. Dan moeten zij samen maar eens buiten gaan spelen tot de moeder van Lies komt om haar te halen. Jawel, dat heeft Moeder aardig bedacht, maar de twee jongedames weten het nog veel beter. Lies moet eerst het huis eens bekijken, zij klautert de trap op alsof zij hier al jaren gewend is, en Koosje moet haar van alles laten zien. Het kamertje van Koen vindt zij het mooist van allemaal, en Koosje moet haar weer stevig bij haar vestje pakken, zó ver gaat die Lies uit het raam hangen om naar de trein te kijken, die in de verte voorbijrijdt. Lèkker: die kan zij straks in het nieuwe huis op haar eigen kamertje nog veel beter zien, want zij woont nog een stuk dichter bij de spoorweg.

Hebben de treinen 's avonds ook lichtjes aan? Mooi: dan kan zij ze uit haar bed óók nog tellen, want zij wil eens precies weten, hoeveel er de hele dag voorbijkomen.

Maar kabouter Prikkebaard, die in het schuurtje achter de keuken staat en die Koosje haar vol trots laat zien - néé, die

[pagina 20]
[p. 20]

kabouter vindt zij maar een raar mannetje van steen. Wat hèb je dáár nu aan? Hij staat altijd maar stil op dezelfde plaats en kan geen woord praten. En Lies houdt alleen van dingen die bewegen en leven maken. Zij wil geen stenen kabouter in hun tuin, hoor. Zij wil een levende hond hebben, die rondholt en blàft en tegen je opspringt.

Zelfs Juup, de poes, vindt ze maar een saai beest dat in de keuken op zijn matje ligt te dutten. En of Koosje al vertelt dat hij zo goed muizen kan vangen en over de schutting kuieren zonder eraf te vallen - dat is Lies allemaal nog lang niet druk genoeg. Als zij straks een hond krijgt zal zij hem kunstjes leren: op zijn achterpoten zitten en een stok terug brengen en nog veel meer, dàn zal Koosje eens wat zien. En nu wil zij gaan ballen op het paadje voor de deur, want zij heeft al weer lang genoeg in huis gezeten -

Koosje vindt het allemaal prachtig, zij heeft nog nooit zoveel gepraat op één middag, maar je raakt er ook wel een beetje buiten adem van. Want die Lies is zelf net een bal: zij is telkens ergens anders, het lijkt wel of zij rolt inplaats van loopt. En haar mond staat geen minuut stil -

Als haar moeder na een uurtje komt vragen of zij misschien zin heeft om mee naar huis te gaan, schudt zij héél hard met haar zwarte paardestaart en vindt dat zij nog best een tijdje kan blijven spelen. Dan moet haar moeder maar zolang bij deze mevrouw in de keuken gaan zitten bij een hoesje thee. De twee moeders lachen er hartelijk om en zeggen allebei tegelijk: Volgende week - dan kunnen jullie zo lang met elkaar spelen als je wilt. Nu moet Lies heus naar huis, het kleine broertje ligt vast te huilen van de honger.

Ja, dat is natuurlijk wel een beetje akelig, en daarom laat Lies zich ook gehoorzaam achterop de fiets tillen met een lekker warm rood jasje over haar vestje en de capuchon met het witte bont erin stevig over de oren. Nu lijkt ze precies zelf een kleine ondeugende zwartoog van een kabouter. Bij de bocht van de weg draait zij zich nog eens om en zwaait:

[pagina 21]
[p. 21]

Dàg! Volgende wéék! Fijn, hè?

O zo fijn - dat zullen de twee moeders eens beleven, let op. Het is maar goed dat zij het van tevoren niet weten. Anders had de moeder van Lies die kleine kabouter met handen en voeten aan een stoel vastgebonden tot de hele verhuizing voorbij was.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken