Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Scilla (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Scilla
Afbeelding van ScillaToon afbeelding van titelpagina van Scilla

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.89 MB)

Scans (1.77 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Editeur

L. Strengholt



Genre

drama

Subgenre

tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Scilla

(1966)–Lukas Rotgans–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 85]
[p. 85]

Vierde bedryf

Eerste toneel

Minos, Mentor
mentor
 
Zoo wordt Ismene door uw klagten niet bewoogen?
 
En heeft de glans der kroon op haar geen meer vermogen,Ga naar voetnoot1178
 
Dat haare afkerigheit uw trouwe liefde ontvlucht?
minos
1180[regelnummer]
Zy haat my, Mentor; en die haat, een eedle vrucht,
 
Uit haar stantvastigheit gesprooten, dwingt myn zinnen,Ga naar voetnoot1181
 
In weêrwil van my zelf, die trotse meer te minnen.
 
Haar fiere weigering, schoon zy my hoont en smart,Ga naar voetnoot1183
 
Wordt, als een proef der trou, verheerlykt in myn hart.Ga naar voetnoot1184
1185[regelnummer]
Ik eer haar deugden, die myn liefde voetzel geeven,
 
Schoon zy myn oogmerk door haar werking wederstreeven.Ga naar voetnoot1186
 
Myn medeminnaar, juich, verheug u in myn druk.
 
Want in uw ongeluk ontmoet u 't grootst geluk.
 
Door my is u de trou der minnares gebleeken.
1190[regelnummer]
Een hopelooze vlam, in myn gemoedt ontsteeken,
 
Verzekert u van haar. zy kiest de slaverny,Ga naar voetnoot1191
 
Alleen om uwe min, voor Minos heerschappy.
 
Ik wordt bezitter van myn vyandts kroon en staaten.Ga naar voetnoot1193
 
Ik ben verwinnaar: maar wat kan my 't voordeel baaten,
1195[regelnummer]
Nu ik my weder voel gewikkelt in een strydt,
 
Daar ik my zelf verlies, en raak myn vryheit quyt?
 
Twee zusters heeft het lot gebragt in myn vermogen:
 
Ik zie haar een voor een maar met verschillende oogen.
[pagina 86]
[p. 86]
 
Een dubble hartstogt prangt myn ziel in dezen staat.
1200[regelnummer]
Ik haat haar die my mint. ik min haar die my haat.Ga naar voetnoot1200
 
Ach! Mentor, help uw vorst.
mentor
 
Gy most uw magt gebruiken.
 
Haar trots zal eindelyk voor uw vermogen duiken.Ga naar voetnoot1202
 
Gy hoont u door 't gevlei. Ismene is uw slavin.
minos
 
Wat zoetheit, wat vermaak geeft een gedwonge min?Ga naar voetnoot1204
1205[regelnummer]
Ook kan geen dreigement een groote ziel versaagen:
 
Bestorm haar met geweldt; zy volgt haar welbehagen:
 
Een fiere moedt versterkt haar opzet in den noodt.Ga naar voetnoot1207
 
Zy blyft by haar besluit, of troost zich eer de doodt.
 
Dies zal uw raadt geensins....
mentor
 
Zie, Scilla komt ons nader.
minos
1210[regelnummer]
d'Ontrouwe! dit bezoek verveelt my. zeg haar vaderGa naar voetnoot1210
 
Dat ik hem hier verwacht, en om byzondre reên.

Twede toneel

Minos, Scilla, Dorize
scilla,
tegen Dorize
 
IK zie den koning. ga. dat ik hem spreeke alleen.
 
Gedoog, myn heer, dat ik, om myn verdriet te stuiten,
[pagina 87]
[p. 87]
 
In vryheit u den grondt myns boezems mag ontsluiten.Ga naar voetnoot1214
1215[regelnummer]
Gy weet in welk een staat wy heden zyn gebragt.
 
Gy zyt door my, tot hoon van ons aalout geslacht,Ga naar voetnoot1216
 
Als koning op den troon van dit gewest verheven.
 
Ik heb u Nizus staf zelf door myn handt gegeeven:
 
Den staf, dienge u vergeefs beloofde van uw staal.Ga naar voetnoot1219
1220[regelnummer]
Myn hulp baande u den weg tot deze zegepraal.
 
Uwheerschlust heeft door my 't gewenschte wit beschooten.
 
Hebt gy ooit grooter gunst van een vriendin genooten?Ga naar voetnoot1222
 
Ja, Minos, overweeg; ik heb een werk gedaan
 
Voor u, dat nooit een vrou ter wereldt dorst bestaan.
1225[regelnummer]
Ik heb om u myn landt, myn bloet, my zelf verraaden,Ga naar voetnoot1225
 
Den vaderlyken vloek op mynen hals gelaaden,
 
De zoete min ontrust van Fokus en Ismeen.Ga naar voetnoot1227
 
'k Wierde ontrou, maar om u getrou te zyn alleen.
 
Betoon nu dat gy zyt uit vorstlyk bloet gesprooten.
1230[regelnummer]
Erkentenis van dienst moet uwen roem vergrooten.
 
Haar eisch ik van uw handt, myn heer, in dit geval.
 
Die deugdt verheerlykt elk, maar vorsten boven al.
minos
 
Ik heb my in dien pligt, waar van gy spreekt, gequeeten
 
Gelyk 't betaamt, en nooit genooten dienst vergeeten.
1235[regelnummer]
d'Ontdankbaarheit, een pest, een monster, zoo veracht,
 
Heeft nooit in myn gemoedt haar vruchten voortgebragt.
 
Myn vader heeft myn jeugdt die regels voorgeschreeven.
 
Ik heb zyn les betracht in myn doorluchtig leven.Ga naar voetnoot1238
 
Maar wat vereischt een zaak, daar gy zoo hoog op roemt?
1240[regelnummer]
Een misdaadt, die gy met den naam van dienst verbloemt,
[pagina 88]
[p. 88]
 
Een schelmstuk, zou u dat myn achting waardig maaken?
 
ô Neen! dan most ik eerst myn oude deugdt verzaaken.Ga naar voetnoot1242
 
Uw onbeschaamde tong, vol buitensporigheit,
 
Veroordeelt zelf de zaak, die zy zoo dwaas bepleit:
1245[regelnummer]
En gy wilt uit myn mondt een gunstig vonnis hooren.
 
Hoe tracht gy door een beeldt myne oogen te bekooren,
 
Dat gy zoo hatelyk, met een bevlekt penseel,Ga naar voetnoot1247
 
Mismaakt hebt afgemaalt? ik schrik voor dat tafreel.
 
Uwe aanspraak, waar door gy myn liefde zoekt te winnen,Ga naar voetnoot1249
1250[regelnummer]
Maakt u meer schuldig en verfoeilyk in myn zinnen.
 
Gy diende u van den vloek uws vaders, als gy zegt,
 
Verriedt uw landt, u zelve, uw zuster en haar echt,
 
Of deze middelen een konings hart bekoorden,Ga naar voetnoot1253
 
Dien gy daar door verpligt. zoo luiden uwe woorden.
scilla
1255[regelnummer]
Hoe wordt myn woordt en daadt geschantvlekt in uw zin!Ga naar voetnoot1255
 
Maar eer gy verder gaat: zoo denk, dat ik bemin.
 
Die hartstogt heeft op ons, ô Minos, groot vermogen,
 
En schildert nooit het quaadt zoo haatlyk in onze oogen.Ga naar voetnoot1258
 
Verschoon een misdaadt, die de liefde my gebiedt.
1260[regelnummer]
Gy hebt uw deel aan 't feit doordien 't om u geschiedt.
 
Ik heb het zaadt verspreidt. gy zult de vruchten maajen.
minos
 
Oneedle ziel, gy zoekt my vruchteloos te paajen.
 
Ik voel in tegendeel dat gy myn gramschap tergt.
 
Heb ik u immer 't feit, daar ik in deel, gevergt?
1265[regelnummer]
Zocht ik in't oorlog hulp van uwe trouloosheden?
 
Doch nu my 't noodlot dient, omhelze ik, en met reden,
 
Het voordeel, dat zich voegt al zwygende aan myn zy.
 
Ga, streel een laffer ziel. my walgt uw vleiery.Ga naar voetnoot1268
[pagina 89]
[p. 89]
scilla
 
Ondankbre gunstgenoot, laat af van meer te veinzen.Ga naar voetnoot1269
1270[regelnummer]
Myn minnenydt ontdekt den grondt van uw gepeinzen.
 
Uw yver voor de deugdt, noch myn verfoeibaar feit
 
Zyn d'oorzaak ooit geweest van uw afkeerigheit.
 
Myn zusters schoonheit houdt uw zinnen opgetoogen:Ga naar voetnoot1273
 
Haar wezen maakt myn daadt zoo gruwzaam in uwe oogen.Ga naar voetnoot1274
1275[regelnummer]
Verachter van een vrou, die zich aan u verbindt,
 
Die u zoo hoog verheft, die u zoo teer bemint,
 
Hebt gy voor een vriendin een vyandin verkooren?
 
Zy heeft u ramp op ramp en uw bederf gezworen;Ga naar voetnoot1278
 
Daar ik u heil op heil toewensche in myn gemoedt,Ga naar voetnoot1279
1280[regelnummer]
En uw behoudenis zou koopen met myn bloet:
 
Daar ik vrywillig myn verliefde ziel zou braaken,Ga naar voetnoot1281
 
Indien ik door myn doodt u konde onsterflyk maaken.
 
Heeft ooit Ismene als ik, ondankbre, u dienst gedaan?
minos
 
Heeft zy haar vaderlandt, als Scilla doet, verraân?
scilla
1285[regelnummer]
Heeft zy u tot den troon een heirbaan opgeslooten?Ga naar voetnoot1285
minos
 
Hadt zy haar vader van dien troon eerst afgestooten?
scilla
 
Heeft zy om uwe min gezucht, gequynt, getreurt?Ga naar voetnoot1287
minos
 
Nooit heb ik grooter liefde in iemants hart bespeurt.Ga naar voetnoot1288
[pagina 90]
[p. 90]
scilla
 
Zy mint u dan?
minos
 
Gy dwaalt. zy mint haar uitverkoren
1290[regelnummer]
Zoo trou, dat ik haar deugdt moet roemen in myn toren.
 
Wordt vry van minnares myn grootste vyandin;
 
Gy zyt gewroken door myn hoopelooze min.
 
Beklaag my dan, doordien....
scilla
 
Hoe zou ik u beklaagen,
 
Verachter van myn trou? ik wensche u duizent plaagen.
1295[regelnummer]
't Berout my niet, dat ik myn vaderlandt verriedt;
 
Nu ik u stof verschaf van quelling en verdriet.
 
Quyn eeuwig aan de min. verdrink in uwe traanen.
 
Zoo moet de wanhoop u den weg naar 't lykhout baanen.Ga naar voetnoot1298
 
Zoo moet uw lykasch by 't misbaar en rougeluitGa naar voetnoot1299-300
1300[regelnummer]
Van 't altaar stuiven, eer de doodbus haar besluit.Ga naar voetnoot1300
 
Maar hoe! waar vliegt gy heen, wraakzuchtige gedachten?
 
Neen, Minos leef, laat my voor uwe gramschap slachten.Ga naar voetnoot1302
 
Ik eisch maar eene gunst tot heling van myn smart.
 
Ontbloot uw staal. doorstoot uw beeldt in Scillaas hart.
1305[regelnummer]
Laat my die waarde handt berooven van het leven,
 
Die gy my weigert om als bruidegom te geeven.
 
Waar wacht gy na? wel aan ....Ga naar voetnoot1307
Zy grypt naar den Sabel van Minos.
minos
 
Laat los
[pagina 91]
[p. 91]
scilla
 
Weêrhoudt gy my,
 
Rampzalig voorwerp van myn woede en razerny!
 
Zoekt gy myn levensdraadt, ô wreede, noch te rekken,
1310[regelnummer]
Om duizent rampen by myn lyden te verwekken?
minos
 
Uw vader nadert ons. uw byzyn mogt zyn rouGa naar voetnoot1311
 
Vermeerdren, en zyn hart ontroeren. ga mevrou.Ga naar voetnoot1312
scilla
 
Wel aan, ik ga, tiran: en gy, blyf onbewoogen;
 
Maar beef, wanneer ik weêr verschyne voor uwe oogen.

Derde toneel

Minos, Nizus, Mentor
minos
1315[regelnummer]
Gy kunt my naderen, en zonder schroom, myn heer.Ga naar voetnoot1315
nizus
 
Ik schroomde nooit in 't veldt by 't blinken van 't geweer.Ga naar voetnoot1316
 
Ik vrees geen menschen, maar de gramschap van de Goden.
 
Nooit werkt de vrees op 't hart van braven, maar van bloden.
 
Myn lyf staat in uw magt: maar schoon ik nederkniel,
1320[regelnummer]
Als een gevangen vorst, ik houde een vrye ziel.
 
Hak vry myn leden met uw zwaardt in hondert stukken;
 
Dit hart, zyn lot getroost, zult gy nooit onderdrukken.
[pagina 92]
[p. 92]
minos
 
Ik eer die fiere deugdt; en d'edelmoedigheit,Ga naar voetnoot1323
 
Die uit uw oog haar glans voor myn gezigt verspreidt,
1325[regelnummer]
Maakt u myn achting waardt. gy zyt myn krygsgevangen.
 
Gy gaaft eerst wetten, die gy heden moet ontfangen.
 
Maar waar toe dit verhaal? hoe dra de kans verkeert,Ga naar voetnoot1327
 
Heeft u d'ervarentheit noch dezen dag geleert.
 
Ik zal my tegens u niet dienen van myn voordeel.Ga naar voetnoot1329
1330[regelnummer]
'k Omhelze u als myn vriendt. nu stel ik aan uw oordeel,Ga naar voetnoot1330
 
Of dit bewys van gunst, in zulk een' tegenspoedt,
 
Geen wedergunst vereischt van een verpligt gemoed?
 
Gy zult in uw gebiedt voortaan als koning leeven,
 
Indienge uw dochter my tot gemalin wilt geeven?Ga naar voetnoot1334
nizus
1335[regelnummer]
Wie? Scilla?
minos
 
Die verdient, in plaats van min, myn baat.
 
Ik vloek de ziel, die zich bezoedelt met verraadt.
 
Geef my gehoor: ik zal u nader onderrechten:
 
Ismene kan voor ons den bandt van vrientschap vlechten,
 
't Verbondt bezegelen, dat ik in eeuwigheit
1340[regelnummer]
Met u zal houden tot de doodt ons beide scheidt.
nizus
 
Gy wilt, dat ik Ismene aan u tot bruidt zal schenken.
 
Behoort my deze gift? en zal 't myn eer niet krenken,
 
Dat ik een ander zou vervreemden van zyn goedt?Ga naar voetnoot1343
 
De zoon van Eakus, by my als opgevoedt,
[pagina 93]
[p. 93]
1345[regelnummer]
Myn vriendt en bontgenoot, die, door zyn heldendegen,
 
By d'algemeene gunst, veel glori heeft verkreegen,Ga naar voetnoot1346
 
En in dit zwaar beleg myn vesten voorgestaan;Ga naar voetnoot1347
 
De hooftzuil van myn hof, in vrede of krygsorkaan,
 
Verdiende lang de bruidt door zyn beroemde daaden.
1350[regelnummer]
Ismene kroonde steets zyn kruin met lauwerbladen,
 
Als hy, na 't stuiten van uw stormen, reis op reisGa naar voetnoot1351
 
Verwinnaar keerde van den muurtrans in 't paleis.Ga naar voetnoot1352
 
Ik heb dit huwelyk voor alle Goôn bezworen.
 
Wat hadde ik in dien staat te wachten van hun' toren,Ga naar voetnoot1354
1355[regelnummer]
Als hun' getergde wraak, tot myne straf gereedt,
 
My daagde voor 't gerecht, om myn verbroken eedt?
 
Ik hadt haar lang vergunt voor 't heilig vier te paaren:Ga naar voetnoot1357
 
Maar om dit zwaar beleg, gemengt met krygsgevaaren,
 
Heb ik die plegtigheit, ô Minos, uitgestelt.
1360[regelnummer]
En zou ik nu, bekoort door uw belofte, een heldt,
 
Dien ik zoo hoog waardeer, van haar bezit versteeken,Ga naar voetnoot1361
 
En trouweloos myn woordt, dat vaste zegel, breeken?
 
Hou zou vorst Eakus en Egeus en Atheen,Ga naar voetnoot1363
 
Om zulk een laffe daadt, my vloeken! neen, ô neen!
1365[regelnummer]
Myn nagebuuren en doorluchte bontgenooten,
 
Die schennis zal my nooit uit uwe vrientschap stooten.
 
'k Zweer, dat op zulk een wys geen septer my bekoort.
 
'k Blyf liever zonder kroon, dan koning zonder woordt.
 
Schoon ieder my verliet, noch zal de deugdt nooit scheiden,Ga naar voetnoot1369
1370[regelnummer]
Maar by den dootsleep my naar 't lykaltaar geleiden,Ga naar voetnoot1370
 
En d'Edelmoedigheit, die my veel aanzien gaf,
 
In weêrwil van de doodt, steets zwerven om myn graf.
[pagina 94]
[p. 94]
minos
 
Hoe zyt gy zoo verblindt, myn heer, ontsluit uwe oogen,
 
Besef uw onmagt eens, daar tegens myn vermogen.Ga naar voetnoot1374
1375[regelnummer]
Wanneer ons 't ongeluk vervolgt en overheert,
 
Dan kiest men uit het quaadt een dat ons 't minste deert.
 
Hebt gy aan Fokus, als gy zegt, uw woordt gegeeven?
 
Toen waart gy noch in staat, aan 't roer van 't ryk verheven:Ga naar voetnoot1378
 
Doch nu gy door 't geval die plaats niet meer bekleedt,Ga naar voetnoot1379
1380[regelnummer]
Wordt gy door tegenspoedt ontslaagen van den eedt.
 
Indien uw vriendt uw heil waardeert, hy zal zich voegenGa naar voetnoot1381
 
Naar 't noodlot: uw geluk zal hem alleen vernoegen.
 
Ontfang den septer dan. beheersch den lantgenoot.Ga naar voetnoot1383
 
Ismene zal door 't heir my volgen naar de vloot.Ga naar voetnoot1384
1385[regelnummer]
Maar hoe! gy treedt te rug. noch eens bedenk u nader.
 
Ik handele u als slaaf, of eere u als myn vader.Ga naar voetnoot1386
nizus
 
De slaverny, een vrucht myns noodlots, acht ik meer
 
Dan een verachten naam van meester zonder eer.
 
Heb ik den staf van 't ryk eens door verraadt verlooren;
1390[regelnummer]
Hy kan my, door verraadt herkreegen, niet bekooren.
 
Ook strekt my deze gift tot quelling en verdriet,
 
Om dat ik hem van u, dien ik zoo haat, geniet.
 
En of prins Fokus, om 't herwinnen van myn staaten,Ga naar voetnoot1393
 
Zyn uitverkore bruidt, myn dochter, zal verlaaten,
1395[regelnummer]
Kunt gy beproeven.
minos
 
Wel. wy zullen 't zien. ga heen,
 
Gy Mentor, keer terstont met Fokus en Ismeen.
Mentor gaat binnen.
[pagina 95]
[p. 95]
nizus
 
ô Hemel! die voorheen, in wederwaardigheden
 
Uw ooren leende aan al myn zuchten en gebeden;
 
Gy, die zoo menigmaal, met een goetgunstig oog,
1400[regelnummer]
Den rook van myn altaar zaagt ryzen naar om hoog,Ga naar voetnoot1400
 
Versterk Ismenes hart: laat zy haar roem vergrooten,
 
Door 't voorbeeldt dat zy geeft aan al' haar tytgenoten
 
Van een stantvaste trou, zoo groot als immer mensch
 
In vroeger eeuwen zag: dit is myn bede en wensch.
1405[regelnummer]
En gy, ô heldt! die haar tot bruidt hebt uitverkooren,
 
ô Fokus! dien ik lang myn vrientschap heb gezworen,Ga naar voetnoot1406
 
Die my verpligtte door uw dienst en krygsbeleit,
 
Kom: neem de leste proef van haar stantvastigheit.

Vierde toneel

Minos, Nizus, Ismene, Fokus, Arsinoë, Mentor, Agénor, Lyfwacht
minos
 
HEbt gy de keur gedaan, mevrou? de priesters wachtenGa naar voetnoot1409
1410[regelnummer]
Naar 't offer dat ik voor Androgeos moet slachten.
 
Of wilt gy, met een woordt, my kiezen tot gemaal;
 
Dan zal een witte stier, door 't priesterlyke staal
 
In hunne plaats gekeelt, myn wraakaltaar bekleeden.Ga naar voetnoot1413
ismene
 
Neen, slacht vry menschenvleesch naar uw gewoonte en zeden.
1415[regelnummer]
Wreek, wreek uw zoon, en dank het Godendom, dat u,
 
Door eereloos verraadt, waar voor ik schrik en gruw,
 
Op Nizus troon verhief: maar laat my 't offer strekken.Ga naar voetnoot1417
[pagina 96]
[p. 96]
 
Ik zoek hier toe, tiran, uw gramschap op te wekken.
 
Zou ik een van hun twee verwyzen tot de doodt,
1420[regelnummer]
Of u verkiezen, dien ik vloek, tot echtgenoot?
 
Zou ik myn levenslot met u, myn vyandt, deelen,
 
En een verwoester, voor een ryksbeschermer, streelen?Ga naar voetnoot1422
 
Zou ik een dwingelandt geleiden naar zyn hof,
 
En rusten in zyn arm, begruist van bloet en stof?Ga naar voetnoot1424
1425[regelnummer]
Daar weet Athene en gansch Megare van te spreeken.
minos
 
De vader was verpligt een kindermoordt te wreeken.
ismene
 
Maar wat heeft u de zoon van Eakus misdaan?
 
Heeft hy naar 't leven van Androgeos gestaan?
 
Is deze moordt uit hem of uit zyn hof gesprooten?
1430[regelnummer]
Dat bloet wierdt door Athene en onze jeugdt vergooten.
minos
 
Bedenk u wel: gy dwaalt, als gy voor Fokus pleit:
 
Hy maakt door uwe trou zich schuldig aan dat feit.Ga naar voetnoot1432
ismene
 
Zyn zy misdadigen, die naar myn huwlyk trachten,
 
Zoo moet gy boven al u zelf misdadig achten.
1435[regelnummer]
Voelt gy niet, dat uw zoon die sporelooze min,Ga naar voetnoot1435
 
Die hem zyn wraak betwist, veroordeelt in uw zin?Ga naar voetnoot1436
 
Neen. wreek hem. ik zal my vrywillig overgeeven;
 
Mag maar myn bruidegom en vroome vader leeven.
minos
 
Gy vergt myn gunst....Ga naar voetnoot1439
[pagina 97]
[p. 97]
ismene
 
Die gunst verstrekt myn grootste plaag.
1440[regelnummer]
'k Verfoei my zelf, tiran, om dat ik u behaag.
 
Ik vloek de gaaven, die natuur my heeft geschonken,Ga naar voetnoot1441
 
Om dat ze uw ingewandt, tot myn bederf, ontvonken.Ga naar voetnoot1442
 
Kom, breng my naar de plaats, daar 't offer wordt bereidt.
minos
 
Hou my niet langer op in deze onzekerheit.
1445[regelnummer]
Uw tegenstribbeling doet my 't geduldt verliezen.
 
Ik zeg noch eens, verkies, of ik meen zelf te kiezen.Ga naar voetnoot1446
nizus
 
Myn dochter, stem myn doodt: kom, neem een kort besluit.Ga naar voetnoot1447
fokus
 
Neen, spaar den ouden heldt, en spreek myn vonnis uit.
nizus
 
Zou Minos wichelaar u slachten voor myne oogen,
1450[regelnummer]
Myn uitverkoren vriendt? dat zal ik nooit gedoogen.
fokus
 
Ik sterf vol roem, indien ik sterf voor u, myn heer.
 
Myn waarde, kom, vergun uw bruidegom deze eer.Ga naar voetnoot1452
ismene
 
Ach! Fokus, ach! wat eischt uw wanhoop van Ismene?
 
Wie zag ooit minnares en moorderes met eene?Ga naar voetnoot1454
1455[regelnummer]
Heeft uw oprechte liefde, en dienst op dienst verdient,
 
Dat ik, als vyandin, myn' allerwaardsten vriendt
 
Ter doodt zou doemen? gy, door myne min gedreeven,Ga naar voetnoot1457
[pagina 98]
[p. 98]
 
Hebt, op myn vaders woordt, u naar ons hof begeeven.Ga naar voetnoot1458
 
Hoe zou de koning, die in 't ryk een dochter wacht,Ga naar voetnoot1459
1460[regelnummer]
My vloeken, als myn keur zyn zoon had omgebragt.Ga naar voetnoot1460
 
Verwacht gy dezen loon voor uwe dapperheden?
 
Gy hebt zoo braaf voor 't recht van Nizus kroon gestreeden,
 
Die Minos door verraadt lafhartig heeft gerooft.
 
Ik dacht een lauwerkrans te vlechten om uw hoofdt:
1465[regelnummer]
En zou ik in de plaats met myn besturve handenGa naar voetnoot1465
 
Uw kruin bekleeden, als gy knielt, met offerbanden?
 
Ik dacht een zegezang, verheerlykt door uw lof,Ga naar voetnoot1467
 
By 't klinken van de luit, te zingen in ons hof:
 
En zou ik by den sleep der priesterlyke reien,
1470[regelnummer]
Den lyktoon volgen, en myn heldt ter slachtbank leien?
 
Neen leef, beminde prins, bescherm uw vaders kroon,
 
Die Minos heeft gedreigt. laat Eakus zyn zoon,Ga naar voetnoot1472
 
Met broeder Telamon en Peleus, blyde ontmoeten:Ga naar voetnoot1473
 
Ik zal in uwe plaats de doodt, myn toevlucht groeten:
1475[regelnummer]
Maar sluit, eer gy vertrekt, myne oogen voor 't altaar,
 
En vier myn uitvaart met uw traanen jaar op jaar.
 
En gy, doorluchte vorst, uit wien ik ben gesprooten,
 
Van wien ik gunst op gunst onwaardig heb genooten,
 
Wiens weldaadt noch zoo versch in myn gedachten staat,Ga naar voetnoot1479
1480[regelnummer]
Meent gy dat my de deugdt met ons geluk verlaat?
 
Kunt ge een dochter, u zoo waardt, een misdaad vergen;
 
Een misdaadt, die geen oordt der wereldt zou verbergen?
 
Of wilt gy, dat men zegt, tot hoon van ons geslacht?
 
De koning Nizus heeft twee dochters voortgebragt:
1485[regelnummer]
Maar elks geboorte stondt hem dier; elk heeft misdreven:
 
D'een' stiet hem van den troon, de twede nam hem 't leven.
 
Hebt gy my ooit bemint, zoo hou my buiten schuldt.
[pagina 99]
[p. 99]
minos
 
Voor 't lest. besluit, en terg niet langer myn geduldt.
nizus
 
Uw wreetheit, Minos, is de wereldt lang gebleeken.Ga naar voetnoot1489
1490[regelnummer]
't Verbondt geslooten met Athene is 't waare tekenGa naar voetnoot1490
 
Van uw bloetdorstig hart. Atheensche moeders, ach!
 
Wat hangt u boven 't hoofdt! ô dodelyk verdrag!
 
Gy zocht een kindermoordt, gelyk gy zegt, te wreeken;
 
Maar hoe veel kindren zal uw wrok naar 't harte steeken!
1495[regelnummer]
Hier zal d'onnozelheit door uw verbondt vergaan,Ga naar voetnoot1495
 
En 't schelmstuk boeten, dat een ander heeft gedaan.
 
Geleidt uw zoonen nu, o vrouwen, naar de stranden:
 
Zy zullen, tot uw ramp, in 't Kreetsche moorthol landen.Ga naar voetnoot1498
 
Ik zie, hoe 't monster, daar de wereldt van gewaagt,
1500[regelnummer]
Hun vleesch in 't lichaam schrokt en aan 't gebeente knaagt:
 
Zyn tanden knarssen op de spierelooze schonken.Ga naar voetnoot1501
 
Vergader 't overschot, ô Minos, drink u dronken
 
In dat onschuldig bloedt op uw verheven troon.
 
Paai zoo de lykasch van Androgeos, uw zoon.Ga naar voetnoot1504
fokus
1505[regelnummer]
Vaar voort. gy moet uw wraak een ruimer teugel geeven.Ga naar voetnoot1505
 
Bezwaar den tol, dien gy Atheen' hebt voorgeschreeven.Ga naar voetnoot1506
 
Verhef de wreetheit op den troon in uw gebiedt.Ga naar voetnoot1507
 
Der jongelingen bloedt verzaadt uw moordtlust niet.Ga naar voetnoot1508
 
Laat ook de vaders, met hunne uitgeteerde vrouwen,
1510[regelnummer]
Het kroost geleiden, om dat treurspel aan te schouwen.
[pagina 100]
[p. 100]
 
Laat zy, by 't klinken van uw dertel hofgerucht,Ga naar voetnoot1511
 
Voor 't monster knielen op de beendren van haar vrucht.Ga naar voetnoot1512
 
Dan zal Pasifaë, bestuwt van maagdeschaaren,Ga naar voetnoot1513
 
Dit moortfeest heiligen en vieren met haar snaaren,Ga naar voetnoot1514
1515[regelnummer]
En, juichende op 't gekerm, in Dedaals doolhof treên,Ga naar voetnoot1515
 
En danssen handt aan handt by 't moederlyk geween.
 
Voer ook een ryk getal uit Nizus onderdaanen
 
Als deelgenooten meê van zoo veel leet en traanen.
 
Maar denk vry, dat Jupyn, dien gy als vader groet,Ga naar voetnoot1519
1520[regelnummer]
Zal eischen van uw handt al 't ingezwolgen bloet.
minos
 
Gy hebt myn gramschap door uw lastertaal ontstoken.Ga naar voetnoot1521
 
Best wordt myn zoon op u, en door uw doodt, gewroken.Ga naar voetnoot1522
 
Agenor, gryp hem aan, en sleep hem naar 't altaar.
ismene
 
Ik zal dat opzet u beletten. sta. barbaar.Ga naar voetnoot1524
minos.
tegen Agenor
1525[regelnummer]
Laat af.Ga naar voetnoot1525
ismene
 
Doorluchte prins, hoe zal ik u beschermen?
 
ô Hemel! wordt gy niet bewoogen door myn kermen?
 
Ziet neder, groote Goôn, terwyl Rechtvaardigheit
[pagina 101]
[p. 101]
 
Voor een vervolgde trou in uwe vierschaar pleit:
 
Of heeft ons Scilla, daar al 't quaadt is uitgesprooten,
1530[regelnummer]
Zoo wel uit uwe gunst als van den troon gestooten,
 
Laat my alleen de smart gevoelen van de straf:
 
Maar spaart myn minnaar, en hem, die my 't leven gaf.
fokus
 
Weêrhou die redenen, prinses, die my verveelen.Ga naar voetnoot1533
 
Ik moet in uw verdriet, als waare minnaar, deelen.
1535[regelnummer]
Beny my niet, dat ik een dubble gunst verwerf:
 
Dat ik leeve in uw hart, en voor myn koning sterf.Ga naar voetnoot1536
nizus.
tegen Minos
 
Hoort gy dat groot besluit, en wordt gy niet bewoogen?Ga naar voetnoot1537
 
Verbeeld eens een tafreel, ô Minos, voor uwe oogen:Ga naar voetnoot1538
 
Waar in Stantvastigheit, gekleet als een Godin,
1540[regelnummer]
In 't witte feestgewaadt, vereenigt met de Min,
 
Voor 't altaar van de Deugdt eerbiedig legt geboogen:Ga naar voetnoot1541
 
Aanschouw van ver 't Geweldt, vervreemt van mededogen,
 
Haar yver stooren, daar zy 't heilig vier ontsteekt:Ga naar voetnoot1543
 
Zie, hoe Gerechtigheit door 't dak der wolken breekt,
1545[regelnummer]
Om met haar heilig zwaardt 't gedrogt den kop te klooven:
 
Zoo zal de hemel, die uw wreetheit ziet van boven,
 
En uw vervolging vloekt, tot zoen van onze zaak,Ga naar voetnoot1547
 
Ten trots van uw geweldt, u treffen met de wraak.Ga naar voetnoot1548
[pagina 102]
[p. 102]
minos
 
Wat spreekt gy van gewelt? gy beide zyt myn slaaven.Ga naar voetnoot1549
1550[regelnummer]
Ismene is myn slavin. gy moet zoo hoog niet draaven
 
Met uw gedachten. neen. myn pligt is my bekent.Ga naar voetnoot1551
nizus
 
't Is waar, wy zyn in uw vermogen: maar gy schendt
 
Myn ouden luister, door een koning slaaf te noemen.Ga naar voetnoot1553
fokus
 
Deze opgeblazentheit zal al de wereldt doemen.Ga naar voetnoot1554
1555[regelnummer]
Een edelmoedig heldt versiert zyn zegepraal,
 
Maar door een draagzaam juk, en een beleeft onthaal.
 
Hy, die voorzichtig is, zal zich niet hoog verheffenGa naar voetnoot1557
 
In zege; want bewust dat hem de slag kan treffen,
 
Die zyn verwonneling ter neder heeft geveldt,
1560[regelnummer]
Houdt hy zich laag by d'aarde. ô Minos! uw geweldt,
 
Aan 't hollen, zal zich zelf eerlang te barste rennen.Ga naar voetnoot1561
 
Braveer den hemel met uw vlerk en lichte pennen,Ga naar voetnoot1562
 
In smeltbaar wasch gedrukt, door uw verheve vlucht:Ga naar voetnoot1563
 
Wy zien u haast, tiran, in 't steigren, uit de luchtGa naar voetnoot1564
1565[regelnummer]
In eenen jammerpoel elendig nederdaalen.Ga naar voetnoot1565
 
De wraak, schoon langkzaam, zal u eindlyk achterhaalen.
 
Verdrukker van de trou, vervolger van 't gemoedt,Ga naar voetnoot1567
[pagina 103]
[p. 103]
 
Kom, meng myn lykasch vry met Egeus burgerbloet.Ga naar voetnoot1568
 
Verschoon myn leven niet. ik zal gewillig lyden.
1570[regelnummer]
Of laat my voor de vuist het hofgedrogt bestryden,
 
Dat, van uw vrou geteelt, in 't moorthol wordt bewaart.
 
Ik zal d'Atheensche jeugdt verlossen door myn zwaardt.
minos
 
Wat zoekt gy reis op reis myn grootsheit te versaagen?Ga naar voetnoot1573
 
Wat schildert gy de wraak der Goden en hun' plaagen
1575[regelnummer]
Gedurig voor myn oog? heeft iemant quaadt begaan;
 
't Is Scilla, die haar landt en vader heeft verraân:
 
Laat zy dit boeten.
ismene
 
Zy, tot uwe hulp genegen,
 
Heeft ons door tempelroof ontbloot van 's hemels zegen:
 
Maar heeft zy ooit de vlam begunstigt in uw hart,Ga naar voetnoot1579
1580[regelnummer]
De minnedrift gevleit, die my zoo doodlyk smart?Ga naar voetnoot1580
 
Zy zocht in tegendeel dat smeulent vier te smooren,
 
My hatelyk in 't oog van u, haar uitverkoren,Ga naar voetnoot1582
 
Te maaken, want de min wees haar dit middel aan:
 
En daar door heeft zy my in ondienst dienst gedaan.
minos
1585[regelnummer]
Het is genoeg. vertrekt. men breng' hen uit myne oogen.

Vyfde toneel

Minos, Mentor
mentor
 
Die trotze heeft den haat, te diep in 't hart gezoogen,
 
Geen toren zag ik ooit in 't wezen van een vrouGa naar voetnoot1587
 
Zoo groot als deze.
[pagina 104]
[p. 104]
minos
 
Maar, zaagt gy wel grooter trou?
 
Ik eer haar vloeken, die zich voor de liefde quyten,Ga naar voetnoot1589
1590[regelnummer]
Die haar rechtvaardigen, en my myn schuldt verwyten.
 
De gramschap maakt haar oog bekoorlyk in myn zin.Ga naar voetnoot1591
 
Hoe zy my feller haat, hoe ik haar meer bemin.
mentor
 
Myn heer, gy dient u zelf te dwingen door de reden.Ga naar voetnoot1593
 
Gy, die weleer zoo braaf in 't harnas hebt gestreeden,
1595[regelnummer]
En 't vyantlyk geweldt verstrooit door uw geweer,Ga naar voetnoot1595
 
Ga nu de driften van een strydent hart te keer.Ga naar voetnoot1596
minos
 
Ik wordt bevochten van de wraak en 't mededogen,Ga naar voetnoot1597
 
Een gadelooze trou stelt my myn pligt voor oogen.Ga naar voetnoot1598-99Ga naar voetnoot1598
 
Dan dwingt de liefde my te volgen haar geboôn.
1600[regelnummer]
Wel aan....
mentor
 
Wat zult gy doen?
minos
 
Raadtpleegen met de Goôn.
Einde van het vierde Bedryf
voetnoot1178
geen meer: geen sterker, nl. dan de klachten uit de vorige regel.
voetnoot1181
zinnen: gemoed (zo meermalen).
voetnoot1183
zy: die weigering nl.
voetnoot1184
proef: bewijs.
voetnoot1186
haar: nl. van de deugden (standvastigheid, fierheid, trouw).
voetnoot1191
Verzekert u van haar: geeft u de zekerheid van haar liefde.
voetnoot1193
staaten: waardigheden.
voetnoot1200
antithetische formulering, geliefd bij het Frans-classicisme.
voetnoot1202
vermogen: macht.
voetnoot1204
Voor Minos is er blijkbaar onderscheid tussen de morele dwang van het dreigement met het offer en een feitelijke dwang die zelfs een afgeperst jawoord overbodig acht.
voetnoot1207
moedt: trots.
voetnoot1210
d'Ontrouwe: Minos haat in Scilla het tegenbeeld van Ismene; verveelt: hindert, ergert.

voetnoot1214
In vryheit: met vrijmoedigheid; de schroom die ze bij haar eerste liefdesverklaring nog toonde is nu geheel weggevallen, ongeremd laat ze zich gaan nu ze moreel volslagen gederailleerd is, vgl. vs. 1243.
voetnoot1216
aalout: overoud.
voetnoot1219
staal: zwaard, (hier voor:) krijgsverrichtingen.
voetnoot1222
vriendin: geliefde.
voetnoot1225
bloet: familie; my zelf: als lid van de vorstelijke familie.
voetnoot1227
zoete: zuivere, ongestoorde, bekoorlijke; ontrust: verstoord.
voetnoot1238
doorluchtig: vorstelijk.
voetnoot1242
oude: vanouds betoonde.
voetnoot1247
hatelyk: afschuwelijk.
voetnoot1249
aanspraak: woorden waarmee ge me toespreekt.
voetnoot1253
Of: in de hoop dat.
voetnoot1255
zin: gemoed.
voetnoot1258
haatlyk: afschrikwekkend.
voetnoot1268
laffer: karakterlozer.
voetnoot1269
gunstgenoot: gunsteling, door mij begunstigde.
voetnoot1273
opgetoogen: in verrukking.
voetnoot1274
wezen: voorkomen.
voetnoot1278
bederf: ondergang.
voetnoot1279
Daar: terwijl.
voetnoot1281
braaken: uitblazen.
voetnoot1285
heirbaan: hoofdweg, koninklijke weg; Scilla zinspeelt op de directe wijze waarop de troon van Nizus in Minos' macht gekomen is; opgesloten: geopend.
voetnoot1287
uwe min: liefde tot u.
voetnoot1288
Minos' formulering is vatbaar voor misverstand, Scilla wordt er met haar verhit gemoed natuurlijk meteen slachtoffer van.
voetnoot1298
't lykhout: (hier voor:) de dood.
voetnoot1299-300
Scilla wenst dat de as van Minos' verbrande lijk zal verstuiven, zodat zijn schim geen rust zal kunnen vinden.
voetnoot1300
doodbus: urn.
voetnoot1302
Laat mij als slachtoffer van uw wraak dienen.
voetnoot1307
na: naar (tegenwoordig: op).
voetnoot1311
rou: smart.
voetnoot1312
ontroeren: in beroering brengen.

voetnoot1315
schroom: vrees (vgl. ook de volgende regel).
voetnoot1316
't geweer: de wapens.
voetnoot1323
die fiere deugdt: die deugd van de fierheid.
voetnoot1327
dit verhaal: deze omhaal van woorden (?), uitweiding.
voetnoot1329
voordeel: positie en macht als overwinnaar.
voetnoot1330
De regel moet ook als regieaanwijzing beschouwd worden: Minos omhelst een verbaasde Nizus; het woordje nu markeert de nieuwe relatie die Minos ontstaan acht.
voetnoot1334
Het vraagteken kan een drukfout zijn, maar ook aarzeling uitdrukken.
voetnoot1343
vervreemden: beroven; goedt: bezit.
voetnoot1346
d'algemeene gunst: de genegenheid van de hele bevolking.
voetnoot1347
vesten: muren; voorgestaan: verdedigd.
voetnoot1351
stormen: stormaanvallen; reis op reis: telkens weer.
voetnoot1352
Verwinnaar: als overwinnaar.
voetnoot1354
in dien staat: onder die omstandigheden.
voetnoot1357
haar: hun; voor 't heilig vier te paaren: vóór het altaar te huwen.
voetnoot1361
haar bezit: het bezit van haar.
voetnoot1363
Egeus: de koning van Athene.
voetnoot1369
noch: desondanks.
voetnoot1370
dootsleep: rouwstoet; lijkaltaar: waar het lichaam verbrand wordt.
voetnoot1374
daar tegens: daartegenover.
voetnoot1378
in staat: in uw positie van vorst.
voetnoot1379
't geval: het toeval, de gang der gebeurtenissen.
voetnoot1381
heil: voorspoed, geluk; waardeert: op hoge waarde schat.
voetnoot1383
beheersch: heers over.
voetnoot1384
door 't heir: gaande door mijn leger heen, omringd door mijn troepen.
voetnoot1386
handele: behandel.
voetnoot1393
staaten: vorstelijke waardigheid.
voetnoot1400
altaar: het accent valt op de laatste lettergreep.
voetnoot1406
lang: sinds lang.

voetnoot1409
keur: keus.
voetnoot1413
hunne: dit met een gebaar naar Nizus en Fokus.
voetnoot1417
strekken: zijn; hier deelt Ismene dus haar besluit zich te laten offeren mee.
voetnoot1422
voor: in plaats van.
voetnoot1424
begruist van: besmeurd met.
voetnoot1432
door uwe trou: door uw huwelijksbeloften.
voetnoot1435
sporelooze: buiten het spoor van de rede gaande, onmatige, onbeheerste.
voetnoot1436
betwist: ontzegt, ontneemt; zin: gemoed.
voetnoot1439
gunst: (1) gunst, (2) genegenheid.
voetnoot1441
natuur: als uitdeelster van alle innerlijke en uiterlijke kwaliteiten.
voetnoot1442
ingewandt: gemoed; bederf: verderf.
voetnoot1446
eens: éénmaal; meen: denk, ben van plan.
voetnoot1447
stem: stem toe in, kies voor.
voetnoot1452
waarde: geliefde.
voetnoot1454
met eene: in één persoon.
voetnoot1457
doemen: veroordelen; myne min: liefde voor mij.
voetnoot1458
woordt: verzoek.
voetnoot1459
de koning: nl. Fokus' vader Eakus.
voetnoot1460
keur: keus.
voetnoot1465
in de plaats: in plaats daarvan; besturve: van doodsangst trillende.
voetnoot1467
verheerlykt: luisterrijker gemaakt.
voetnoot1472
Die Minos heeft gedreigt: nl. in vs. 1431-32, waar Minos immers Fokus mede schuldig verklaarde aan de moord op Androgeos.
voetnoot1473
Telamon en Peleus: bij Ovidius is Phocus de jongste broer van Telamon en Peleus; vgl. Metam. VII, 476-77.
voetnoot1479
weldaadt: mij betoonde goedheid.
voetnoot1489
lang: sinds lang.
voetnoot1490
Vgl. vs. 540 e.v.
voetnoot1495
Hier: in betekenis hier gelijkstaande met ‘aldus’; d'onnozelheit: de onschuld.
voetnoot1498
't Kreetsche moorthol: de doolhof met de Minotaurus.
voetnoot1501
schonken: (hier i.h.a.:) beenderen.
voetnoot1504
Paai: ‘paaien’ hier in de zin van genoegdoening schenken en zo tot rust brengen.
voetnoot1505
Vaar voort: (dit tot Minos) ga (nog) verder!
voetnoot1506
Bezwaar: verzwaar.
voetnoot1507
gebiedt: rijk.
voetnoot1508
Der jongelingen: van de jonge mensen (jongens zowel als meisjes).
voetnoot1511
uw dertel hofgerucht: de lichtzinnige muziek aan uw hof.
voetnoot1512
haar vrucht: hun kroost.
voetnoot1513
Pasifaë: Fokus noemt juist haar, omdat zij met haar onnatuurlijke wellust past in de sfeer van misdadige feestelijkheid die hij tekenen wil; bestuwt van: omstuwd door.
voetnoot1514
heiligen: men lette op de ironie.
voetnoot1515
op 't gekerm: bij en over het kermen van de ouders uit Athene.
voetnoot1519
denk vry: wees er zeker van; Jupijn, dien gy als vader groet: Minos was immers zoon van Zeus (Jupijn = Jupiter).
voetnoot1521
lastertaal: Fokus had immers in ironische zin over Minos' religieuze feesten gesproken.
voetnoot1522
Minos doet wat hij in vs. 1446 had aangekondigd: hij kiest nu tenslotte het slacht-offer zelf.
voetnoot1524
Ismene werpt zich tussen Fokus en Agénor; barbaar: dit tegen Agénor of tegen Minos?
voetnoot1525
Ismene staat hier beschermend voor Fokus.
voetnoot1533
Weêrhou die redenen: houd op met die woorden; verveelen: onaangenaam zijn.
voetnoot1536
Fokus is minnaar èn krijgsman!
voetnoot1537
dat groot besluit: nl. van Ismene zowel als van Fokus, om zich in trouw voor de ander op te offeren.
voetnoot1538
tafreel: tableau, hier als zo dikwijls van allegorische opzet: de Standvastigheid en de Liefde, geknield voor het altaar van de Deugd, bedreigd door het Geweld, gered door de Gerechtigheid.
voetnoot1541
legt: gebruikelijk ook in literaire taal voor ‘ligt’.
voetnoot1543
yver: (in religieuze zin) toegewijde verering; daar: terwijl.
voetnoot1547
zoen: genoegdoening.
voetnoot1548
Ten trots van: in weerwil van.
voetnoot1549
gewelt: machtsmisbruik, dwingelandij; Minos wil zeggen, dat hij als overwinnaar rechtens macht heeft over leven en dood van zijn gevangenen.
voetnoot1551
myn pligt is my bekent: ik weet aan welke regels ik gebonden ben; ik ga de rechten die ik heb niet te buiten.
voetnoot1553
ouden: vroegere.
voetnoot1554
doemen: veroordelen.
voetnoot1557
voorzichtig: bedachtzaam (in het besef van eigen kwetsbaarheid).
voetnoot1561
hollen: zonder de toom van de moderatio.
voetnoot1562
Braveer: trotseer; vlerk en lichte pennen: met deze beeldspraak zinspeelt Fokus op de mythe van Ikarus, die met zijn vader Daedalus de in opdracht van Minos (!) gebouwde doolhof ontvlucht d.m.v. door Daedalus vervaardigde vleugels (vlerk: vleugel; pennen: veren), die met was aan het lichaam waren bevestigd; vgl. ook de beeldspraak in vs. 1557 en 1560.
voetnoot1563
verheve: hoge.
voetnoot1564
in 't steigren: bij het hoger stijgen.
voetnoot1565
Ikarus steeg te hoog, zodat de was door de zonnehitte smolt en hij in de naar hem genoemde zee neerstortte.
voetnoot1567
't gemoedt: de vrijheid van het gemoed.
voetnoot1568
Egeus burgerbloet: het bloed van Aegeus' onderdanen.
voetnoot1573
grootsheid: fierheid; versaagen: schrik aanjagen.
voetnoot1579
vlam: liefde (voor Ismene).
voetnoot1580
gevleit: gestreeld (en daardoor aangewakkerd).
voetnoot1582
hatelyk: verfoeilijk.

voetnoot1587
wezen: voorkomen.
voetnoot1589
vloeken: vervloekingen.
voetnoot1591
in myn zin: voor mijn gemoed.
voetnoot1593
door de reden: door het gezond verstand.
voetnoot1595
vyantlyk: accent op de eerste lettergreep; geweer: wapen.
voetnoot1596
Bedwing de hartstochten van een in tweestrijd verkerend gemoed.
voetnoot1597
wraak: met het oog op Androgeos; mededogen: met Ismene en de haren.
voetnoot1598-99
De trouw van Ismene en Fokus plaatst Minos voor de verplichtingen die de rede (gezond verstand, billijkheid) hem oplegt, zijn liefde voor Ismene dwingt hem tot het tegenovergestelde.
voetnoot1598
gadelooze: weergaloze, ongeëvenaarde.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken