Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Scilla (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Scilla
Afbeelding van ScillaToon afbeelding van titelpagina van Scilla

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.89 MB)

Scans (1.77 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Editeur

L. Strengholt



Genre

drama

Subgenre

tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Scilla

(1966)–Lukas Rotgans–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Derde bedryf

Eerste toneel

Minos, Mentor
mentor
765[regelnummer]
Heeft Scilla, met de kroon, haar hart u opgedraagen?Ga naar voetnoot765
 
En kan u deze gift in uw triomf behaagen?
 
Zult gy haar op de vloot meêvoeren over Zee,
 
En kroonen in de plaats van uw Pasifaë?
minos
 
Ik haar beminnen? neen. hoe doolen uw gedachten!
770[regelnummer]
Kunt gy die lafheit van myn groote ziel verwachten?Ga naar voetnoot770
 
Zy zet my wel een kroon door minnedrift op 't hoofdt,
 
Maar 't is een kroon, daar zy haar vader van berooft.
 
De baatzucht heeft op 't hart der vorsten wel vermogen:Ga naar voetnoot773
[pagina 65]
[p. 65]
 
't Verraadt schynt, om 't genot, bekoorlyk in onze oogen:Ga naar voetnoot774
775[regelnummer]
Maar die, op hoop van gunst, dat schandig stuk begaat,
 
Wordt van een eedle ziel gelastert en versmaadt.Ga naar voetnoot776
 
't Gebiedt van Nizus kan myn heerschlust wel bekooren;Ga naar voetnoot777
 
Maar Scilla, die my kroont, heb ik myn haat gezworen.
 
'k Min echter, Mentor, en een aangenaame brandtGa naar voetnoot779
780[regelnummer]
Verspreidt haar vonken door uw konings ingewandt.Ga naar voetnoot780
 
De schoone, die ik tracht als gemalin t'ontfangen,
 
Houdt, daar ik in mijn tent haar kerker, my gevangen.Ga naar voetnoot782
 
Ik wordt, gedreeven door een tomelooze min,
 
Terwyl ik triomfeer, de slaaf van myn slavin.
785[regelnummer]
Zy is uit eenen stam met Scilla voortgesprooten,
 
Maar heeft haar vaders val, als Scilla, nooit beslooten.
 
Haar ziel, zoo zuiver als haar onbevlekt gelaat,
 
Wierdt nooit door wulpse min bezoedelt met verraadt.Ga naar voetnoot788
 
In 't kort, Ismene, die den rykstroon moet betreeden,
790[regelnummer]
Als Nizus outste spruit, van ieder aangebeden
 
Om haar volmaaktheit, wordt verheerlykt in myn hart.
 
Ontrouwe Scilla, gy veroorzaakt my die smart:
 
'k Heb die prinses door u in myne magt gekreegen.
mentor
 
Ik heb die min voorzegt; maar ben met u verlegen.Ga naar voetnoot794
minos
795[regelnummer]
Zy is alreê verlooft, gelyk 't gerucht ons meldt.
[pagina 66]
[p. 66]
mentor
 
Zy heeft een minnaar, maar hy is in uw geweldt.Ga naar voetnoot796
 
De krygsheldt, die zoo braaf Alkathoë verweerde,Ga naar voetnoot797
 
En steets uw stormbanier van zyne muuren keerde,
 
Heeft haar door dienst op dienst tot wedermin verpligt.
800[regelnummer]
Die hinderpaal, myn heer, van zulk een groot gewigt,
 
Maakt my als hopeloos, en zal uw oogmerk stuiten.
minos
 
Uw vrees is wel gegrondt.
mentor
 
Wat zult gy dan besluiten,
 
Indien zy Fokus blyft getrou, en u veracht?Ga naar voetnoot803
 
Of gy most tegens haar u dienen van uw magt.Ga naar voetnoot804
minos
805[regelnummer]
De dwang is hatelyk in hooggebore zielen.Ga naar voetnoot805
 
De Goden zelfs, waar voor wy menschen nederknielen,Ga naar voetnoot806
 
Gebieden ons omhoog de vryheit van 't gemoedt.
mentor
 
Wat raadt dan voor uw min? wat middel keurt gy goedt?
minos
 
'k Zal haar stantvastigheit beproeven door myn smeeken:Ga naar voetnoot809
810[regelnummer]
Maar is 't versteende hart door vleien niet te breeken:Ga naar voetnoot810
 
Dan zal myn gramschap, door de min gewekt, in 't endt
 
Uitbarsten, Mentor, met een doodlyk dreigement.
 
Myn lyfwacht!
[pagina 67]
[p. 67]

Twede toneel

Minos, Mentor, Agénor, Lyfwacht
minos
 
Haal terstont Ismene voor myne oogen.
 
Maar zeg haar, dat ik door haar rampen ben bewoogen.
815[regelnummer]
Dat ik haar trooster wil verstrekken in 't verdriet.
 
Datze onbeschroomt verschyne.Ga naar voetnoot816
agénor
 
Ik doe dat gy gebiedt.

Derde toneel

Minos, Mentor
minos
 
Ach! Mentor, mogt ik haar beweegen door myn klagten!
 
ô Hemelgoden, die myn lyden kunt verzachten,
 
Gy, die het minnevier door uw vermogen voedt,
820[regelnummer]
Ontsteekt haar hart, of dooft de vlam in myn gemoedt!Ga naar voetnoot820
 
En gy, myn zuchten, die getuigen zult verstrekkenGa naar voetnoot821
 
Der minnewonden, die myn spraaklit zal ontdekken,Ga naar voetnoot822
 
Verlaat uw kerker, barst ten bangen boezem uit,
 
En helpt my, zoo de stem op Minos lippen stuit.
825[regelnummer]
Aanschou, getrouwe vriendt, uw koning, door 't bezwarenGa naar voetnoot825
 
Geslingert, als een kiel door 't bruischen van de baaren;
 
Terwyl de stormwind loeit, en dreigt in zulk een noodt
 
Den Zeeman, die vast beeft, met een gewisse doodt.Ga naar voetnoot828
 
Myn liefde, een schip gelyk, zal vrees ik, nimmer landen,
830[regelnummer]
Maar op een klip vergaan, of bank van wanhoop stranden.
[pagina 68]
[p. 68]
mentor
 
De vrees geeft aan de vrucht van 't oogmerk meer vermaak.Ga naar voetnoot831
minos
 
Maar zy voorzegt ons meest den uitslag van de zaak.Ga naar voetnoot832
 
Zy blyft my by: ik kan haar werking niet bepaalen.Ga naar voetnoot833
mentor
 
Veel schooner blinkt de zon van voorspoedt met haar straalen,Ga naar voetnoot834-35
835[regelnummer]
Wanneer zij dringt door damp van hinderpaalen heen.
 
Maar, prins, Ismene komt.Ga naar voetnoot836

Vierde toneel

Minos, Ismene, Arsinoë, Mentor, Agénor
minos
tegen 't gevolg
 
Men laate ons hier alleen.
 
Prinses, ik hoop, dat gy myn vryheit zult verschoonen.Ga naar voetnoot837
 
Ik heb u hier by my ontboden, om te toonen
 
Dat ik uw ramp beklaage, en deele in uw verdriet.
840[regelnummer]
't Is waar, de tekens van uw vaders ryksgebiedt,Ga naar voetnoot840
 
Zyn staf en tullebandt zyn my door Scillaas laagenGa naar voetnoot841
 
(Een misdaadt, die myn hart moet vloeken) opgedraagen.Ga naar voetnoot842
[pagina 69]
[p. 69]
 
Zy boodt my dat geschenk van zelf vrywillig aan.Ga naar voetnoot843
 
Myn voordeel wilde niet dat ik dat af zou slaan.
845[regelnummer]
Dat eigen voordeel, als gy weet, kan elk bekooren.Ga naar voetnoot845
 
De zucht tot hoogheit is den menschen aangeboren.
 
Begeerte, indien zy 't wit, waar op zy doelt, ontmoet,Ga naar voetnoot847
 
Keurt alle middelen, die zy gebruikt, voor goedt.
 
Het lot heeft door uw val, ô schoone, my verheven.
850[regelnummer]
'k Beroove u van een kroon, maar kanze u wedergeeven.
 
Ja schoon gy schynt ontbloot van vaders heerschappy,
 
Ontfang de kroon en staf van Nizus weêr van my.
ismene
 
Ik kan uw mening uit uw woorden niet begrypen.Ga naar voetnoot853
 
De wraakzucht dwong uw vuist om 't oorlogsstaal te slypen.
855[regelnummer]
Gy hebt uw vaanen voor Alkathoë geplant,
 
De schichten op den muur geworpen met uw handt,Ga naar voetnoot856
 
En ons na lang beleg, ontbloot van 's hemels zegen,
 
Door zusters tempelroof, in uw geweldt gekreegen:
 
En gy verwareloost de vrucht dier zegepraal!
860[regelnummer]
Waar toe der helden bloet vergooten door uw staal,
 
En zoo veel maanden tydts, met afgematte leden,
 
Door slag op slag verzwakt, voor uw belang gestreden;
 
Indien de krygstriomf u zoo mishaagt, dat gy
 
Uw overwinning en de kroon weêr schenkt aan my?
minos
865[regelnummer]
Die zege zal my nooit behaagen, maar verveelen,Ga naar voetnoot865
 
Indien het my mislukt, haar vrucht met u te deelen.
 
Ik ben verwinnaar, maar ik leg myn krygsgeweer,
 
Als overwonnen, voor de schoone Ismene neêr.
 
Gy hebt van myn gemoedt de zege wechgedraagen.Ga naar voetnoot869
[pagina 70]
[p. 70]
ismene
870[regelnummer]
Ach! wat ontdekt gy my! kan ik uw oog behaagen?
 
Hebt gy geen echtgenoot? denk Minos aan uw trou.Ga naar voetnoot871
minos
 
Ik hadt Pasifaë verkooren tot myn vrou;
 
Maar mag die snode nu met recht een scheibrief geeven:
 
Zy heeft myn bedt bevlekt door haar oneerbaar leven,
875[regelnummer]
En schriklyk overspel, de wereldt door berucht:
 
Dat tuigt gansch Kretelandt, en die vervloekte vrucht,Ga naar voetnoot876
 
Het monster, dat ik in myn ryk houde opgeslooten.
 
Schenk my uw hart. ik heb d'onkuische lang verstooten.
ismene
 
Gy eischt een gift van my, die my niet toebehoort.
880[regelnummer]
De zaak is u bekent. prins Fokus heeft myn woordt.
 
Zou ik meineedig zyn? zou ik myn trou verzaaken?
 
Bedenk wat gy my vergt: gy zoudt myn handel wraaken:Ga naar voetnoot882
 
Ik merk, gy toetst myn deugdt: maar myn stantvastigheitGa naar voetnoot883
 
Maakt my uwe achting waardt. vergunme, dat ik pleit
885[regelnummer]
Eerst voor een gemalin, die gy hebt uitverkooren,
 
En dan voor hem, dien ik getrouheit heb gezworen.
 
Herroep uw liefde, prins, omhels uw koningin,Ga naar voetnoot887
 
En sta my toe, dat ik myn bruidegom bemin.
minos
 
Hoe, meent gy, dat ik tracht den grondt van uw gepeinzenGa naar voetnoot889
890[regelnummer]
Te peilen, door een vondt van my verliefdt te veinzen?Ga naar voetnoot890
 
Myn zuchten dienen, als getuigen van myn smart.
 
Myn oog ontdekt u zelf den toestant van myn hart:Ga naar voetnoot892
[pagina 71]
[p. 71]
 
Ei volg my, daar ik keer, bekranst met krygslaurieren:Ga naar voetnoot893
 
Gy zult myn zegekoets by 't juichent volk versieren;Ga naar voetnoot894
895[regelnummer]
Doch niet als een slavin, van eere en staat berooft,
 
Met ketens om den arm, maar met de kroon op 't hoofdt.
ismene
 
'k Wil liever ongekroont met mynen bruigom leeven,
 
Dan dat ik, door uw min tot koningin verheven,
 
Om myn geschonde trou verlaaten van de Goôn,
900[regelnummer]
Gegeesselt van myn hart, zou quynen op den troon.
minos
 
Neen, voeg uw hart naar 't lot. verheerlyk uwe landen.Ga naar voetnoot901
 
Verzeker Nizus heil door onze bruiloftsbanden.
 
Behou een vader, u zoo waardt, en al uw bloet;Ga naar voetnoot903
 
Zoo quyt gy door een proef van vroomheit uw gemoedt.Ga naar voetnoot904
905[regelnummer]
De Goden hebben u door my wat groots beschoren.
 
Verkies, omhels een vorst, uit Jupiter geboren.Ga naar voetnoot906
 
De schoone Europe, door de wereldt zoo vermaardt,Ga naar voetnoot907
 
Heeft my, van hem bevrucht, in Kretelandt gebaart.
ismene
 
De prins, dien ik verkoos, is uit de rechte lotenGa naar voetnoot909-12Ga naar voetnoot909
910[regelnummer]
Van dien doorluchten stam, zoo wel als gy, gesprooten:
 
Egine, 't pronkjuweel van 't vrouwelyk geslacht,
 
Heeft, als de wereldt weet, zyn vader voortgebragt.
 
Ik zwoer dien heldt myn trou, en zal hem nooit verlaaten.
 
Om dat ik hem bemin, moet ik u doodlyk haaten.
915[regelnummer]
Verg myn stantvastigheit niet meer. laat my alleen,
 
Dat ik de rampen van myn vorstlyk huis beween.
[pagina 72]
[p. 72]
minos
 
Neen, spaar die traanen vry. laat my myn klagten uiten,Ga naar voetnoot917
 
Indien uw weigering volhardt myn hoop te stuiten.
 
De hooftzuil van uw huis, door myn triomf gevelt,Ga naar voetnoot919
920[regelnummer]
Wordt in uw zegepraal door onze trou herstelt.Ga naar voetnoot920
ismene
 
Ik wraak die zege meer dan onze nederlaagen.Ga naar voetnoot921
 
Dat ik uw hart verwon, kan my alleen mishaagen.
 
Herroep uw vyantschap; ik streel haar in myn zin:Ga naar voetnoot923
 
Maar niets verveelt my meer in 't onheil dan uw min.Ga naar voetnoot924
minos
925[regelnummer]
Hoe kan u voor myn gunst myn vyantschap bekooren?Ga naar voetnoot925
 
Zy schenkt uw hoofdt een kroon. wat wacht gy van myn toren?
ismene
 
Die gunst vervolgt myn keur en vryheit van 't gemoedt:Ga naar voetnoot927
 
Zy rooft door haar geschenk myn allerhoogste goedt.Ga naar voetnoot928
minos
 
Ik voel myn gramschap door uw weigering ontsteeken.
930[regelnummer]
Bedenk u wel: gy hoort een overwinnaar smeeken.
 
Kryg mededogen, of beproef wat ik vermag.Ga naar voetnoot931
 
'k Zal om Androgeos te wreeken, dezen dag
[pagina 73]
[p. 73]
 
Een offer slachten naar myn vaderlyke zeden:Ga naar voetnoot933
 
De toestel wordt bereidt met alle plegtigheden.Ga naar voetnoot934
935[regelnummer]
Zoo gy hartnekkig blyft, zult gy uw vader, of
 
Uw minnaar voor de byl zien knielen in het stof.
 
Maar 't staat aan u, wien gy behouden wilt in 't leven.
 
Den ander zal uw mondt, als rechter, vonnis geeven.
 
Dit wil ik, en nog meer; want die de doodt ontgaat,
940[regelnummer]
Zal met u myn triomf geleiden langs de straat,
 
Geketent aan myn as. wordt gy noch niet bewoogen?Ga naar voetnoot941
 
Welaan, zy zullen straks verschynen voor uwe oogen.
 
Gy moet een van hun twee verwyzen. kies mevrou,Ga naar voetnoot943
 
Of spaar hen beide, 't staat aan u, door onze trou.Ga naar voetnoot944

Vyfde toneel

ismene,
alleen
945[regelnummer]
ô Hemel kan uw oog die gruwelen aanschouwen?
 
Moet ik een vader, om een minnaar te behouwen,
 
Ten offer doemen, of om hem myn mingenoot,
 
Door zulk een wreedt bevel, verwyzen tot de doodt?
 
Waar heen ontroerde ziel? zoudt gy natuur verzaaken,Ga naar voetnoot949
950[regelnummer]
En aan een vadermoordt u zelve schuldig maaken,
 
Of doen de liefde door uw offerkeur geweldt?
 
Neen, sterf, Ismene, sterf, eer gy dat vonnis velt.
[pagina 74]
[p. 74]

Sesde toneel

Ismene, Arsinoë
ismene
 
Ach! myne Arsinoë, getrouwe, help my klaagen.
arsinoë
 
Wie zou niet zuchten om onze algemene plaagen?Ga naar voetnoot954
955[regelnummer]
Men hoort door Minos heir een vrolyk feestgeschal.
 
Hy plant zyn zegevaan op koning Nizus wal.
 
Zyn vlaggen waajen van de kerk- en torentranssen.
 
Zyn helden gaan ten rei, gekroont met lauwerkranssen.
 
't Kretenzer oorlogsvolk verrykt zich met den schat
960[regelnummer]
Van 't vorstelyk paleis, en plondert in de stadt;
 
Ja rooft al 't heiligdom uit onze tempelzaalen,
 
't Gewyde koorgewaadt, de blinkende offerschaalen,Ga naar voetnoot962
 
En wierookvaten en altaaren, zwaar van goudt.
 
Al dat den disch versiert, wanneer men hoogtydt houdt,Ga naar voetnoot964
965[regelnummer]
Bekoort den plonderlust der woedende soldaaten:Ga naar voetnoot965
 
Zy zingen Minos lof en zege langs de straaten.
 
Hier buiten woelt en draaft de priester voor de tent,
 
Daar 't offer wordt bereit.
ismene
 
Die zaak is my bekent.
 
Dat offer, groote Goon! dat offer raakt my nader,
970[regelnummer]
Dan gy, Arsinoë...Ga naar voetnoot970
arsinoë
 
Prinses, ik zie uw vader.
[pagina 75]
[p. 75]

Zevende toneel

Nizus, Ismene, Fokus, Arsinoë
ismene
 
Ter quader uur, helaas! zie ik u wederom,
 
Myn vader; ach! wat ramp! wat ramp! myn bruidegom!
nizus
 
Myn dochter, troost u in d'elenden, die ons drukken.
ismene
 
Gy zyt noch onbewust van alle onze ongelukken.Ga naar voetnoot974
fokus
975[regelnummer]
Myn waarde, neem geduldt. de hemel keurt dit goedt.
ismene
 
Is u bekent, myn heer, hoe fel ons nootlot woedt?
nizus
 
Wy zyn in 's vyandts magt. myn stadt is ingenomen.
 
Wat weet gy?
ismene
 
Noch een ramp, die ons zal overkomen.
nizus
 
Is 't niet genoeg? ik ben ontbloot van staf en kroon.
fokus
980[regelnummer]
Wat wil de vyandt meer?
ismene
 
Hy mint my.
fokus
 
Groote Goôn!
[pagina 76]
[p. 76]
ismene
 
En noch ontbreekt'er iets, dat ik aan u moet melden.
 
Hy wil een van u beide opoffren.Ga naar voetnoot982
fokus
 
Wien zal 't gelden?
ismene
 
Ik zelf moet een van u verwyzen tot de doodt,
 
Zoo ik my niet aan hem verbinde als echtgenoot.
fokus
985[regelnummer]
Wat straf zal hy voor hem, die 't leven houdt, bereiden?
ismene
 
Die moet met my geboeit zyn stasikoets geleiden.
nizus
 
Wel staat de keur aan u, myn waarde dochter, kom,
 
Verwys uw vader vry, maar spaar uw bruidegom.
 
Laat my, als 't offer voor uw trouwe liefde slachten.
990[regelnummer]
Leeft beide en hoopt: wie weet, wat lot u staat te wachten.
fokus
 
Hoe zou ik leeven, om, met ketenen belaân,Ga naar voetnoot991
 
Aan myn verwinnaars as in zyn triomf te gaan?Ga naar voetnoot992
 
Zou ik by 't feestgewoel door Minos zegeboogen
 
Ismene, als krygsslavin, zien treeden voor myne oogen,
995[regelnummer]
En onder 't juichent volk, bekleedt met feestgewaadt,
 
Haar traanen aan myn zy zien vloejen langs de straat?
 
Neen stryk het vonnis van myn doodt: bepaal myn lyden,Ga naar voetnoot997
 
En laat uw keur myn oog van dat gezigt bevryden.
[pagina 77]
[p. 77]
ismene
 
Hoe wilt gy knielen, prins, voor Minos wraakaltaar,Ga naar voetnoot999
1000[regelnummer]
En, met den offerbandt gevlochten om uw haar,
 
Uw hoofdt op myne keur aan 's priesters slachtmes bieden,
 
Om al de rampen van uw minnares t' ontvlieden?
 
Is dit beminnen, daar gy in den hoogsten noodtGa naar voetnoot1003
 
Uw bruidt lafhartig wilt verlaaten door de doodt?
1005[regelnummer]
Of hebt gy my alleen uit staatzucht aangebeden,Ga naar voetnoot1005
 
Om na myn vaders doodt door my ten troon te treeden?
 
En schonk de glans der kroon en opperheerschappy
 
Al die bekoorlykheên, die gy zoo roemde, aan my?
fokus
 
Waar wordt gy heen gevoert, prinses, door uw gedachten?
1010[regelnummer]
Zou ik een kroon meer dan uw deugdt en schoonheit achten?Ga naar voetnoot1010
 
Verdenk myn liefde niet van die lafhartigheit.
 
Die deugdt, die schoonheit, die alom haar glans verspreidt,
 
Dat onbevlekt juweel kan my alleen behaagen.
 
Ik heb aan u myn trou in voorspoedt opgedraagen.
1015[regelnummer]
Myn liefde wankelt niet. ô neen! geen tegenspoedt
 
Verzet die zuivre drift in myn oprecht gemoedt.Ga naar voetnoot1016
 
Maar overweeg 't besluit van myne doodt wat nader:Ga naar voetnoot1017-18
 
Ik leef voor u, maar 'k sterf, Ismene, voor uw vader.
ismene
 
Wel, zoo gy voor my leeft, en ik u noch behaag:
1020[regelnummer]
Zoo geef daar blyken van in deze nederlaag.
 
Leef, om door reden 't vier in Minos borst te dooven;Ga naar voetnoot1021
 
Of anders leef, om myn stantvastigheit te looven.Ga naar voetnoot1022
[pagina 78]
[p. 78]

Achtste toneel

Nizus, Scilla, Ismene, Fokus, Dorize, Arsinoë
Scilla.
tegen Dorize
 
Ik zie myn vader; laat ons keeren.
nizus
 
Neen, hou stant,
 
Ontaarde dochter, die uw eigen vaderlandt,
1025[regelnummer]
Uw vader, zuster en haar minnaar, door uw daaden,
 
(Wie weet daar d'oorzaak van?) zoo trouloos hebt verraaden.
 
Heb ik u voortgebragt, ô schantvlek van myn kroon!
 
Heb ik u 't levenslicht geschonken naast de Goôn,
 
Om voor de gunst, die gy onwaardig hebt genooten,
1030[regelnummer]
Uw vader van den troon en in zyn graf te stooten?
 
Want Minos, die de wraak heeft in zyn hart geprent,
 
Verwacht my buiten, om te slachten voor zyn tent:
 
Daar hebt gy 't lykhout by myn leven al ontstooken.
 
Maar beef, wanneer myn schim zal om uw nachtkoets spooken,Ga naar voetnoot1034
1035[regelnummer]
En toonen in de wondt, tot schrik van uw gemoedt,
 
Het vonnis van uw straf getekent met myn bloet.
 
Dat bloet, dat ik wel eer zoo moedig, onder 't blaaken
 
Der oorlogstoorts, vergoot, om u beroemt te maaken;
 
Waar door ik uwe rust verzekerde en myn troon;Ga naar voetnoot1039
1040[regelnummer]
Wordt door uw handt geplengt, tot zoen van Minos zoon.Ga naar voetnoot1040
 
Vergaâr dat dierbaar bloet, als 't vloeit by gansche straalenGa naar voetnoot1041
 
Uit myn gekurven hals, in 's priesters offerschaalen:
 
Drink dat voor nektar in: ja, boet uw moortlust vry,Ga naar voetnoot1043
 
Verkoel daar door den gloedt van uwe razerny.
[pagina 79]
[p. 79]
1045[regelnummer]
Maar neen, myn yver dwaalt. gebruik die zuivre plassen,Ga naar voetnoot1045
 
Rampzalig schepsel, om uw schantvlek af te wasschen:
 
Zy bleeven zonder smet, tot roem van myn geslacht;
 
Maar uw geboorte heeft hun' smetten voortgebragt.
 
Gy hebt de stof onteert waar uit gy zyt gesprooten.
1050[regelnummer]
Ik daage u voor 't gerecht. de vierschaar wordt ontslooten,Ga naar voetnoot1050
 
Waar in Gerechtigheit geblindt de weegschaal houdt:Ga naar voetnoot1051-52
 
Zy weegt uw misdaadt naar de rampen die zy brouwt.
 
Geveinsde vroomheit heb ik onbedacht verheven,Ga naar voetnoot1053
 
En 't heiligdom betrout met myn gebiedt en leven.Ga naar voetnoot1054
1055[regelnummer]
Gy hebt myn oog verblindt, dat nu zyn doling ziet:
 
Maar uw vermomde deugdt bedriegt de Goden niet.Ga naar voetnoot1056
 
Die Goden waakten voor myn Koningklyke staaten,Ga naar voetnoot1057
 
Zoo lang 't geheiligt Schildt, van al' myne onderzaaten
 
Geviert, verheerlykt, in den tempel wierdt bewaart.
1060[regelnummer]
Geen oproer, geen geweldt, noch Minos oorlogszwaardt
 
Hadt ons gedwongen om de vesting op te geeven,
 
Waart gy, ondankbaar kindt, uw landt getrou gebleeven.
 
Al 't volk, gehoorzaam aan myn tucht en oorlogswet,Ga naar voetnoot1063
 
Stondt pal by 't klinken der Kretenzer stormtrompet.
1065[regelnummer]
De hemel vocht met ons, begunstigde myn degen,
 
En kroonde reis op reis den uitval met zyn zegen.
 
Nu wordt myn ryk verwoest. nu stort myn zetel in;
 
Dien gy de zuil ontrukt, bedekte vyandin.
 
Hoe teêr beminde ik u, zelfs van uw kintsche dagen!
1070[regelnummer]
Ach! Scilla was my waardt, myn lust, myn welbehagen,Ga naar voetnoot1070
 
De hoop, de troost, de vreugdt van mynen ouden tydt.Ga naar voetnoot1071
 
Hoe heb ik u omhelst, wanneer ik trok ten strydt,
 
En zuchtende afscheit nam! hoe wierdt myn hart bewoogen,
 
Als ik de traanen maar zag vloeien uit uwe oogen!
[pagina 80]
[p. 80]
1075[regelnummer]
Hoe heb ik u getroost, toen 't noodlot al te straf
 
Myn waarde bedtgenoot, uw moeder, voerde in 't graf!
 
Ik, die zelf troostloos was, most in die zwarigheden,
 
Tot lichting van uw smart, myn troost aan u besteden.Ga naar voetnoot1078
 
Ik droogde al beevende u de traanen van 't gezigt:
1080[regelnummer]
Vergeldt gy zoo myn zorg? is dit uw kinderpligt?
 
Nu treede ik naar myn doodt: maar meldt aan ons de reden,
 
Eer ik myne oogen sluit, van uwe trouloosheden.
scilla
 
Ik val voor u te voet, en ik beken myn schuldt.
nizus
 
Rys op. ontdek my voor myn uitvaart....Ga naar voetnoot1084
scilla
 
Neen gy zult
1085[regelnummer]
Nooit voor Androgeos door priestershanden sterven.
 
Ik vlieg naar Minos, om genade te verwerven.
nizus
 
Hou stant. wat spreekt gy van genade, oneedle ziel?
 
'k Ontga veel smaadt en hoon, als ik voor 't altaar kniel.
 
Of wilt gy met uw handt, in 't midden van myn plaagen,
1090[regelnummer]
My kluisteren als slaaf, aan Minos zegewagen?
 
En zal ik in dien staat, door uw verradery,
 
Uw zuster met haar heldt zien treeden aan myn zy?
scilla
 
Ik hoop myn huwelyk zal dat besluit beletten,
 
Als Minos my de kroon van Krete op 't hoofdt zal zetten,
1095[regelnummer]
En u herstellen in uw vorstelyken staat.
[pagina 81]
[p. 81]
nizus
 
Zoo mint gy hem?
scilla
 
De min berokkende u dat quaadt.
nizus
 
Waar tracht gy naar? gy hebt geen gunst van hem te wachten.Ga naar voetnoot1097
 
Ismene staat te diep geprent in zyn gedachten.
scilla
 
Ach! wat ontdekt gy my! herroep dat woordt, myn heer!
1100[regelnummer]
Help! help, Dorize! ik sterf.
nizus
 
ô Dochter zonder eer!
 
Wat helsche razerny heeft uw verstandt verduistert,
 
Dat gy den roem van uw doorluchtig huis ontluistert,
 
Dat gy een vyandt, die, door dolle wraak verblindt,
 
Dus onrechtvaardig woedt, tot uw bederf bemint?Ga naar voetnoot1104
scilla
1105[regelnummer]
Wierdt Minos borst, prinses, door uw gezigt ontstoken,Ga naar voetnoot1105
 
Zoo ben ik hopeloos, en gy, gy zyt gewroken.
 
Heb ik u 't heiligdom, de ziel van 't ryk, ontrooft,
 
Uw schoonheit rooft my 't hart, dat ik my hadt belooft.
 
Gy triomfeert door my, en boeit uw overwinnaar,Ga naar voetnoot1109
1110[regelnummer]
En krygt van myne handt een koning tot uw minnaar,
 
Een koning, my zoo waardt....
[pagina 82]
[p. 82]
ismene
 
Een monster, dat ik haat,
 
Wiens tomelooze drift naar 't hoofdt van Fokus staat:Ga naar voetnoot1112
 
Of die myn vader wil berooven van zyn leven.
 
Dien minnaar heeft uw roof, ontzinde, aan my gegeeven.
scilla
1115[regelnummer]
Schoon ik uw onschuldt zie, noch blyft gy my verdacht.Ga naar voetnoot1115
 
Hadt hy u nooit geëert, hy hadt my nooit veracht,Ga naar voetnoot1116
 
Maar op den troon van 't ryk als koningin verheven.
 
Myn hart, zoo krachtig door de minnenydt gedreeven,
 
Verzaakt natuur, en haat ja vloekt u, omdat gyGa naar voetnoot1119
1120[regelnummer]
Hem, die myn vrybeit rooft, houdt onder uw voogdy.Ga naar voetnoot1120
 
'k Zal op uw schoonheit, my zoo dodelyk, verbolgen,Ga naar voetnoot1121
 
Als medeminnares, u, waar gy gaat, vervolgen.
 
Ja schoon gy Minos vlam veroordeelt in uw hart,Ga naar voetnoot1123
 
Gy blyft myn vyandin en oorzaak van myn smart.
1125[regelnummer]
De minnenydt ontrust noch verder myn gedachten,
 
En spelt een zwarigheit, die my noch staat te wachten.Ga naar voetnoot1126
 
De schoonheit van myn heldt, zyn aangenaam gezigt
 
Mogt eindelyk uw hart doen wanklen in zyn pligt,Ga naar voetnoot1128
 
En d'eerste minnevlam verbannen uit uw zinnen,
1130[regelnummer]
Om in uw bruigoms plaats zyn vyandt te beminnen:
 
Maar beef, indien ik ooit die schennis wordt gewaar:Ga naar voetnoot1131
 
Breng nooit myn liefde door uw ontrou in gevaar:
 
Want nu de deugdt voor myn getergde drift moet zwichten,Ga naar voetnoot1133
 
Zoudt gy bespeuren wat myn wanhoop kan verrichten.Ga naar voetnoot1134
ismene
1135[regelnummer]
Ontzinde minnares, waar van verdenkt gy my?
 
Hoe schantvlekt gy myn trou in uwe razerny!
[pagina 83]
[p. 83]
 
Zou ik myn bruidegom om een tiran verlaaten?
 
Gy hebt hem vaders staf en koninklyke staatenGa naar voetnoot1138
 
Door tempelschennis met uw huwlyk aangeboôn.
1140[regelnummer]
Uw dienst verdient zyn trou. betree met hem den troon.
 
Ik zal in slechten staat gerust met Fokus dwaalen,Ga naar voetnoot1141
 
Door u verstooten uit myn vaderlyke paalen.Ga naar voetnoot1142
 
d'Ontkroonde koning zal ons volgen over zee;
 
Tot ons de hemel voere aan eene uitheemsche ree.
fokus
1145[regelnummer]
Ik zou u naar myn hof geleiden door de baaren,Ga naar voetnoot1145
 
Indien ons dat geluk, prinses, mogt wedervaaren.
 
Maar neen, de dwingelandt, bekoort door uw gelaat,
 
Zal ons die vrybeit niet vergunnen in dien staat:Ga naar voetnoot1148
 
Zyn boezem is te fel in minnevier ontsteeken:
1150[regelnummer]
Hy wil zich door myn doodt van uwe weigring wreeken.
 
Maar 'k zou my welgetroost begeeven naar 't altaar;
 
Mogt ik al stervende u 't geweldt van dien barbaar
 
Ontrukken, en door bloet zyn helsche vlam verkoelen.Ga naar voetnoot1153
 
Maar gy, ô Scilla, zult der Goden straf gevoelen:
1155[regelnummer]
Gy maakt ons alle drie rampzalig: wacht de wraak.
 
De hemel stemt uw val, en hanthaaft onze zaak.Ga naar voetnoot1156
scilla
 
Uw dreigen kan de ziel van Scilla niet versaagen:
 
Zy staat gelyk een rots, en zwicht voor geene plaagen.Ga naar voetnoot1158
 
Indien myn liefde maar 't gewenschte wit beschiet,Ga naar voetnoot1159
1160[regelnummer]
Eer ik den Minnegodt, die my alleen gebiedt.
zy gaat wech.
[pagina 84]
[p. 84]

Negende toneel

Nizus, Ismene, Fokus, Arsinoë
nizus
 
Onzalig schepsel, dat, van eere en deugdt verbastert,
 
Door een vervloekte min vervoert, de Goden lastert,Ga naar voetnoot1162
 
Hebt gy die gruwelen uit vaders mondt gehoort?
 
Hoe zocht ik haar de deugdt, wiens schoonheit my bekoort,
1165[regelnummer]
Als op een tafereel naar 't leven af te maalen,
 
Op dat zy, door den glans dier goddelyke straalen
 
Gelicht, in zekerheit zou streeven langs die baan!Ga naar voetnoot1167
 
Ik heb haar op dien weg als leitsman voorgegaan:
 
Maar die verdoolde maagdt heeft Nizus les vergeeten.
1170[regelnummer]
De Goden weeten best hoe ik my heb gequeeten.
 
Ismene stem myn doodt; gedoog dat ik vertrek....Ga naar voetnoot1171

Tiende toneel

Nizus, Ismene, Fokus, Arsinoë, Agénor, Lyfwacht
agenor
 
Verschoont my, vorsten, zoo 'k u stoore in uw gesprek.
 
'k Moet elk, door Minos last, naar zyn vertrek geleiden.
nizus
 
Wel aan.
fokus
 
Vaar wel, mevrou, wy zullen eeuwig scheiden.
1175[regelnummer]
Vaar wel, myn heer, ik zal u redden uit den noodt.
ismene
 
Wij scheiden niet. ik volg myn minnaar in de doodt.
Einde van het derde Bedryf
voetnoot765
De vraag vat naar klassicistisch gebruik het voorafgaande in het aan de gang zijnde gesprek samen.
voetnoot770
lafheit: karakterloosheid.
voetnoot773
Vgl. ook vs. 777 en 844-48; ‘baatzucht’, in samenhang met heerszucht, wordt als een neutrale eigenschap door Minos onveroordeeld gelaten; blijkbaar doet dit defect geen aanslag op zijn zelfrespect, het hoort er eenvoudig bij; vermogen: sterke invloed.
voetnoot774
schynt: doet zich voor; 't genot: de vruchten, resultaten ervan.
voetnoot776
gelastert: veracht.
voetnoot777
't Gebiedt: de heerschappij.
voetnoot779
echter: desondanks.
voetnoot780
ingewandt: innerlijk.
voetnoot782
Minos drukt zich paradoxaal uit; vgl. vs. 784; daar: terwijl.
voetnoot788
wulpse min: lichtzinnige liefde (om de manier waarop Scilla die in haar verraad èn in haar liefdesverklaring heeft uitgeleefd, alle grenzen van het betamelijke te buiten gaande).
voetnoot794
verlegen: in verlegenheid.
voetnoot796
geweldt: de formulering van Mentor lijkt te suggereren dat Fokus genegeerd kan worden, maar uit het vervolg blijkt toch anders (vs. 800 e.v.).
voetnoot797
verweerde: verdedigde.
voetnoot803
u veracht: uw liefde afwijst.
voetnoot804
tegens haar: tegen haar wil.
voetnoot805
hatelyk: verwerpelijk.
voetnoot806
zelfs: zelf.
voetnoot809
stantvastigheit: nl. in haar liefde voor Fokus.
voetnoot810
vleien: vriendelijke taal.
voetnoot816
dat: wat.

voetnoot820
of dooft de vlam in myn gemoedt: alternatief, dat ons ook iets van Minos' ‘redelijkheid’ doet vermoeden.
voetnoot821
die getuigen zult verstrekken: die als bewijzen zult dienen.
voetnoot822
spraaklit: omschrijving voor ‘tong.’
voetnoot825
't bezwaren: de bekommernis.
voetnoot828
vast: steeds maar, aldoor.
voetnoot831
Als er vrees voorafgegaan is, geniet men na het bereiken van het doel meer van het behaalde resultaat; vgl. vs. 834-35.
voetnoot832
meest: doorgaans.
voetnoot833
haar werking niet bepaalen: de kracht, de ‘activiteit’ ervan niet bedwingen.
voetnoot834-35
Stereotiepe wending in Rotgans' oeuvre.
voetnoot836
prins: vorst; komt: nadert.

voetnoot837
vryheit: vrijmoedigheid.
voetnoot840
tekens: attributen; ryksgebiedt: koninklijke heerschappij.
voetnoot841
tullebandt: hoofdbedekking van de vorst als teken van zijn waardigheid; voor dezelfde zaak bezigt Rotgans op het voetspoor van Vondel ook wel het woord ‘sluierkroon’ (Eneas en Turnus, vs. 1495); vgl. vs. 852.
voetnoot842
vloeken: vervloeken.
voetnoot843
van zelf vrywillig: ongevraagd en ongedwongen.
voetnoot845
Vgl. vs. 773 en de aant. daarbij.
voetnoot847
't wit: het doel; doelt: mikt; ontmoet: vlak bij zich heeft.
voetnoot853
mening: bedoeling.
voetnoot856
schichten: speren.
voetnoot865
verveelen: onaangenaam zijn.
voetnoot869
Gíj hebt over mijn hart gezegevierd.
voetnoot871
trou: (belofte van) huwelijkstrouw.
voetnoot876
tuigt: getuigt; die vervloekte vrucht: de Minotaurus, geboren uit Pasifaë's ontucht met een stier.
voetnoot882
handel: gedrag; wraaken: afkeuren.
voetnoot883
gy toetst myn deugdt: gij stelt mijn deugdzaamheid op de proef.
voetnoot887
prins: vorst.
voetnoot889
Hoe: wat!
voetnoot890
vondt: list.
voetnoot892
Ook de ogen van een man spreken duidelijke taal; vgl. vs. 741-48 en de aant. daarbij.
voetnoot893
daar: daar waar.
voetnoot894
versieren: luister bijzetten.
voetnoot901
verheerlyk uwe landen: zorg voor de roem van uw land.
voetnoot903
bloet: bloedverwanten.
voetnoot904
Zo volgt ge de inspraak van uw hart door een bewijs te leveren van vroomheid (bestaande in zorg voor de eigen familie).
voetnoot906
uit Jupiter geboren: Minos was een zoon van Jupiter en Europa.
voetnoot907
door de wereldt: de hele wereld door.
voetnoot909-12
Fokus is een kleinzoon van Jupiter; Aeacus is de zoon van Jupiter en Aegina.
voetnoot909
rechte: echte.
voetnoot917
vry: gerust (aldus meermalen).
voetnoot919
De hooftzuil van uw huis: het hoofd van uw geslacht, uw vader.
voetnoot920
in uw zegepraal: met en door uw zegepraal over mijn hart; men lette op de tegenstelling tussen Minos' triomf (vs. 919), die de zuil velde, en Ismenes overwinning, die hem weer oprichten kan; onze trou: ons huwelijk.
voetnoot921
wraak: verafschuw.
voetnoot923
Herroep: roep terug; ik streel haar in myn zin: ik geniet daarvan bij de gedachte eraan.
voetnoot924
verveelt: hindert.
voetnoot925
voor: in plaats van; gunst: genegenheid.
voetnoot927
myn keur: mijn vrije keus, mijn vrijheid om zelf te beslissen (zo meermalen); vryheit van 't gemoedt: tevoren (vs. 807) door Minos zelf als een goddelijk recht aangewezen.
voetnoot928
Men lette op de paradox: door haar geschenk (de kroon) berooft uw liefde mij van mijn hoogste goed (de vrijheid om zelf te kiezen).
voetnoot931
beproef: ondervind.
voetnoot933
naar myn vaderlyke zeden: zoals ik als vader behoor te doen (?), naar de gewoonte van mijn voorvaderen (?: Minos' vader was Jupiter!).
voetnoot934
De toestel: alles wat ‘toe-gesteld’, ingericht, moet worden om te offeren: altaar, offerdieren, brandhout.
voetnoot941
myn as: mijn zegewagen; wordt gy noch niet bewoogen: raakt ge nog niet aan het weifelen.
voetnoot943
verwyzen: ter dood veroordelen.
voetnoot944
onze trou: ons huwelijk.

voetnoot949
Waar heen: Ismene roept zichzelf tot de orde door een volkomen ander besluit: ze zal zelf sterven; ontroerde: verbijsterde, in verwarring geraakte; natuur: de natuurlijke verbondenheid (hier: van het kind met de vader).
voetnoot954
algemeene plaagen: rampen die allen gelijkelijk treffen (Arsinoë weet nog niet van de ‘persoonlijke’ ramp van Ismene).
voetnoot962
koorgewaadt: kostbare priestergewaden.
voetnoot964
hoogtydt houdt: feest viert.
voetnoot965
woedende: zich dolzinnig uitlevende.
voetnoot970
Ismene breekt haar zin door hevige emotie af.
voetnoot974
onbewust van: niet bekend met.
voetnoot982
opoffren: ten offer brengen (letterlijk).
voetnoot991
Hoe: hoe!
voetnoot992
as: zegewagen; triomf: triomftocht.
voetnoot997
stryk: vel; bepaal: beperk, maak een einde aan.
voetnoot999
Hoe: hoe!
voetnoot1003
daar: nu.
voetnoot1005
staatzucht: de Vondeliaanse term voor ‘machtsbegeerte’.
voetnoot1010
deugdt en schoonheit: in Ismene zijn innerlijke en uiterlijke schoonheid naar renaissancistisch ideaal verenigd.
voetnoot1016
drift: hartstocht, maar in positieve zin.
voetnoot1017-18
Maar bedenk wat de consequenties zijn van mijn dood; als ik in leven blijf is dat voor ú van betekenis, als ik sterf houdt dat in dat uw vader in leven blijft.
voetnoot1021
Blijkbaar acht Ismene Minos hoog genoeg om de mogelijkheid van verandering in zijn gezindheid door invloed van de rede te zien; voor de tweede maal in het spel wordt Minos' zelfoverwinning aangekondigd (vgl. vs. 820).
voetnoot1022
Ismene zinspeelt op haar besluit om zelf te sterven.
voetnoot1034
nachtkoets: bed.
voetnoot1039
verzekerde: beveiligde.
voetnoot1040
zoen: verzoening.
voetnoot1041
dierbaar: kostbaar.
voetnoot1043
boet: bevredig.
voetnoot1045
myn yver dwaalt: in mijn heftigheid vergis ik me.
voetnoot1050
vierschaar: rechtbank.
voetnoot1051-52
traditionele personificatie van de Justitia met blinddoek en weegschaal.
voetnoot1053
Geveinsde vroomheit: in de persoon van Scilla, die als priesteres optrad.
voetnoot1054
't heiligdom: het schild; betrout: toevertrouwd; met myn gebiedt en leven: en daarmee mijn heerschappij en mijn leven.
voetnoot1056
deugdt: vroomheid, godenverering.
voetnoot1057
staaten: waardigheden.
voetnoot1063
tucht en oorlogswet: tautologisch voor ‘krijgsdiscipline’.
voetnoot1070
waardt: dierbaar.
voetnoot1071
ouden tydt: ouderdom.
voetnoot1078
lichting: verlichting.
voetnoot1084
uitvaart: laatste gang (naar de offerplaats).
voetnoot1097
gunst: genegenheid, liefde.
voetnoot1104
woedt: zich dolzinnig uitleeft; bederf: verderf.
voetnoot1105
door uw gezigt: door u te aanschouwen.
voetnoot1109
boeit: neemt gevangen.
voetnoot1112
drift: woede.
voetnoot1115
noch: toch.
voetnoot1116
u: de eerste druk heeft hier uw.
voetnoot1119
natuur: de natuurlijke band, hier tussen twee zusters.
voetnoot1120
die myn vryheit rooft: die mij tot slavin van mijn hartstocht maakt.
voetnoot1121
dodelijk: fataal.
voetnoot1123
vlam: liefde.
voetnoot1126
spelt: voorspelt.
voetnoot1128
Mogt: zou kunnen.
voetnoot1131
schennis: nl. van de bedoelde plicht, de trouw aan Fokus.
voetnoot1133
de deugdt: hier vooral in de zin van zorg en liefde voor verwanten.
voetnoot1134
bedekt dreigement van moord.
voetnoot1138
staaten: waardigheden.
voetnoot1141
in slechten staat: in eenvoud, zonder de luister van vorstelijke waardigheid.
voetnoot1142
myn vaderlyke paalen: de grenzen van mijn vaderland (vaderstad).
voetnoot1145
door de baaren: naar het eiland Aegina immers.
voetnoot1148
in dien staat: in deze situatie.
voetnoot1153
helsche vlam: misdadige liefde.
voetnoot1156
stemt: stemt in met, besluit tot; hanthaaft: verdedigt.
voetnoot1158
plaagen: rampen.
voetnoot1159
't gewenschte wit beschiet: het gewenste doel bereikt.
voetnoot1162
de Goden lastert: Scilla deed dat zojuist door haar hoogmoedige, de goden tartende taal in vs. 1157-60.
voetnoot1167
in zekerheit: veilig.
voetnoot1171
stem: stem toe in.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken