Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Met verschuldigde hoogachting (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Met verschuldigde hoogachting
Afbeelding van Met verschuldigde hoogachtingToon afbeelding van titelpagina van Met verschuldigde hoogachting

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.89 MB)

Scans (29.04 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Met verschuldigde hoogachting

(1966)–Renate Rubinstein–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 151]
[p. 151]

U of jij?

In Engeland weet je tenminste waar je aan toe bent en in Frankrijk misschien ook nog wel, maar bij ons blijft het altijd aarzelen tussen u-zeggen en jij. En tussen u mag jij zeggen en jij moet u zeggen ligt een wereld van angstige vermoedens en bitse voorgevoelens. In zijn volle omvang gaat die wereld pas voor je open wanneer je, zoals ik, door je leeftijd iemand geworden bent die zijn plaats niet kent.

Want in het begin is het nog makkelijk. Als je 15 bent, zeg je tegen mensen van 30 u, maar tegen je eigen soort leeftijd jij, en als je 20 bent, doe je dat nog steeds. Maar als je eenmaal boven de 30 bent, wordt de toestand onzeker. De moeilijkheid is onder andere dat je niet weet hoe oud de andere volwassenen zijn en dat je vergeet hoe oud je zelf al bent. De volwassenen zien er net zo oud uit als ze er vroeger uitzagen, je zelf stel je je nog heel jong voor. Dagenlang blijf je je afvragen wat schokkender was: die grijze bestuurder die hartelijk riep: ik heet Jan hoor, of die student die u tegen je zei.

Volwassen zijn betekent dat je nooit meer iemand leert kennen die je tutoyeert zonder dat hij verwacht dat je dat terug zult doen. Daarom zul je het tot het eind van je leven moeten stellen met de paar vaderfiguren die je je voor je twintigste vergaard had. Na je schooltijd komt er niet één meer bij, zelfs een professor, vaderfiguur bij uitstek, verdomt het verder: hij zegt u tegen de studenten. Tenzij, ja, tenzij hij eens je leraar was. Dan blijft hij tot die oude vaderfiguren horen en dat vindt hij zelf kennelijk ook. Ik ken twee hoogleraren die mij op school al les gaven. Als ik ze spreek, is er niets tussen ons veranderd, zij tutoyeren mij, ik hen niet en de verhouding tot hen reken ik dan ook, ondanks het feit dat ik ze bijna nooit zie, tot de vertrouwelijkste die ik ken. Zo iets als de voedsters die in Griekse tragedies de rol van confidente spelen. Een paar leraren en de dokter natuurlijk. De rest is geachte mevrouw of zeg maar Jan.

En dat Jan zeggen valt helemaal niet mee. Vooral niet als Jan inderdaad een grijze bestuurder is, of een ander soort autoriteit van wie je vaak gehoord hebt en die je in principe tot de categorie hun, hunnie, of hullie rekent. Geen commissaris van politie natuurlijk, en ook niet per se een vijand, maar toch iemand

[pagina 152]
[p. 152]

van wie je misschien altijd vond dat hij zwamt en dat je daar nog eens tegen protesteren moet. Nu is hij ineens Jan voor je. Daar zit iets ontwapenends in, iets van ‘we hebben allemaal een moeder gehad,’ en iets verplichtends. Wanneer de leden van ons parlement morgen zouden beslissen elkaar voortaan niet meer te tutoyeren, hadden wij waarschijnlijk overmorgen al die revolutie waarvan het grote raadsel altijd blijft waarom ze niet uitbarst. Maar ze zeggen jij tegen elkaar op de gang en gij vanaf hun spreekgestoelte en daarom zal er nooit revolutie komen. Daar zal geen provo ooit tegenop kunnen, want tegen de tijd dat hij er tegenop zou kunnen, heeft iedereen al lang zeg maar Jan tegen hem gezegd.

De complicaties van het tutoyeren nemen nog toe wanneer het geslacht verschilt. Nauwelijks ben je eraan gewend dat je tegen meneer De Vries Jan mag zeggen (en dat niet vergeten moet), of je komt hem met zijn vrouw, die je voor het eerst ziet, in de schouwburg tegen. Wat nu? ‘Dag Jan, hoe vind je het stuk en wat vindt u ervan, mevrouw,’ - dat kan niet, dat vindt mevrouw niet leuk. Dat suggereert intimiteiten enerzijds en vijandschappen anderzijds, die nog helemaal niet bestaan. Dat drijft je al bijna in de armen van het overspel en dan kun je je stukje over het gezwam van meneer De Vries wel definitief ajuu zeggen. Het beste zou zijn te doen alsof je ze niet gezien hebt, net zoals je dat zou doen wanneer je De Vries met zijn maîtresse betrapt had.

Maar dat heeft ook bezwaren: er zit iets samenzweerderigs in, of, als dat niet begrepen wordt, de mogelijkheid tot misverstand: Jan denkt dat je hem niet meer groeten wilt en dat je dat stukje al naar de drukker gestuurd hebt.

In de praktijk wissel je dus een paar opgewekte woorden, waarbij je het jij zeggen niet, maar de voornaam nog net wel vermijden kunt. Op mevrouw maakt dit alles desondanks geen gunstige indruk. Het kleine toneeltje is net voldoende geweest om Jan later tegen Piet zijn vaste overtuiging te laten herhalen: vrouwen zijn krengen tegen elkaar.

Vrouwen onder elkaar bieden op het punt der tutoyering nog de minste problemen. Over een onbekende vrouw van ongeveer je eigen leeftijd vraag je wie is dat kind, is ze ouder, dan wil je weten wie dat mens is. En, tenzij ze heel oud is, zeg je

[pagina 153]
[p. 153]

gauw jij tegen haar - want och, we zijn een minderheid, waarom zouden wij ons uitsloven? En komt Marie haar man binnen, dan staat het altijd aardig en solidair om bescheiden te zeggen: dag meneer De Vries, hoe maakt u het?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken