Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Namens Tamar (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Namens Tamar
Afbeelding van Namens TamarToon afbeelding van titelpagina van Namens Tamar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

Scans (7.67 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Namens Tamar

(1964)–Renate Rubinstein–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 26]
[p. 26]

Impuls

‘Wilt u ook een kopje misschien? Suus, heb je nog koffie voor die mevrouw?’ De man met de snor zat in een oude trui aan een eettafel vol technische papieren. De kamer achter de winkel was rommelig en gezellig, er liepen twee poezen en een hond en in een kooi zat een papegaai met één oog naar ons toe. ‘Wij zijn gek op dieren,’ zei hij, ‘leven en laten leven.’

Geen Gehuil, Hier is Muil had er op een bord in de etalage gestaan. Ik was naar binnengegaan om een doucheslang te kopen, maar had ineens besloten om er meteen een nieuwe geiser bij te nemen. Er hingen er witte, roze, groene en zwarte, rond of vierkant, zo lekker als nieuwe zeep. Aan de mijne dacht ik nu met onbehagen, hij zag er zo vlekkerig uit en het duurde lang voor het water warm werd. Eens moet je de dingen vernieuwen. ‘Die zwarte vind ik chic,’ zei ik. ‘Daar krijgt u van mij negen gulden korting op,’ zei meneer Muil. Uit een restje oud plichtsgevoel vroeg ik hem eerst nog zijn oordeel te komen geven over de versletenheid van mijn eigen geiser en hij beloofde dat nog dezelfde dag te komen doen. Zo'n rustige man met veel vakkennis.

Die deed het niet om het geld alleen, dat zag je zo. Dat soort mensen is het betrouwbaarste dat er is, dacht ik toen ik naar huis liep, in de oorlog waren zij het die de onderduikers hielpen.

Een paar uur later was hij er al, de nieuwe geiser onder de arm. Eén blik op de oude was hem al genoeg. ‘De lamellen zijn op,’ zei hij, ‘en die brander kunt u wel weggooien. Goed, ik zal niet zeggen dat hij niet nog drie dagen mee kan, misschien doet hij het nog wel drie maanden, maar op is op.’ Ik was blij dat mijn volste recht op de nieuwe bewezen was en na een uur zat hij aan de wand. ‘Mevrouw, als u morgen langs komt,

[pagina 27]
[p. 27]

heb ik de rekening voor u,’ zei meneer Muil, en tot mijn poes: ‘Ach wat een schatje ben jij.’

De douche, de volgende dag, was warm, maar niet veel meer dan hij altijd al was. Het was te voorzien geweest: de gedachte aan de andere dingen die ik voor hetzelfde geld had kunnen kopen, begon zich op te dringen. De rest is gauw verteld: meneer Klaas, die er verstand van heeft, kwam kijken naar de oude geiser, die nu zinloos op de vloer lag, en verklaarde hem kerngezond. Alleen wat vuil, maar dat zou binnen het uur verholpen zijn.

Met een zwaar hart ging ik naar de winkel terug. Muil zat aan de tafel vol rekeningen De Telegraaf te lezen. Hij had zijn pyjama nog aan en zijn blote voeten op een stoel. De humor van het geval dat ik hem met veel excuses uitlegde, ontging hem. Hij had, zei hij, mij die geiser niet opgedrongen, drie maanden, maar misschien ook drie jaar kan hij nog mee, had hij van de oude gezegd. Hij hield van zakelijk, niet van het gedrag van twaalfjarige kinderen. Zijn wat pafferige gezicht etaleerde steeds onaangenamer trekken. De hond had zich meester gemaakt van een brief die uit mijn jaszak gegleden was en er een deel van opgegeten voor ik het merkte. ‘Ik vergoed alles,’ riep ik uit.

Twee uur later zat de witte geiser weer aan de wand; voor de prijs van een langspeelplaat was alles tenslotte bij het oude gebleven. De man met de snor was eindelijk, niet zonder een verwensing aan het adres van de rotkat die hem voor de voeten liep, vertrokken.

Vervelend is alleen dat de douche nu toch kouder lijkt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken