Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Namens Tamar (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Namens Tamar
Afbeelding van Namens TamarToon afbeelding van titelpagina van Namens Tamar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

Scans (7.67 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Namens Tamar

(1964)–Renate Rubinstein–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 46]
[p. 46]

Beer

Een bericht uit de krant:

‘Praag, (a.f.p.) Een alleen wonende boer in het Tatragebergte, aan de Pools-Tsjechische grens, heeft verscheidene maanden lang een beer te gast gehad. Hij trof de beer op zekere dag in zijn bed aan. Alle pogingen om hem te verwijderen faalden. De volgende morgen vertrok de beer, goed uitgeslapen, op zoek naar voedsel, om dezelfde avond terug te keren en zich weer op het bed van de boer uit te strekken. Dit hield hij enige maanden vol, maar sinds enige weken is de beer zoek. De bergbewoner vreest dat hij door een stroper is gedood.’

Een beer dus, in bed nog wel. Niet een rat op tafel, een spin in de badkuip, maar een beer, een groot, harig monster met stro en modder en luizen in zijn vacht, in je eigen, lekkere bed. En alle pogingen om hem te verwijderen falen, de beer slaapt gewoon door, wordt pas wakker bij het ochtendgloren, trapt de deur open en verdwijnt. De dekens luchten, het slot repareren, de boel lekker door laten waaien en voor je het weet is het avond. En ligt de beer alwéér in je bed, en geeft geen kik als je hem met zoete broodjes eruit wilt lokken. Zo gaat het enige maanden door tot de beer ineens wegblijft, alsof hij niet meer om zijn bed geeft, alsof een stroper, misschien, hem gedood had.

‘Wat is nu eigenlijk neurasthenie,’ vroeg ik laatst aan iemand. ‘Dat is als je niet tegen openstaande deuren kunt, of fluisteren in een bibliotheek, of de drup van een lekkende kraan’ was het antwoord. ‘Zoals ik dus,’ zei ik, ‘en ik,’ zei hij. En u? Kunt u tegen de druppel aan de neus van uw chef, tegen een poes die op de mat plast, een muis die over de zolder trippelt, de wind die de balkondeur ratelt, de schoonmoeder die logeren komt? Denkt niet dat het vanzelfspreekt om de poes te castre-

[pagina 47]
[p. 47]

ren, de muis te verdelgen, de balkondeur te vertimmeren, de schoonmoeder te ontvluchten en alleen de druppel aan de neus van uw chef te verkroppen - er zijn nog mensen die zelfs een beer in hun bed accepteren. Mij lopen de dingen algauw over het hoofd. Ik hoef maar drie avonden achter elkaar onverwacht bezoek te krijgen, of ik kan het al niet meer aan. Mijn tijd verkwist, mijn privacy doorbroken, mijn vijfdagen-plan onvervuld - het liefst zou ik een middag in bed willen kruipen. In sterker momenten ga ik over tot het nemen van maatregelen: vastbesloten stuur ik mijn vrienden weg, ruim de schrijftafel op, zet de radio af en wacht tot ik iets doe wat dat allemaal de moeite waard maakt. Lang vol te houden is het nooit: niets wordt door orde zo aangetrokken als wanorde. Ik ben eraan gewend, ik leg mij erbij neer. Maar geen beer, alsjeblieft geen beer.

En als die dan toch, als je thuiskomt, in je bed ligt, wat doe je er dan tegen? Naar de psychiater gaan helpt niet: de beer bestaat. Verhuizen kan niet: er zijn geen andere huizen. De politie halen helpt niet: de beer wil toch niet mee. De stroper roepen helpt misschien, maar geeft schuldgevoel: een dode beer in de ziel zou wel eens erger kunnen zijn dan een levende in bed.

De realiteit is er om aanvaard te worden, er is trouwens geen alternatief. Pestend, kankerend, berustend, wordt het pact gesloten: buren zetten 's zomers hun radio lekker hard aan voor het open raam, majoors b.d. schrijven ingezonden brieven over Ambon, vrouwen tellen hun rimpels en besluiten voortaan maar liever taartjes te eten. Maar die boer aan de Pools-Tsjechische grens heeft ook op dit punt een record gevestigd: hij ging van zijn beer houden. En zo, voor geen kleintje vervaard, was hij ook het grote waard.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken