Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Namens Tamar (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Namens Tamar
Afbeelding van Namens TamarToon afbeelding van titelpagina van Namens Tamar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

Scans (7.67 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Namens Tamar

(1964)–Renate Rubinstein–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 52]
[p. 52]

Nieuw-Guinea

De heer Lunshof prijst in Elsevier het sneuvelen om Nieuw-Guinea bijvoorbaat aan: het zal, zegt hij, eervol zijn. Sommige leden van ons kabinet, waaronder naar men zegt een vrouw, zijn van mening, dat men de Indonesiërs moet leren, dat zij niet over ons heen kunnen lopen. Ene Jansen in een brief naar Het Parool beschuldigt iedereen die niet bereid is om voor het zelfbeschikkingsrecht der Papoeas te vechten, van landverraad.

De wereld is vol van mensen die vinden dat andere volken mores geleerd moeten worden. Als men hun zou zeggen dat zij oorlogshitsers zijn, zouden ze verontwaardigd kijken: zij stellen alleen hun principes, hun beloften, hun fatsoen boven alles, het spijt ze als daar levens voor opgeofferd moeten worden, maar hun schuld is dat niet. Als men hun een schrijf- en spreekverbod op zou leggen, zou men de vrije meningsuiting beknotten, en ik zal de laatste zijn om daaraan mee te werken. Maar dat we ons tegen ze moeten beschermen, daarvan ben ik, nu meer dan ooit, overtuigd.

Een heel klein wetje zou al voldoende zijn. Daarin zou moeten staan, dat een ieder die in het openbaar, mondeling of in geschrifte, het gebruik van wapengeweld, tegen welke vijand en om welke reden ook, aanprijst, zich daarmee automatisch beschikbaar stelt om, wanneer zijn voorstel aangenomen wordt, als eerste opgeroepen te worden. Daarbij zal geen rekening gehouden mogen worden met functie, leeftijd of geslacht. De minister die er zo vóór was, moet zelf gaan, een ander zal hem intussen aan het thuisfront vervangen, de bejaarde journalist mag zich niet laten remplaçeren door zijn zoon, en ook voor de krijgslustige dame zal een passende functie aan het front gevonden worden. Ieder dus die oorlog aanbeveelt, mag dat

[pagina 53]
[p. 53]

alleen nog maar doen wanneer hij zich bereid verklaart om zelf, met het eigen vege lijf, te vechten voor zijn goede zaak. Luns en Lunshof, Scheps en Jansen, zij zouden wanneer dat troepentransportschip op 18 april naar Nieuw-Guinea vertrekt, in eigen persoon over de reling hangen. Andere, onschuldiger slachtoffers zouden ook op dat schip zijn (men kan een oorlog nu eenmaal niet overlaten aan oude mannetjes), maar zij zouden er tenminste niet alleen zijn. Mij, die op de kade staat, zou het althans een kleine genoegdoening geven wanneer naast mij mevrouw Lunshof haar man uitwuifde. Bovendien, zodra deze heren met hun geloofsgenoten eenmaal veilig op de oceaan dobberen, zou het hier niet meer zo lang duren of we vonden een vreedzame oplossing voor het conflict. Er zou niemand meer zijn die tegen een reële politiek ten opzichte van Indonesië protesteerde, en aangezien er geen gezicht meer over is dat nog gered moet worden, zou niets ons meer verhinderen om Nieuw-Guinea eindelijk over te dragen. Elke Papoea zou van ons een mooie tegel en een oranje ijsje krijgen als dank voor zijn goede gedrag en wanneer hij ons dan vriendelijk uitwuift, zullen wij dankbaar zijn en het hem niet kwalijk nemen, dat hij de Indonisische gouverneur met dezelfde gulle lach binnenhaalt. De honderd Papoeas die vrezen hun cultuur of hun baantje te verliezen onder het nieuwe bewind, zouden wij met liefde in onze universiteiten opnemen, en eenmaal afgestudeerd zullen zij zich vrijwillig weer naar huis begeven, zoals ook Indonesiërs die bij ons hun opleiding kregen, dat gedaan hebben. Zelfs de Lunshoven aan boord van dat schip, zouden in hun hart blij zijn, want het zal hun intussen al gebleken zijn, dat au fond geen Papoea, hoe oranjegezind ook, opweegt tegen het gebrek aan comfort dat zo'n jungle-oorlogje met zich mee brengt. En aangezien de lust tot schrijven hun nog een poosje vergaan zal zijn, zullen de kranten eindelijk de gelegenheid krijgen om om over

[pagina 54]
[p. 54]

land en volk van Indonesië met hetzelfde begrip te schrijven waarmee zij dat nu over India, Nigerië of Mexico doen.

Sterker nog: dat schip zou nooit vertrekken. Ik zou namelijk eens willen zien hoevelen van wie nu zo lustig tot het gevecht roepen, dat nog zouden doen, wanneer daar voor hen persoonlijke gevolgen aan verbonden waren. Het zou stil worden om Lunshof, muisstil. Elsevier zou het redelijkste blad in het land worden.

Dit was een praktisch voorstel. Het zal niet uitgevoerd worden. Tenzij Kennedy of zijn eigen verstand Luns tot bezinning brengen, zal ik volgende week zonder zijn vrouw op de kade staan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken