Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Namens Tamar (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Namens Tamar
Afbeelding van Namens TamarToon afbeelding van titelpagina van Namens Tamar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

Scans (7.67 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Namens Tamar

(1964)–Renate Rubinstein–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 55]
[p. 55]

Ouders

Vroeger geloofden opvoeders in straf, nu meer in beloning. Dat heeft de kinderjaren een stuk prettiger gemaakt, maar lijkt toch vooral de ouders ten goede gekomen. Want hoe neurotisch de kinderen zich later ook ontpoppen, het echte haten van ouders is er niet meer bij - er is eenvoudig geen reden toe. Voor ouders echter die on voorwaardelijk geloven dat één snoepje in de hand beter is dan tien dreigementen in de lucht, volgt hier een stichtelijk verhaaltje.

Er was eens een meisje dat niet slapen kon wanneer haar vader en moeder niet thuis waren. Ze was acht jaar oud en het was een bevlieging. Ze dacht dan dat haar ouders niet veilig waren, dat ze best onder een auto zouden kunnen komen. Elke avond stond ze daarom op, sloop op haar tenen door de gang, luisterde aan de deur van de zitkamer of er gepraat werd en deed, als alles stil bleef, de deur open. Binnen was het dan donker, alleen door het raam viel er wat licht in de kamer van een straatlantaarn. Daar bleef ze dan naar kijken, soms regende het en zwaaide de lange lantaarn een beetje door de wind, soms liepen er mensen op straat, maar meestal was er niets te zien dan een leeg zwart plein. Na een poosje kroop ze dan weer in haar bed en wachtte daar af tot ze stappen op de trap hoorde en iedereen weer veilig thuis was.

Haar ouders wisten dat ze dat deed, maar begrepen niet waarom, want ook al vertelde ze het hun, ze geloofden toch dat het was omdat het meisje bang was om alleen thuis te blijven. Je bent nu al een grote meid en je moet niet meer zo kinderachtig zijn, zeiden ze, je maakt ons daar heel bedroefd mee. Het meisje besloot om er niet meer over te praten, maar toen haar ouders eens merkten dat het gordijn voor dat raam anders hing dan zij het achtergelaten hadden, begrepen ze dat er niets veran-

[pagina 56]
[p. 56]

derd was. ‘Als je vanavond als wij thuiskomen slaapt,’ zei haar vader op een keer, ‘dan krijg je een boek cadeau.’ Ze vroeg De hut van oom Tom, een dik boek dat ze al kende en daarom graag wou hebben. Zo graag zelfs, dat ze toen haar ouders die nacht aan haar bed stonden haar ogen dichthield en deed of ze sliep. Ik weet niet of haar ouders het gemerkt hadden of niet, maar in elk geval kreeg ze het boek.

Een prachtig boek. Ze aanbad de goudgekrulde Evangeline, maar herkende zich zelf in Topsy, van wie ze nog meer hield. Ze las het wel zeven keer en gaf het vijftien jaar later cadeau aan een ander klein meisje. De waarheid is, ze wou het kwijt, want hoe ze ook van het boek hield, er bleef een vlekje aan zitten - ze kon niet vergeten dat ze het door bedrog gekregen had. Ze had nooit durven bekennen dat ze die nacht niet echt geslapen had, en naarmate het langer geleden was, werd het onmogelijker er ooit nog eens over te beginnen.

De schuld verjaart, maar het gevoel van schuld blijft. Voor haar werd De hut van oom Tom een voorbeeldige ervaring. Dat gebrek aan durf om haar ouders teleur te stellen en de beloning voor bedrog van de hand te wijzen, bleef de eeuwige dreiging op de achtergrond van haar eigenzinnige leven. Ouder worden maakt toeschietelijker. Op den duur begon ze dus steeds meer te vinden dat het weliswaar verkeerd was, maar dat ze nu eenmaal zo was - een vorm van berusting die voor menigeen het volwassen leven aangenamer maakt dan de jeugd.

Tot ze op een dag plotseling niet aan het kind dacht, maar aan de ouders. Was het eigenlijk niet dom van ze om te denken dat het meisje zou kunnen slapen wanneer ze er een beloning voor kreeg? Zou een kind dat ineens, alleen omdat het dat wilde, wél kon slapen, niet een vreemder bedriegertje geweest zijn dan dat dat de ogen dichtkneep?

Smoesjes, zei het oude stemmetje van binnen. Maar het was te

[pagina 57]
[p. 57]

laat. Het wás dom van ze en het was niet aardig om met het weerhouden van een cadeau te werken. En alles, alles was beter gegaan als ze toen gezegd hadden dat ze gemerkt hadden dat het kind maar deed alsof, maar dat ze het niet zo erg vonden.

Elk verwijt is hanteerbaarder dan zelfverwijt, want alleen het eigen vergrijp kan niet vergeven worden. En zo liep alles dus, vijfentwintig jaar later weliswaar, toch nog goed af. Maar ouders... ach, ouders.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken