Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Namens Tamar (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Namens Tamar
Afbeelding van Namens TamarToon afbeelding van titelpagina van Namens Tamar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

Scans (7.67 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Namens Tamar

(1964)–Renate Rubinstein–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 68]
[p. 68]

Vliegen

Van zo'n dorp af gezien wordt de wereld er niet begrijpelijker op. Het ligt tegen de duinrand van Noord-Holland, door een ingewikkeld web van verboden en vergunningen klein genoeg gehouden om onder bomen schuil te blijven gaan. Het kerkje stamt uit de vroegste middeleeuwen, Vikingen gingen hier al te keer onder de nonnen, maar daar spreekt men niet over, men heeft televisie en griezelt over Congolezen. Ik niet, ik woon tussen struiken en populieren in een huisje met zo'n dunne huid dat zelfs het gescharrel van vogelpoten op het dak tot mij doordringt.

Af en toe arriveert tussen de melkflessen en het mandje voor de eieren een blauwe enveloppe, gevuld met blauwe luchtpostpapieren velletjes, gevuld met blauwe balgepunte letters. De papiertjes plakken een beetje aan elkaar, van het zweet van de afzender misschien, of van de vochtigheid in het oerwoud, want de regentijd houdt lang aan dit jaar, ook in Nieuw-Guinea. ‘Alles wat ik hier op de grond leg, een hemd, een schoen, mijn tasje met je brieven, is de volgende dag al wit-en-groen van de schimmel. En wij moeten alles wel op de grond leggen, we hebben geen kasten. Wel kunnen we lijnen tussen de muren spannen om de kleren overheen te hangen maar hoe moet dat dan met schoenen?’

Tien dagen geleden vertrok die vraag, per vliegtuig. Misschien was dat zo'n kleine gele Kroonduif waarin de piloot in een glazen stolp grapjes maakt over de zender met de jongens op het vliegveld in Biak, of anders een militaire in groen-met-bruine kuasi-schimmel en alleen de vleugeltop in rood-wit-blauw, of een leeuw van oranje? In elk geval de vraag steeg op uit een ribbel in de kuif van de Vogelkop. Een dag later, misschien na een noodlanding tussen verbaasde maar loyale

[pagina 69]
[p. 69]

Papoea's, gehuld in een peniskoker wellicht, maar in deze tijden gewend aan veel, zelfs aan Mariakoekjes en Lexington, hun uit dank voor hun hulp (ze hielpen duwen), aangeboden, een halve dag later dus in de stad Hollandia. Daar rijdt de marine rond in jeeps, infiltranten in burgerpak zoeken er hun familieleden op tot de buren er overlast van krijgen en naar de commissaris van politie gaan. Vrouwen en kinderen vertrekken er, en de Nieuw-Guinea-Raad die sprekend lijkt op onze Staten-Generaal, zetelt er.

De vraag, verpakt in blauwe enveloppe, verpakt in een juten zak met rood-wit-blauwe bies van p.t.t. wordt daar door bereidwillige Papoeahanden verplaatst in een ander vliegtuig. Over gordels van smaragd om oceanen van saffier vliegt dat voort, de maan langzaam kantelend, het zuiderkruis verdwenen, en landt in Tokio om te tanken. Vandaar over de Noordpool komt hij, thuis, op Schiphol. Met tractors naar het kantoor, per trein naar Alkmaar, per fiets naar de zomerhuisdeur, zo arriveert de vraag, na een week de ogen gesloten gehouden te hebben voor een halve wereld tussenweg. Hier waait de wind noordwest, melkbussen staan langs de weg, stadsmensen in regenjassen passeren op weg naar een stormig strand, ik doe het elektrische kacheltje aan en vul met nieuwe letters een dun blauw papiertje. ‘Bind je schoenen aan elkaar met hun veters, hang ze zo over de lijn.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken